25 jaar oud en hoogzwanger was ze, toen ze in 1996 wegvluchtte uit Afghanistan. Inmiddels werkt Forugh Karimi als psychiater in Den Bosch en Eindhoven en is ze voorzitter van de afdeling voor transculturele psychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). Een gesprek over het toegankelijker maken van de geestelijke gezondheidszorg en het boek dat je nu moet lezen.


Het is niet dat de herinneringen aan haar geboorteland ineens weer aangewakkerd worden, nu de Taliban de macht in handen hebben, zegt Karimi. De herinneringen aan Afghanistan zijn nooit weggeweest. 'Met mijn geschiedenis leef je in zekere zin in twee werelden. Ik heb mijn leven in Nederland en tegelijk ben ik met Afghanistan bezig, nu intensiever dan anders. Al moet ik mezelf soms in bescherming nemen en me afsluiten voor de uitzichtloosheid van de situatie daar.'

Dan sluit ze zich af voor de berichten die ze krijgt van vriendinnen van vroeger die daar nog wonen. Hoogopgeleide vrouwen en familieleden die nu thuiszitten en zich afvragen wat ze moeten. Of er is het verhaal van een jeugdvriendin met wie ze recent weer in contact kwam via Facebook. 'Zij werkte als politieagent in een van de westelijke provincies en zit nu ondergedoken. Ze is bang voor haar leven, bang dat ze geëxecuteerd wordt als ze gevonden wordt. Ze stuurt mij foto's waarop te zien is dat ze samengewerkt heeft met buitenlandse troepen en certificaten waaruit dat blijkt. In de hoop dat ik iets voor haar kan doen. En zij is niet de enige. Ik weet dat het met sommigen van hen slecht zal aflopen, maar ik kan niets doen. Dat is zo'n machteloos gevoel.'

Ik kan niets doen en weet dat het met sommigen van hen slecht zal aflopen. Dat is zo'n machteloos gevoel.

Er zijn momenten waarop het haar te veel wordt, het contrast tussen haar leven hier en de situatie daar. Onlangs nog zag ze een foto van een aantal jonge vrouwen die in Kaboel de straat op gingen om te protesteren voor het recht op onderwijs. 'Als ik dat vergelijk met de protesten tegen de coronamaatregelen hier, weet ik niet of ik moet lachen of huilen. Ik kan dat in de context van deze samenleving wel begrijpen, maar zie ook parallellen met een land in oorlog. Ik was kind ten tijde van de Russische invasie in Afghanistan en heb later de Moedjahedien aan de macht zien komen. Hetzelfde wantrouwen, het verspreiden van onwaarheden en het splijten van de samenleving, wat ik daar gezien heb, zie ik nu hier. Ik denk dat sommige mensen in Nederland niet beseffen hoe goed ze het hebben, ondanks het virus. En wees blij dat het een virus is en geen oorlog, want een oorlog is vele malen destructiever.'

Zelf was Karimi 25 jaar oud toen ze samen met haar man Afghanistan ontvluchtte. In Amsterdam vervolgde ze haar studie geneeskunde, om psychiater te worden. Ze combineert een particuliere praktijk in Den Bosch met haar werk in een centrum voor transculturele psychiatrie in Eindhoven. Ook is ze voorzitter van de afdeling voor transculturele psychiatrie van de NVvP, waarmee ze de ggz kwalitatiever en toegankelijker wil maken voor mensen met een biculturele achtergrond. 'Er is op dat gebied veel werk te doen in Nederland.'

Is de ggz niet toegankelijk genoeg in Nederland?

'Nee. Een voorbeeld daarvan is dat sinds 2012 tolken niet meer vergoed worden. Niet alleen in de ggz, maar in de gehele gezondheidszorg. Dat is discriminatie met een onderliggende politieke boodschap, namelijk dat mensen de Nederlandse taal maar moeten leren. Maar het is geen kwestie van niet willen. Wetenschappelijk is aangetoond dat heel veel mensen niet in staat zijn een nieuwe taal te leren. Als arts of hulpverlener ben je in Nederland verplicht ervoor te zorgen dat de patiënt de informatie over diagnose, behandeling en de gevolgen daarvan goed begrijpt. Als dat niet het geval is, is dat verwijtbaar. En dat gebeurt bij mensen met een taalachterstand. Die zijn soms genoodzaakt hun minderjarige kinderen mee te nemen om te tolken. We laten toe dat die kinderen geconfronteerd worden met de zorgen van volwassenen.'

Forugh Karimi

Dat lijkt me een beschadigende ervaring?

