Michel Mayor presenteerde in 1995 de allerbelangrijkste ontdekking van de afgelopen eeuw: de ontdekking van een planeet rondom een andere ster dan de zon. Een exoplaneet. Hij had een ster zien bewegen, en kon alleen maar concluderen dat dit veroorzaakt werd door iets dat daar omheen draaide. Iets dat zorgde dat de ster werd aangetrokken door de zwaartekracht en met een bepaalde periode bewoog, waaruit hij afleidde dat het een planeet was die er omheen draaide. Ongeveer zo groot als Jupiter, dus best wel fors, maar heel dicht bij zijn ster. Dat was een onverwachte vondst.
Het vermoeden was er al eeuwenlang. Al sinds we de sterrenhemel zien en weten dat onze eigen aarde een planeet is die om een van de sterren heen draait, namelijk de zon, vermoeden we dat het moet wemelen van de planeten, en ook van het leven op die planeten. Want dat was meteen een vraag die Mayor moest beantwoorden, door de pers gesteld. Is er dan leven op deze planeet? Is dit een plek waar we aliens zouden kunnen vinden?
We zijn nu 25 jaar verder. Michel Mayor kreeg in oktober 2019 de Nobelprijs voor zijn onderzoek en deze vondst. Eigenlijk was dat de Nobelprijs voor een geheel vakgebied: de zoektocht naar buitenaards leven, te beginnen met planeten rondom andere sterren, oftewel exoplaneten. Want sinds deze onverwachte ontdekking wisten sterrenkundigen hoe ze moesten zoeken, en dat ze veel sneller beet konden hebben dan eerder verwacht. Ze zijn gaan kijken met grotere en betere telescopen naar meer sterren, en inmiddels weten we van het bestaan van meer dan 3000 exoplaneten. Dat betekent dat er gemiddeld ongeveer twee per week ontdekt zijn in de afgelopen 25 jaar.