Al vijf maanden lang wordt in Iran geprotesteerd onder de leus 'vrouw, leven, vrijheid'. En dat is niet zonder risico. We spraken met journalist en podcastmaker Mina Etemad over hoe zij als Iraanse Nederlander de protesten beleeft en welke rol Iran en haar migratie naar Nederland spelen in haar werk.

Eind september stond Mina Etemad voor de Iraanse ambassade hoofddoeken te verbranden, uit solidariteit met de demonstranten in Iran. Na de dood van de Koerdisch-Iraanse Jina Masha Amini – ze werd eind vorig jaar gearresteerd omdat ze haar hoofddoek niet goed op had en stierf vermoedelijk door politiegeweld – gingen talloze mensen daar de straat op om te protesteren tegen het regime. Vrouwen voorop. Bijzonder in een land waar demonstreren levensgevaarlijk is. Etemad volgt de demonstraties vooral via Instagram. “Dat was best heftig,” vertelt ze. “Het waren vooral gewelddadige filmpjes, waarin je zag dat mensen hun recht om te demonstreren niet konden uitoefen. Ik werd er onrustig van, verdrietig en boos ook.”

Een soort rouw, noemde je het in een interview. Is er ook ruimte voor positieve gevoelens over de kracht die mensen laten zien, of worden die overschaduwd?

“Er zitten zeker positieve gevoelens bij, omdat mensen zo moedig zijn. Dat moet je prijzen en vieren. Het maakt me trots dat mensen op durven komen voor hun rechten, ook al brengt dat ze in gevaar.”

Het is voor Iraniërs in Nederland ook niet zonder gevaar om zich uit te spreken tegen het regime, sommigen van hen zijn bedreigd. Hoe vrij voel jij je daarin?

“Ik voel me niet helemaal vrij, ik ben altijd bang dat er iets met mijn familie of met mij zou kunnen gebeuren. Niet dat ik denk dat ik daar belangrijk genoeg voor ben, maar je weet het niet van tevoren.”

Je ging regelmatig naar Iran, maar dat kan nu dus niet meer.

“Nee, dat zou te gevaarlijk zijn, ik zou zomaar opgepakt kunnen worden.”

"Ik voel me niet helemaal vrij om me uit te spreken over Iran, ik ben altijd bang dat er iets met mijn familie of met mij zou kunnen gebeuren."

Mina Etemad
Dat is een belangrijke en moeilijke afweging: niet meer terug kunnen of je stilhouden.

“Op het moment dat de protesten losbraken dacht ik: wat heb ik eraan om terug te gaan, wat levert me dat op? In hoeverre word ik nou echt gelukkig van in dat land zijn, van hoe het er nu is? Kan ik mijn positie hier in Nederland niet beter inzetten om iets te bij te dragen en te vechten voor een toekomst die meer past bij mijn idealen? Dat betekent dat ik mijn moederland niet meer kan zien, maar dat neem ik voor lief.”

“Ik wist wel dat ik er later nog verdrietiger door zou worden. En dat is ook zo. Als ik een film zie, of iets eet wat me doet denken aan Iran, dan doet dat pijn. Ik kan niet meer de watermeloenen van daar eten. Mijn oma is oud en zal binnen een jaar of twee misschien wel sterven. Dan kan ik niet bij haar begrafenis zijn, haar geen gedag zeggen.”

"Kan ik mijn positie hier in Nederland niet beter inzetten om iets te bij te dragen en te vechten voor een toekomst die meer past bij mijn idealen? Dat betekent dat ik mijn moederland niet meer kan zien, maar dat neem ik voor lief."

Mina Etemad

Mina Etemad (1987) is journalist en podcastmaker. Ze maakte de audiodocumentaire Volwassenen lachen niet, over de vraag hoe ze stil moet staan bij de dag dat ze als zesjarige naar Nederland kwam. En Maquette zonder verblijfsvergunning, over een bijzondere maquette en de herinneringen van asiekzoekers aan hun tijd in het azc. Over de protesten in Iran schreef ze verschillende artikelen, bijvoorbeeld over de rol van de duif in protestkunst. Op dinsdag 21 februari organiseert ze samen met Beri Shalmashi en Sachli Gholamalizad een programma over Iran in De Brakke Grond in Amsterdam.

Media in het Westen spreken zich weinig uit, terwijl er voor mensen uit het Westen veel minder op het spel staat, schreef je.

“Vooral in het begin was dat zo, toen was er nauwelijks aandacht voor de mensenrechtenschendingen. We zagen die gewoon in filmpjes op Instagram, maar er waren geen journalisten in het land omdat ze daar niet kunnen werken. Dan lijkt het alsof er geen écht nieuws naar buiten komt.”

“Die beelden hadden veel meer gedeeld kunnen worden, vooral door mensen die daar niet onder zouden lijden. In de loop der tijd is er meer aandacht gekomen en dat is heel fijn, maar nu is het belangrijk dat de aandacht niet verslapt. Want dat zou betekenen dat het regime denkt: ze kijken niet meer, we kunnen wel weer iemand executeren.”

Veel mensen spreken niet meer van protesten, maar van een revolutie. Jij bent nog voorzichtig met die term.

“Ja, je zegt vaak achteraf dat iets een revolutie was: we begonnen met het idee dat het regime omver moest worden geworpen, we hebben daarvoor gevochten en het is gelukt. Maar het is nog niet gelukt.”

