In Brainwash Talks van HUMAN buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer acteur en theatermaker Sachli Gholamalizad over moederschap.


Jarenlang wilde ik geen kinderen krijgen. Ik had mezelf ervan overtuigd dat ik niet gemaakt was voor het moederschap. Dat het enerzijds mijn kunstenaarschap in de weg zou komen te staan, maar evengoed dat ik onverwerkte trauma's van vorige generaties door zou geven aan mijn eigen kind. De relatie met mijn moeder was er sinds mijn adolescentie één van constante wrijving. Er was een onvermogen om elkaar écht te begrijpen, alsof we uit twee verschillende werelden kwamen. Het leek er sterk op dat dat patroon een herhaling was van de relatie die zij met haar moeder had. Maar als kind van eerste generatie migranten stond de moeizame relatie met mijn moeder ook min of meer symbool voor de getroebleerde relatie die ik had met mijn stiefmoederland, België. Hoe kon ik een thuis bieden aan een kind als ik me er zelf nog steeds niet honderd procent thuis voelde?

Toen ik uiteindelijk zwanger bleek van een meisje, wist ik dat ik de ambivalente relatie met mijn stiefmoederland én die met mijn moeder onder de loep moest nemen, zodat ik mijn kind de kans kon geven op eerlijke voet haar relatie met dit land en haar familie aan te gaan. Om mijn complexe rol als nieuwe moeder, als maker, als persoon van kleur en iemand met een migratie-achtergrond in deze samenleving te leren begrijpen en te omarmen, moest ik teruggaan naar de kern van het probleem. Wat maakte dat ik me nog steeds niet helemaal thuis voelde na al die jaren? In hoeverre had ik een patriarchaal superioriteitsgevoel geïnternaliseerd naar mijn eigen culturele achtergrond? Kwam het voort uit loyaliteit naar mijn moeder, die een comfortabel leven had opgegeven ten voordele van haar kinderen? En hield ik op die manier een intergenerationeel patroon in stand dat het pad voor mijn dochter zou bemoeilijken? Het was een thematisch vraagstuk dat ik in mijn werk als theatermaker al vaker had aangepakt, maar nu leek het echte werk pas te beginnen.

Wat betekent het om een moeder te zijn? Wat betekent het om een moeder te zijn van kleur in een samenleving waarin wit de norm is? Wat betekent het om je kind een cultuur mee te geven die niet uitsluitend geënt is op westerse idealen en normen? Hoe verzoen je die waarden met elkaar? Is daar überhaupt ruimte voor? En hoe kun je die opeisen in deze samenleving, die aantoont al generaties lang de noden en trauma's van eenieder die afwijkt van de norm niet serieus te nemen? Het zijn enkele van de vragen die me 's nachts wel eens wakker durven houden.

Toen ik zelf nog een klein meisje was, werd me al zeer snel duidelijk gemaakt dat ik anders was dan de anderen in gedachten, taal, cultuur en referentie. En dat de enige manier om te kunnen overleven in deze maatschappij en er deel van uit te kunnen maken, inhield dat ik een deel van mezelf moest verbergen. Ik stopte met het spreken van mijn moedertaal in het openbaar, hield gebeurtenissen zoals het vieren van onze Iraanse feestdagen voor mezelf, uit angst voor onbegrip of veroordelingen, scheidde mijn familieleven van mijn leven met vrienden in de hoop niet uitgestoten te worden, en probeerde accentloos te praten om niet achtergesteld te worden op de arbeidsmarkt.

Ik leidde een dubbelleven. Eén voor vrienden, één voor familie. Ik voelde me eenzaam, onbegrepen, een vreemde eend. Maar eenmaal ouder en – gelukkig ook – wijzer, besefte ik dat daar meer achter zat. Ik heb gelukkig de kans gehad mij in mijn latere leven te kunnen omringen met meer gelijkgestemden en kreeg toegang tot boeken en alternatieve educatie, zodat ik mezelf kon distantiëren van die ellendige gedachten van weleer. En toch. Ze lijken altijd ergens in een van de kamers van mijn brein en mijn lichaam te sluimeren, klaar om me weer uit balans te brengen. Het is een leven lang zoeken naar je plek en hopen dat je het – al is het maar even – kunt behouden. 

Migratie beïnvloedt generaties lang het gedrag en identiteitsvorming van de geëmigreerde ouders, hun kinderen en diens kinderen, en dit op uiteenlopende wijzes. Dat het deel uitmaakt van ons DNA en wie we worden in het leven, staat ongetwijfeld vast. Maar nu ik zelf moeder ben, ben ik er nog meer van overtuigd dat het niet alleen extra hindernissen opwerpt, maar ook een kracht is. Dat onze trauma's ons niet alleen kwetsbaar maken, maar net extra veerkracht geven.

Wij migrantenkinderen hebben het voordeel om een meerzijdig waardensysteem te hebben ervaren dat onze blik op de wereld heeft veranderd. We zijn gevoed door de culturen van onze ouders, en die waarin we terecht zijn gekomen. Terwijl televisie en media vaak een witte wereld representeren, kregen wij via internet en sociale media toegang tot meer complexere invalshoeken en academici van over de hele wereld, die onze culturen en onze unieke positie als diaspora in woorden en theorie omzetten. We hebben zo nieuwe zintuigen ontwikkeld  om werelden die op het eerste zicht tegengesteld lijken, toch als één logisch geheel te zien.

