In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer filosoof Maarten Boudry over Effectief Altruisme.


Laat ik beginnen met een eenvoudige meerkeuzevraag. Welke van de twee volgende stellingen is correct? Hier is de eerste stelling: 'Er is ontzettend veel ellende in de wereld.' En de tweede: 'Nooit eerder was er zo weinig ellende in de wereld als vandaag.' Denk je dat de eerste stelling klopt? Of denk je dat de tweede stelling klopt? Ik zal je het antwoord geven. Het is een strikvraag, een vals dilemma. Beide stellingen zijn 100 procent waar. Dat er veel ellende is in de wereld, daar hoef ik je wellicht niet van te overtuigen. Zet gewoon de televisie aan of sla de krant open, en de ellende slaat je in het gezicht. Er zijn oorlogen, hongersnoden, terreuraanslagen, verwoestende natuurrampen, milieuvervuiling, soortensterfte, epidemieën, zelfdoding, enzovoort. De tweede stelling, die zal waarschijnlijk meer verbazing opwekken. En toch klopt ze. Als je de hoeveelheid ellende in de wereld bij elkaar optelt, dan zal je zien dat het de goede kant op gaat. Bijna alle slechte dingen in de wereld zijn de laatste decennia sterk afgenomen. En dat is ongezien in de wereldgeschiedenis.

Effectieve altruïsten zijn mensen die de wereld willen verbeteren, maar die daarbij zo rationeel en doordacht mogelijk te werk willen gaan. Wat werkt wel en wat niet werkt?

Laat ik die paradox toelichten met een voorbeeld. Volgens de Wereldbank leven vandaag 800 miljoen mensen in extreme armoede, wat betekent dat ze minder dan 2 dollar per dag verdienen. Dat zijn mensen die geen dak boven hun hoofd hebben, geen zuiver drinkwater, geen beschutting tegen weer en wind, geen toegang tot medische zorgen. Die zich elke dag moeten afvragen of ze voedsel zullen vinden, of hun kinderen niet ziek zullen worden en doodgaan. En toch, als je kijkt naar het percentage van arme mensen op onze planeet, dan zie je een spectaculaire verbetering. Gedurende heel lange tijd, eigenlijk het grootste deel van de menselijke geschiedenis, leefde meer dan 90 procent van alle mensen in extreme armoede. Maar vandaag is dat nog ongeveer 8 procent. De verhoudingen tussen rijk en arm zijn helemaal omgedraaid. En dat ondanks de forse bevolkingsgroei van de laatste twee eeuwen.

Nog één voorbeeld: elke dag sterven er 15.000 kinderen. Beeld je het verschrikkelijke verdriet van de ouders in, en het lijden van een stervend kind, en doe dat nu in je hoofd maal 15.000. Een onbevattelijke hoeveelheid leed. En toch. Vroeger stierven 4 kinderen op de 10 voor ze hun vijfde verjaardag vierden, vandaag bedraagt het wereldwijde gemiddelde 4 op honderd. In België en Nederland is het zelfs minder dan 4 op duizend. Onze kinderen hebben anno 2020 dus honderd keer meer kans om volwassen te worden.

Er is veel ellende, en er is nog nooit zo weinig ellende geweest. Het klinkt tegenstrijdig, maar dat is het niet. Beide stellingen zijn tezelfdertijd waar. We mogen de voorbije vooruitgang bezingen, maar dat wil niet zeggen dat we op onze lauweren mogen rusten. Dat er ondanks alles nog steeds arme mensen en stervende kinderen zijn, is een echte schande, die we zo snel mogelijk moeten uitwissen. Want armoede is geen onvermijdelijk lot, en kinderen hoeven niet te sterven. Het goede nieuws is: de mogelijkheden om de wereld te verbeteren waren nooit eerder zo groot. Dankzij de kracht van wetenschap en techniek, en dankzij onze ongeëvenaarde welvaart. In een paar eenvoudige stappen kan je lijdende mensen aan de andere kant van de wereld helpen. Maar hoe dan? We doen toch al aan liefdadigheid?

Ik wil graag een lans breken voor de filosofie van het Effectief Altruïsme. Bijna niemand kent deze denkstroming. Dat is ook niet zo gek: ze is nog relatief jong, hooguit 10 jaar. Toen ik er een paar jaar geleden mee kennis maakte, heeft ze heeft mijn leven veranderd. Ze heeft me overtuigd om een vrij radicale beslissing te nemen. En ik hoop dat ik hier enkele mensen kan inspireren om hetzelfde te doen, en de blijde boodschap te verspreiden. Effectieve altruïsten zijn mensen die de wereld willen verbeteren, maar die daarbij zo rationeel en doordacht mogelijk te werk willen gaan. Daarvoor moet je kijken naar wetenschappelijk onderzoek: wat werkt wel en wat niet werkt?