'Als het over trauma gaat, dan denken we vaak aan mensen die uit oorlogssituaties komen. Maar trauma is ook wat mensen als zodanig ervaren: onveiligheid, buitengesloten worden, het gevoel er niet bij te horen. In dit geval voelen die kinderen zich genoodzaakt om hun ouders te beschermen en steunen, omdat de ondersteuning door een tolk ontbreekt. Voor een kind is het heel moeilijk om de ouder in een afhankelijke positie te zien. Dat is beschadigend. Kinderen hebben het recht om kind te zijn, om zich met hun eigen zorgen bezig te houden, maar voor deze migrantenkinderen is dat niet weggelegd.'

Je ziet in je werk hoe trauma's van generatie op generatie worden doorgegeven.

'Ik zie veel cliënten die daarmee worstelen. Veel van hen mankeren ogenschijnlijk niets: ze studeren, ronden een studie af, gaan werken. Onder de oppervlakte zijn er problemen, die maken dat ze in hun functioneren of relaties vastlopen. Een cliënt die ik zag, een heel slimme Afghaanse vrouw, liep vast tijdens haar studie en werd depressief. Ze was heel jong toen ze naar Nederland kwam en heeft tijdens het proces van inburgering en integratie regelmatig de kar moeten trekken omdat haar ouders in een heel zwakke positie terecht waren gekomen. Ze hadden moeite om zich staande te houden hier. Daardoor kon ze geen kind zijn, kwam ze niet aan haar eigen emoties toe. Ze had ook niet geleerd zich los te maken van haar ouders, wat heel natuurlijk is.'

Hoe heb je haar kunnen helpen?

'In mijn therapieën help ik mensen zoals zij zichzelf te ontdekken en ook boos te mogen zijn op de situatie. Vandaaruit kon ze weer verantwoordelijkheid nemen over haar eigen emoties en werd ze veel weerbaarder. Ze leerde bewust te kiezen haar ouders soms wel te ondersteunen, en soms ook niet. Ik zie dat dat werkt. Deze vrouw heeft haar studie afgemaakt en is inmiddels moeder, terwijl ze dacht dat ze nooit een goede ouder zou kunnen zijn. Ik denk dat het heel belangrijk is dat ook deze groep psychiatrische steun krijgt, want de ggz gaat niet alleen over mensen die ernstig psychotisch zijn. Als deze mensen niet behandeld worden dan lopen ze vast in hun leven, carrière, relaties, moeder- of vaderschap.'

Welke rol kan transculturele therapie daarin spelen?

'Waar het om gaat is dat je een cliënt en zijn of haar context heel goed begrijpt en aan de hand daarvan behandelt. Misschien is dat wat mij kenmerkt in mijn werk, omdat ik noodgedwongen geleerd heb om me in verschillende contexten te verplaatsen. Dat helpt me in mijn werk, met name bij therapieën die gericht zijn op onderliggende problematiek in zelfbeeld, identiteit, hechting en emotie-regulatie.'

Is daar voldoende ruimte voor in de ggz?

'Nee, in de reguliere ggz is daar weinig ruimte voor. In mijn zelfstandige praktijk behandel ik cliënten met soms heel ingewikkelde problematiek. Ik ben heel blij dat ik daar psychotherapie mag geven, want anders kan ik deze cliënten niet helpen. De Afghaanse vrouw heb ik drie jaar intensief behandeld. Dat is uiteindelijk veel korter en goedkoper dan als zij bij verschillende instanties had moeten aankloppen, om telkens een diagnose en klachtgerichte behandeling te krijgen. Ik denk dat dat veel duurder was geweest voor de maatschappij. Al is het jammer dat we nu het economische argument ook moeten benoemen.'

Het boek waarvan je vindt dat mensen het nu moeten lezen, is De Meisjes van Annet Schaap. Waarom?

'Het zijn moderne sprookjes, die universeel en tijdloos zijn. Ze gaan over basale, essentiële emoties die er altijd al geweest zijn en die voor alle mensen gelden ongeacht waar ze vandaan komen. En niet alleen positieve, maar ook negatieve emoties waarmee we moeten leven. Emoties als jaloezie, haat, vijandigheid, allemaal eigenlijk gestoeld op angst, die je soms kunnen overspoelen. Al die aspecten komen terug in dit boek, alsook de absurditeit van het bestaan en de ironie van het moderne leven. Ik denk dat dit soort boeken ons een spiegel voorhouden en laten zien dat er een heel dunne grens is tussen onze waardigheid en onze schaduwkanten. Het zijn geen rechtlijnige verhalen en om mens te blijven hebben we dit soort verhalen nodig.'