Sachli Gholamalizad in Brainwash Talks

We kunnen situaties vanuit verschillende denkkaders bekijken en deze alsnog samenbrengen. Omdat wij dat zélf belichamen. Wij zijn al die werelden gecombineerd. We dragen een wijsheid met ons mee en bezitten een kracht en een inbeeldingsvermogen om onze samenlevingen te veranderen, inclusiever te maken.

Zo kozen mijn Nederlandse vriend en ik er bijvoorbeeld bewust voor om onze dochter mijn achternaam te geven. Zelf heb ik jarenlang geworsteld met mijn naam. Het heeft me vaak in de weg gestaan van mijn carrière en ik heb lang getwijfeld of een verandering van naam mijn probleem zou oplossen. Maar ik kwam gelukkig tot het besluit dat mijn identiteit wegwissen (en witwassen) geen oplossing zou bieden voor die vele anderen in een gelijke situatie. Mensen met vele talenten die, hoofdzakelijk omwille van hun naam en daaraan gekoppelde betekenis niet dezelfde kansen kregen als mensen met 'herkenbare' namen. Net door te erkennen wat en wie ik ben en de geschiedenis die ik met me meedraag trots te dragen én door te geven, creëer ik ruimte voor anderen om ook te mogen bestaan. Ook voor mijn eigen dochter. Dus, waarom zou ik de achtergrond van mijn kind uitgommen als ik haar daarmee de kans ontneem om deel uit te maken van een beweging die z'n unieke kenmerken niet wegmoffelt om een ander zijn ongemak te verdoezelen? Mijn wens voor haar, en voor alle andere kinderen, is dat zij zichzelf niet anders moeten voordoen alleen maar om van dezelfde rechten te mogen genieten als hun autochtone landgenoten.

Een moeder van kleur zijn betekent voor mij daarom meer dan enkel moeder zijn. Het betekent een advocaat zijn, een activist, een medestrijder voor empowerment en verandering. Het betekent dat je een leider bent, een opvoeder, een luide en duidelijke stem. Dit terwijl je dezelfde verzorgende, liefdevolle, toegewijde en ondersteunende moeder bent als andere moeders. We moeten onze kinderen politiek bewustzijn meegeven, hen bewust maken van structureel racisme en hen doen inzien dat hun stem en bijdrage belangrijk zijn. We hebben de taak om onze zichtbaarheid te claimen, onze verhalen en culturen door te geven, die door het marginaliseren en opzettelijk herschrijven of wegschrijven van onze geschiedenissen dreigen weggevaagd te worden, die niet op school onderwezen of op tv getoond worden. We moeten het recht opeisen om een ​​leven te leiden dat voor ons en door ons is gedefinieerd. Onze levens zouden moeten worden bepaald door wat wij nodig hebben, eerder dan wat andere mensen of een maatschappij dénkt dat we nodig hebben. 

Maar daarvoor hebben we wel bondgenoten nodig. Moeten we elkaars doelen nastreven en niet enkel onze eigen positie versterken. Niet alleen zorgt dat voor meer empathie en begrip naar onze complexe en hyper-diverse leefwerelden toe, maar het opent ook de weg naar nieuwe samenlevingsvormen waarin we allen een plaats kunnen verwerven en er ook tegemoetgekomen kan worden aan andere perspectieven. Want dat is wat we nu nodig hebben. Kijk maar naar de wereld om ons heen: die verandert op hoge snelheid naar een plek met enkel minderheden, zoals Brussel bijvoorbeeld, de tweede meest diverse stad wereldwijd die enkel uit minderheden bestaat. We kunnen niet anders dan op zoek gaan naar een duurzame manier van leven voor ál die minderheden. Als kind was ik een minderheid. Onze kinderen, wij allen, zijn in de toekomst een minderheid.

Ik besef dat het een grote opdracht is, en soms weet ik zelf niet waar te beginnen. Maar dan kijk ik naar mijn dochter. Zij leert mij wat het is om unapolegetic zichzelf te zijn, ze laat zich nog niet een gedrag dicteren dat de maatschappij, haar familie, of ik op haar projecteren en van haar verwachten. Zij leert mij hoe gemakkelijk het kan zijn om liefde en erkenning te ontvangen, omdat dat vanzelfsprekend is voor haar. Als ik haar op een speelplaats bezig zie, hoe ze bij aankomst angstig om zich heen kijkt en niet goed weet hoe ze haar weg moet vinden tussen andere kinderen, maar dan plots mee op pad wordt genomen door een kindje dat haar de hand reikt en ze even later onafscheidelijk lijken, dan besef ik dat wij nog veel te leren hebben van hen. Zij staan open voor het onbekende, ook al schrikt hen dat aanvankelijk nog af. Net door de ander leren zij nieuwe dingen ontdekken, geleid door de taal van het instinct en die van het hart.

Wij volwassenen zijn het doorheen de jaren verleerd om ons open te stellen naar de ander. We zijn het verleerd om van elkaar te leren en elkaar op pad te nemen naar nieuwe werelden. Als ik zie hoe vlot mijn dochter haar plaats vindt in de zandbak, temidden van al die andere kindjes, dan besef ik: in een wereld waarin niemand heeft gekozen op welk stukje die geboren is en we allemaal als het ware gasten zijn, hebben we er allen bij momenten nood aan om af en toe eens een hand toegereikt te krijgen om samen onbekende paden te ontdekken. Tot slot moeten we onszelf toestemming geven om thuis te zijn, om thuis te komen.