Dat is niet altijd vanzelfsprekend. Dingen die op papier goed klinken, blijken vaak niet te werken. En dingen die gek lijken, werken net wel. Hoe zorg je bijvoorbeeld voor beter onderwijs in arme landen? Nu kan je zelf wel wat oplossingen bedenken scholen bouwen, studieboeken opsturen, leerkrachten opleiden. Dat klinkt goed, maar werkt niet altijd. De econoom Michael Kremer van de universiteit van Harvard onderzocht schooluitval in Kenya, en hij stelde vast dat die traditionele aanpak bijna geen effect had. Goede wetenschap begint altijd bij het erkennen van je eigen onwetendheid. Waarom was er zoveel schooluitval? De grote boosdoener bleek schistosoma, een gemene parasitaire worm. Daar is geen schoolboek tegen opgewassen. De effectiefste middel om kinderen te helpen bleek: ontwormingstabletten uitdelen. Meteen daalde het schoolverzuim met 25 procent.

Maarten Boudry in Brainwash Talks

Ik vind dergelijke onderzoeken enorm inspirerend. Dit is maar één voorbeeld, maar het illustreert de benadering van effectieve altruïsten: hoe kunnen we zoveel mogelijk lijden verhelpen? Eerst ga je meten en vergelijken, dan ga je geld en middelen inzetten. Maar moeten we dan zelf allemaal onderzoek gaan doen? Daar hebben we toch geen tijd voor? De onafhankelijke organisatie GiveWell houdt een ranglijst bij van de meeste effectieve goede doelen. Je kan het zien als een soort consumentenbond voor wereldverbeteraars.

Je moet gaan denken als een econoom: welke goede doelen leveren het meeste rendement? Welke schenkingen bieden het meest 'waar voor hun geld?' Het mooie aan Effectief Altruïsme is dat ze hun aanbevelingen voortdurend aanpassingen in het licht van nieuwe bevindingen. Want we hebben nog lang niet gevonden wat het bést van allemaal werkt. Onderzoek wijst wel uit dat er enorme verschillen bestaan tussen goede doelen: sommige zijn wel 100 of 1.000 effectiever dan anderen. De doelen die het hoogst gerangschikt staan bij GiveWell, zijn niet de klassieke NGO's die iedereen kent, zoals Unicef of Oxfam of Artsen Zonder Grenzen. Het zijn vaak nobele onbekenden, die geen grote mediacampagnes voeren of ronselen op straat.

Laat me kort twee voorbeelden noemen. De organisatie GiveDirectly geeft heel gericht geld aan de allerarmste mensen, via mobiele telefoons. Zonder voorwaarden, zonder afspraken. Het klinkt bedrieglijk eenvoudig, maar wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het echt werkt. Geef arme mensen geld, en ze sturen hun kinderen naar school, beginnen een eigen zaakje, investeren in de toekomst. Slechts een kleine minderheid gaat het geld verbrassen. De Against Malaria Foundation deelt muggennetten uit in door malaria getroffen gebieden. Er zijn nog wel NGO's die zoiets doen, maar de AMF is er bijzonder goed in. Onderzoek toont aan dat hun werk extreem effectief is: één muggennet kost slechts 1 euro, en je kan er een kind één jaar lang mee beschermen. Als we het serieus menen, dan kunnen we malaria binnen enkele jaren volledig uitroeien.

Velen onder jullie geven wellicht al geld aan liefdadigheid. Want we willen allemaal een steentje bijdragen aan een betere wereld. Maar eigenlijk weten we niet altijd of dat geld goed wordt besteed. Misschien zijn die doelen niet zo efficiënt, of zijn de interventies nutteloos, of blijft er onderweg geld plakken. Klassieke NGO's doen vaak veel dingen tegelijk, waardoor je hun effectiviteit moeilijk kan meten. Maar wat nu als je de garantie hebt dat je per gedoneerde euro echt levens kan redden?

Als je het mij vraagt, is dat een reden om ook méér te geven. Voor effectieve altruïsten is de bedoeling van liefdadigheid niet om er een warm gevoel aan over te houden, maar om het grootst mogelijke verschil te maken. Daarom streven ze ernaar om 10 procent van hun inkomen weg te schenken aan effectieve goede doelen, bijvoorbeeld voor de strijd tegen armoede en infectieziekten. Natuurlijk kan je ook met een kleiner percentage beginnen, zoals 5 of 2 procent. Het punt is: in globaal opzicht behoren wij bijna allemaal tot de rijkste 1 percent. Wij verkeren allemaal in de mogelijkheid om lijden te verhelpen aan de andere kant van de wereld, soms met een paar eenvoudige muisklikken.

Want vergis je niet: vooruitgang gaat niet vanzelf, het is mensenwerk. Er is geen enkele garantie dat de ellende in de wereld zal blijven afnemen. Het is perfect mogelijk dat we het als mensheid weer verknoeien. Maar het is ook perfect mogelijk dat we armoede voor eens en voor altijd uitroeien, binnen enkele jaren zelfs, en dat kindersterfte overal even zeldzaam wordt als hier in Nederland. Daarom wil ik graag eindigen met de paradox van in het begin: er is ontzettend veel ellende, en er was nog nooit zo weinig ellende. Laten we de vooruitgang van gisteren onderzoeken, en werken aan de vooruitgang van morgen.