“Wel lijkt er iets onomkeerbaar veranderd, namelijk de manier waarop mensen in het leven staan. Ze hopen niet langer dat het misschien ietsje beter wordt, maar zeggen: het kan niet zo niet langer. Ze hebben op grote schaal gezien welke gruwelijkheden het regime hen kan aandoen. Wat ook meespeelt, is dat duidelijker is geworden dat verschillende bevolkingsgroepen in het land, zoals de Koerden en de Beloetsjen [een bevolkingsgroep uit het Zuidoosten van Iran, red.] dezelfde strijd voeren, dat er eenheid is.”

Portret van de gevangengenomen Armita Abbasi. Ze is na circa 120 dagen op borgtocht vrijgelaten.

Welke rol speelt kunst in de protesten?

“Protestkunst speelt een grote rol. Mensen die zijn gestorven of in de gevangenis zijn beland, worden op een mooie manier geportretteerd, als helden. Het is belangrijk om niet alleen harde nieuwsfeiten te vertellen, maar ook op een andere manier te berichten over wat er gaande is, het te voelen. Dan pas kun je het echt begrijpen. Kunst en verhalen kunnen dat heel goed.”

“Het protestlied Baraye hielp om de boodschap van de protesten te verspreiden. Veel mensen kunnen zich erin herkennen, ze voelen hoe het is om Iraniër te zijn en te vechten voor vrijheid. Elke keer als ik het hoor doet het me wat – wat heel gek is, want ik heb het misschien wel 500 keer geluisterd. Er zijn ook steeds meer herinneringen aan verbonden: ik heb het op meerdere plekken gehoord, gezongen en gezien. Het draagt al die contexten met zich mee.”

Zelf kwam je in 1993 op zesjarige leeftijd naar Nederland, samen met je ouders en je zus. Je hebt een mooie audiodocumentaire gemaakt over de vraag hoe je het beste stil kunt staan bij die dag.

“Ja, ik wilde weten waarom ik nooit bij die dag stilsta, terwijl ik dat bij zoveel andere belangrijke dagen wel doe. Ik denk dat het ermee te maken heeft dat migratie geen ervaring is die veel mensen in Nederland delen en dat we er daarom minder over praten. Maar het kan wel impact op je leven hebben. Ik denk ook dat we over het algemeen graag willen dat mensen die gemigreerd zijn hun leven achter zich laten en zich aanpassen aan de nieuwe cultuur, terwijl het niet zo is dat je het verleden makkelijk afsluit. ”

"Niet veel mensen in Nederland delen de ervaring van migratie, daarom praten we er minder over. Terwijl het wel impact op je leven kan hebben."

Mina Etemad
Wat betekent die dag van aankomst op dit moment voor jou?

“Hij staat symbool voor wie ik ben, of voor een deel van wie ik ben, want ik besta natuurlijk uit meerdere delen. Die dag vat samen dat ik zowel Iraans ben als Nederlands. Dat ik nostalgie in me draag naar een verleden dat ik een beetje heb gekend, maar dat er ook toekomst is.”

Je hebt een ritueel bedacht voor die dag, waarvoor je zeven objecten hebt uitgezocht. Zoals een kaartje dat je vader jullie stuurde vanuit het azc, toen jullie nog in Iran waren, en een foto van jou en je zus in jullie eerste huis in Nederland. Welk van de objecten is je het meest dierbaar?

“De trouwkaart van mijn ouders. Die heeft mijn zus gevonden en voor mij ingelijst. Dat vind ik een heel mooi en bijzonder object, omdat het zowel mijn ouders als mijn zus omvat.”

In de documentaire horen we je Nederlands en soms Farsi spreken. Hoe beleef je meertaligheid?

“Die verschillende delen van mij zitten ook in de taal. Het Nederlands is mijn dagelijkse realiteit en voelt als mijn moedertaal, het is de taal waarin ik denk en schrijf. Farsi spreek ik niet eens zo goed, maar als ik het hoor, voelt het heel erg vertrouwd, want het is óók mijn moedertaal. Het bestaat uit allemaal verschillende culturele herinneringen en referenties. Het Farsi is een deel van mij dat niet altijd tot uiting kan komen, maar er wel altijd is.”

Sinds september is er veel veranderd. Er zijn veel mensen gevangengenomen en ook mensen geëxecuteerd. Hoe gaat het nu met de protesten in Iran?

“De protesten op straat zijn afgenomen. Dat is ook wel logisch omdat ze werden tegengewerkt, er veel geweld was en mensen vermoeid raken. Maar ondergronds gebeurt er veel: mensen schrijven op social media, ze komen samen om vervolgstappen te bespreken. Dat is belangrijk, want als je revolutie wilt moet je je ideeën verspreiden en mensen aan je binden.”

“Er zijn ook veel figuren die zich vanuit het Westen uitspreken over hoe de toekomst van Iran eruit kan zien. Wat betekenen vrijheid en democratie? Welke overgangsregering hebben we nodig?” 

Dat zijn dus mensen uit de diaspora. Verlangen zij ernaar om terug te gaan?

“We dromen allemaal van een vrij Iran en er zijn zeker mensen die terug willen. Sommige van mijn vrienden zeggen: ik ga een huisje kopen in die en die stad en daar lekker wonen. Zelf weet ik niet of ik terug zou gaan, want ik heb niet meegevochten voor de vrijheid en dat voelt niet goed. Ik zou iets bij moeten dragen, maar ik weet nog niet precies wat.”