Feminist Jens van Tricht

Feminisme is niet alleen een vrouwenzaak

HUMAN

De media krijgen de schuld, of het ligt aan de etniciteit of de religie van de daders. Maar we benoemen nooit welke mensen écht de grootste veroorzakers zijn van sociale problemen: mannen. En dat is gek, zegt feminist en oprichter van stichting Emancipator Jens van Tricht. Want volgens hem is er een directe relatie tussen ons beeld van mannelijkheid en maatschappelijke ellende. In Brainwash Zomerradio van HUMAN praat Floortje Smit met hem aan de hand van muziek die hij zelf meebrengt. Dit is een verkorte weergave van dat gesprek.

Redactie Brainwash (leestijd: 5 minuten)

De man is de schuld van alles? "Dé man bestaat niet. Mannen zijn veelzijdig, gevarieerd, complex, mysterieus, tegenstrijdig en veranderlijk," zegt Jens van Tricht in Brainwash Zomerradio. Niet de man, maar ideeën over mannelijkheid, zijn de wortel van veel problemen. Bijvoorbeeld het idee dat een echte man niet huilt, en stoer en gespierd moet zijn. "Veel problemen worden veroorzaakt door mannen, en als je gaat kijken wat daarachter zit, dan kom je vaak uit op schadelijke, traditionele en beperkende opvattingen over mannelijkheid. De kern van de verandering die we nodig hebben is dat we mannen niet meer gaan zien als passend in één hokje." 

Alle mannen kunnen niet over één kam worden geschoren. Maar de meeste daders zijn wel mannen, al zijn de meeste mannen geen daders. "Het is niet zo dat we een paar boosdoeners en schurken op kunnen pakken, en dat al die problemen dan zijn opgelost. Deze problemen komen voort uit een dagelijkse cultuur van seksisme waarin mannelijkheid die rol speelt die we met z’n allen in stand houden." Dat gaat niet alleen over relationele, maar ook over grotere maatschappelijke problemen, zoals Van Tricht opsomt in zijn boek Waarom feminisme goed is voor mannen: mannen zijn de veroorzakers van oorlog, radicalisering, criminaliteit, geweld, schooluitval, verkeersonveiligheid, drank- en drugsgebruik, homofobie, financiële crisis en milieuproblematiek. "Genderstereotypen zijn zo doordringend in alle lagen van de samenleving aanwezig, dat ze op alles invloed hebben, en iedereen ermee te maken heeft."

Als tiener drukte de verwachtingen van mannelijkheid al zwaar op Van Tricht. "Als kind moest ik best veel huilen, en kreeg ik de boodschap dat je geen huilebalk mag zijn. Toen werd ik een driftkop. Maar ik mocht ook niet driftig zijn, want ik moest redelijk zijn. Toen ben ik in mijn hoofd gegaan." Hij werd geplaagd door boosheid, wanhoop en depressie. "Een paar jaar geleden hoorde ik Deense onderzoekers vertellen over de online subculturen van boze, rechtse jonge mannen. Zij deden diepte-interviews en dan zei zo'n jongeman dat hij zou vertellen waarom hij zou boos was. Maar vervolgens kwam er een heel verhaal over waarom hij zo verdrietig was. Ik herken dat zo. Ik leek een boze tiener, maar ik denk dat ik eigenlijk een heel verdrietige tiener was."

Van Tricht maakte zich in zijn jeugd zorgen om de staat van de wereld, temidden van de Koude Oorlog en de milieuproblematiek van de jaren 80, en had sterk het gevoel dat het toch allemaal niet zo veel zin heeft als het zo slecht gaat met de wereld. "De boosheid zat er, maar ik denk dat die naar binnen sloeg. Het werd zelf-destructief. Ik werd depressief, ik ging blowen, drinken en naar The Cure en Joy Division luisteren." Het uiten van emoties was niet vanzelfsprekend voor hem. "Mijn boosheid kwam er wel uit in driftbuien, en ik heb mijn zus ooit een blauw oog geslagen in een ruzie. Achteraf denk ik dat het een keerpunt is geweest: dit moet niet meer. Maar toen was er nog een lange weg voordat ik manieren vond om uiting te geven aan gevoelens van onmacht, verdriet en wanhoop."

Dat verdriet zat voor hem niet alleen in zijn zorgen over de grote maatschappelijke thema’s. "Het ging erg over zingeving, eenzaamheid, op zoek naar betekenis, vriendschap en geborgenheid. Dus: waarvoor ben ik op de wereld? In de maatschappelijke onvrede ben ik betekenis aan mezelf gaan geven." Van Tricht heeft ergens in zijn kamer nog steeds een knipsel bewaard met een citaat van een Hiroshima-overlevende: zo er al enige manier is waarop wij ons bestaan zin kunnen geven, dan is het door de wereld iets beter achter te laten dan we haar hebben aangetroffen. Voor Van Tricht werd dat een leidraad in zijn leven.

Vanuit de depressieve hoek kwam Van Tricht in aanraking met punkmuziek, en kon het verdriet dat in eerste instantie naar binnen sloeg, naar buiten komen: fuck the system, maak kapot wat jou kapotmaakt. "Een deel van die muziek is destructief en nihilistisch, dus ik ben blij dat ik met meer politiek georiënteerde punk in aanraking kwam, die voor mij ook heel vormend is geweest en mij hielp om die energie te kanaliseren richting verandering."

In Brainwash Zomerradio wil hij graag Riot van de Dead Kennedys laten horen. "Een heerlijk opzwepend sfeertje van een rel waarin je je boosheid, agressie en energie naar buiten toe lekker kwijt kan. Het is een fijne uitlaatklep. Als je kijkt naar het onrecht in de wereld, dan snap ik de boosheid en de behoefte om dingen kapot te maken en te vergelden. Ik ben wel gaan twijfelen over de langetermijneffecten ervan, en wat voor mannelijkheid we nodig hebben om aan onze idealen bij te dragen."

De kraakbeweging werd zijn redding, zegt Van Tricht. Dat was niet alleen een boze beweging. "De kraakbeweging gaf een uitlaatklep aan boosheid. Maar het mooie was dat we lege ruimtes gingen invullen. Je maakte een deur open en daar was een hele potentiële wereld in te vullen. We gingen daar wonen, werken, experimenteren. We gingen het anders en beter doen. We streden tegen onrecht in de buitenwereld. Voor mij was het de redding dat ik met mijn boosheid iets constructiefs kon gaan doen."

Het hele gesprek met Jens van Tricht luister je bovenaan deze pagina terug. Of als podcast, zoek dan op 'brainwash' in je favoriete podcast-app.