Ze stond in het hart van de Amerikaanse hoofdstad Washington D.C., afgelopen zaterdag, en hield een toespraak, een zeer korte dit keer: Yolanda Renée King, 9 jaar oud en de kleindochter van Martin Luther King. Op deze plek, voor eenzelfde menigte had haar grootvader in 1963 gesproken: 'I have a dream that my four little chrildren will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin, but by the content of their character.'

Kleindochter Yolanda heeft haar grootvader nooit gekend, want die werd precies 50 jaar geleden, op 4 april 1968 doodgeschoten in Memphis, Tennessee. Negendertig jaar was de drager van de Nobelprijs voor de Vrede op dat moment. Dat is geen afgerond maar een afgebroken leven.

Maar zijn March on Washington uit 1963 ging de hele wereld over en zijn I have a dream-rede werd een seculier gebed, dat ook niet-gelovigen nog steeds na prevelen. 'Niet de kleur van hun huid, maar het wezen van hun karakter' als doorslaggevend criterium. Nog steeds is die droom geen werkelijkheid geworden, al helemaal niet in de Verenigde Staten, waar het geweld tegen Afro-Amerikanen, van overheidswege, maar ook onderling, zoveel groter is dan tegen 'white America'.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Yolanda King tijdens de March For Our Lives (foto: AFP/Chip Somodevilla).

Een willekeurig voorbeeld: in Chicago werden er sinds 2006 zo'n 5.850 mensen doodgeschoten. Blank, gekleurd en zwart, door de politie, door onderlinge ruzies en als gevolg van criminaliteit. Maar ook hier weer: Afro-Amerikanen staan eenzaam aan de top in deze statistiek. Vandaar de inmiddels wereldwijde protestbeweging: Black Lives Matter.

Mede daarom ook die Mars Voor Onze Levens, afgelopen zaterdag in Washington, waar scholieren en ouders en studenten hun afschuw betuigden van de Amerikaanse wapenwetgeving, waardoor kleine akkefietjes en persoonlijke problemen kunnen uitgroeien tot massa slachtingen, zoals in Parkland, Florida, waar op 14 februari zeventien jongeren werden vermoord.

Zo'n 800.000 mensen deden mee aan deze mars, en de jongste spreker was Yolanda King: 'Genoeg is genoeg. Ik droom van een wapenvrije wereld. Punt.'

Tekst loopt door onder de video.

Vanuit Europa kijken de meeste mensen met een lichte verbijstering naar de Amerikaanse 'regels' voor wapenbezit, die veel rekkelijker zijn dan redelijk is. Ligt het geweldsmonopolie niet bij de overheid? Hoe kan je toestaan dat burgers vrijelijk wapens kunnen kopen, van het zwaarste, automatische kaliber, en die ook mogen dragen en gebruiken?

In 1791 werd het tweede amendement toegevoegd aan de Amerikaanse Bill of Rights, de Amerikaanse grondwet: daarin werd bedongen dat individuele burgers het recht hadden om wapens te bezitten. Let wel: het land was toen een stuk leger dan nu, de oorspronkelijke Amerikaanse inwoners, de Inheemsen, werden toen voor een deel al afgeknald, en met een kanon kon je in het midden van Amerika toen nog geen mug raken.

Dat is inmiddels enigszins veranderd met al die metropolen als New York, Los Angeles, Detroit, Chigago, Atlanta en al die andere steden waar mensen nog geen armlengte van elkaar leven en werken. En iedere keer, na elke shooting volgt de obligate ronde van schrik, spijt en berouw. Nu zeggen de slachtoffers: 'Genoeg is genoeg', en je ziet hoe de morele weegschaal ook in Amerika in beweging is gekomen.

Nu moeten we het hebben over de Brits Ghanese filosoof Kwame Anthony Appiah, die in zijn boek The Honor Code laat zien hoe morele revoluties plaatsvinden. Ooit vond 'men' de slavernij gewoon, zag niemand er een been in om de voeten van Chinese vrouwen in te binden, en hoorde lynchings bij het zuidelijk Amerikaanse leven. Tamelijk abrupt houdt dat op, schrijft Appiah. Ineens het besef: 'Wat zijn we aan het doen? Wat dachten we wel niet?'

Zo kan de weegschaal plotseling doorslaan naar de kant van Yolanda en haar grootvader Martin Luther King. Het valt in ieder geval te hopen dat over vijftig jaar Yolanda niet weer een kleinkind naar Washington D.C. moet sturen voor een Boodschap.