Zelflerende kunstmatige intelligentie gaat de mens op elk gebied inhalen, beweren tech pioniers Elon Musk en Ray Kurzweil. Wie denkt niet vervangen te kunnen worden door een robot heeft volgens hen last van zijn gekrenkte mensen-ego. Maar mensen hebben een biologisch evolutieproces doorgemaakt en kunnen —in tegenstelling tot machines – dingen leren die niet zijn voorgeprogrammeerd in hun natuurlijke selectie.

Bewustzijn, intenties, redenerend vermogen, empathie, verbeeldingskracht, moraliteit en intuïtie zijn eigenschappen die computers niet bezitten. Deze zijn belangrijk, niet voor onze menselijke ego's, maar voor onze samenwerking met kunstmatige intelligentie. Zo kunnen computers op bovenmenselijk niveau schaken en Go spelen, maar komen ze qua vermogen om intuïtief hun omgeving te begrijpen niet eens in de buurt van een peuter.

Cognitiewetenschapper en AI-onderzoeker Josh Tenenbaum laat dat zien aan de hand van het inmiddels klassieke experiment van Michael Tomasello, met een jongetje van anderhalf dat toekijkt terwijl een man met een stapel papieren naar een gesloten kast loopt. De man botst tegen de kast, doet een paar stappen terug en botst wederom tegen de kast. Vervolgens loopt het jongetje naar de kast en opent de deuren zodat de man zijn stapel papieren kan opbergen. Het jongetje weet precies wat hij moet doen, ondanks dat hij de situatie nog nooit eerder heeft gezien. Dat komt omdat hij de intentie van de man en de functie van de kast begrijpt.

Tenenbaum gebruikt het voorbeeld om te laten zien dat kinderen op jonge leeftijd een vorm van intelligentie bezitten die robots missen. Robots krijgen informatie aangeboden: 'dit is een hond, dat niet', en leren gaandeweg waar ze op moeten letten en hoe ze kenmerken moeten wegen. Gemiddeld hebben ze daar een paar duizend voorbeelden voor nodig. Maar als ouders hun kind willen leren wat een hond is, hoeven ze niet een paar duizend keer te zeggen 'dit is een hond'.

Mensen leren dus anders dan computers en bezitten andere soorten intelligentie. Robots kunnen indrukwekkende dingen doen omdat ze meer rekenkracht hebben gekregen, meer in verbinding staan met elkaar en meer data tot hun beschikking hebben. Ze zijn bovenmatig intelligent op het gebied van patroonherkenning, maar daarmee omvat je slechts een klein onderdeel van intelligentie. Intelligentie gaat ook over verklaren en begrijpen wat je ziet en vormgeven aan je omgeving vanuit ervaringen, intenties en idealen. Tenenbaum wijst erop dat kunstmatige intelligentie de wereld niet zo flexibel en diep modelleert als mensen dat kunnen.

Het gevaar van kunstmatige intelligentie is dan ook niet dat er een superintelligentie ontstaat die ons vervangt. Het gevaar is dat wij ons denkvermogen uitbesteden aan machines die onze ambigue mensenwereld niet begrijpen, en vergeten te investeren in machine learning én human learning. Daarvoor moeten we onze menselijke intelligentie leren herkennen en oog krijgen voor de manier waarop hedendaagse technologieën onze intelligentie veranderen.

Wiskundige en AI onderzoeker Noriko Arai waarschuwt dan ook dat we niet moeten vrezen voor mensachtige robots, maar voor robotische mensen. Mensen zijn tegenwoordig goed in het oppervlakkig opnemen en selecteren van informatie, maar niet in het analyseren en begrijpen van informatie. Volgens Arai komt dat door zoekmachines en apps die informatie en producten aanbieden aansluitend bij onze profielen: 'AI is gebaseerd op 'digital ad optimization'. Je bent slechts aan het kiezen en verwerkt geen kennis. Als je alleen maar kunt kiezen uit statistisch vastgestelde opties, kun je niet meer overwegen of nadenken en alleen nog maar A of B kiezen.'

'Digital ad optimization' is de drijfveer van de tech-industrie om zoveel mogelijk frictie te elimineren. Niets mag onze clicks in de weg staan, anders hebben techbedrijven geen reclame-inkomsten en grondstoffen om hun kunstmatige intelligentie te trainen. Daar komt weinig human learning bij kijken. Zo weinig dat ouders in Silicon Valley hun eigen kinderen uit alle macht weghouden bij de verslavende apparaten die ze zelf ontwikkelden.

Terwijl zij hun kinderen naar anti-tech scholen sturen waar 'real-life ervaringen' centraal staan, komen er steeds meer apps die onze real-life ervaringen zo frictieloos mogelijk maken. Een voorbeeld is GottaGo, een app waarmee je een bericht op je telefoon kunt instellen die je vervolgens activeert wanneer je uit een ongemakkelijke situatie wilt vluchten. Maar valt er voor mensen wel iets te leren in een omgeving zonder frictie? Ongemakkelijke situaties dragen juist bij aan onze ontwikkeling.

Voor sommigen is een gesprek bij de kapper een climax van ongemak. De digitale assistent van Google maakt moeiteloos een afspraak bij de kapper, maar daarna ben je aangewezen op je eigen gespreksvaardigheden. Gelukkig wordt er gewerkt aan een voice-assistent die het kappersgesprek kan overnemen. Heb je even geen behoefte aan sociale frictie? Zet je assistent aan!

Het is één van de kunstwerken waarmee medialab SETUP onderzoekt hoe mensen en machines wel en niet moeten versmelten. De mens vormt zichzelf en haar omgeving al eeuwen met technologie, maar de manier waarop we dat doen kent uiteenlopende gedaanten en verandert door de jaren heen.

Zo beschrijft Shoshana Zuboff in haar boek The Age of Surveillance Capitalism hoe onze hedendaagse versmelting met technologie, vooral een versmelting is met het verdienmodel achter onze technologieën. Onze gedragingen worden op megalomane schaal gesurveilleerd, gekwantificeerd, bijgestuurd en vermarkt zonder ons daarvan bewust te zijn. Volgens Zuboff worden niet alleen onze informatiestromen geautomatiseerd, maar ook wijzelf.

Hoe dat in de praktijk uitpakt, zien we in de VPRO-documentaire Follow Me over de wereld achter Instagram. Bij het produceren van content gaat het om één ding: zoveel mogelijk likes en volgers binnenhalen. Bijvoorbeeld door het kraken van het Instagram-algoritme of het inhuren van human made bots. Dat zijn menselijke robots die tegen betaling geloofwaardige comments schrijven. Zo zien we moeders die tussen het spelen met de kinderen door fulltime comments typen.

Het robotische geklik en gecomment, en de algoritmische dwangbuis die ons gedrag stuurbaar maakt, laten zien dat machines niet alleen menselijker worden gemaakt, maar dat mensen ook meer op machines gaan lijken. Dat doet afbreuk aan onze complementaire kwaliteiten.

Hoe moeten mens en machine dan wel versmelten? Een voorbeeld is debatcomputer Debater die vanuit een samenwerkingsideaal is ontwikkeld: gevoed met argumenten, laat de computer ons meerdere standpunten over een onderwerp zien. Mensen en machines hoeven dus geen concurrenten te zijn. Dat kun je ook ervaren in deze pottenbakrobot-experience, geïnspireerd op de romantische pottenbak-scène uit de film Ghost. Waarom zouden robots ons moeten 'inhalen', 'verslaan' of 'vervangen' als we er ook mee kunnen smeltkroezen?