Te lang duurde het, een jaar dat velen liever hadden overgeslagen. Maar 2020 is meer dan corona en mondkapjes. Genoeg om op terug te kijken. We vroegen denkers om een brief te schrijven aan het jaar dat (bijna) achter ons ligt. Deze keer storyteller en documentairemaker Emma Lesuis.

Lief kind uit 2020,

Ik voel je bonken in mijn buik en mijn darmen opzij schuiven (waar je vader vooral last van heeft). Je bent ontstaan in het jaar dat de boeken in zal gaan als het jaar van de verandering. Het corona-jaar. Een waar we met de kiezen op elkaar aan zullen terugdenken, toen de borrelnootjes van tafel gingen en de dropjes op de toonbank bij de drogisterij verdwenen. Het jaar dat we huidhonger leerden kennen. En de anderhalvemetersamenleving het nieuwe normaal werd. Misschien zal je ooit vragen hoe het was, dat ene jaar met dat mooie getal waar altijd over gezwegen wordt. Ik zal je vertellen hoe ik, je moesje, het beleefd heb.

Het was januari toen je vader een ring om mijn vinger schoof, een spelletje dat we vaker hadden gespeeld, en daarmee beloofde hij dat 2020 het mooiste jaar zou worden. Ons jaar. Beter dan het vorige. Niet veel later begonnen sprinkhanenplagen in Afrika en op een astrologie-website las ik dat de planeten Jupiter en Saturnus over elkaar heen zouden schuiven: onrust was wat ons te wachten stond. Je vader dacht zoals vaker dat het aan hem lag. 'Hebben wij weer,' zei hij met zijn handen in de lucht.

Het is alsof corona ons een lesje leert en we door het virus genoodzaakt zijn op zoek te gaan naar een nieuwe, gezondere balans.

Al snel viel een deken van angst over de wereld voor een onbekend virus that was about to eat us. China. Italië. Groot-Brittannië. Met zijn allen keken we naar boven en zagen die donkere wolk ons nuchtere kikkerlandje naderen. 'Hebben wij weer,' zeiden we in koor en snel hamsterden we wc-papier. Ik herinner me de paniek in maart toen we onze bovenbuurjongen hoorde hoesten. Ik herinner me een ruzie in de supermarkt omdat de een geen afstand hield volgens de ander. Ik herinner me een vrouw op straat die even niet oplette en uit reflex gilde toen ze bijna tegen me aan liep. De angst voor een onbekend virus maakte plaats voor angst voor elkaar. Ken jij iemand die...? Onze sterfelijke lichamen zaten ons in de weg.

Het land ging op slot en terwijl de een het uitgierde tijdens online-borrels, kroop de ander weg als Gollem van Lord of the Rings in de hoek der eenzaamheid. Een vriendin die besmet was stelde haar testament op, een vriend liet zich noodgedwongen opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis omdat zijn angsten het overnamen. Want de nieuwsberichten logen er niet om: ook jonge, gezonde mensen belandden op de IC. En terwijl mijn zzp-opdrachten als dominosteentjes omvielen, zag ik op social media collega's in allerijl zichzelf op de markt gooien voordat ze de Tozo aanvroegen. Iedereen deed plots aan livestreams, theaterstukken werden online in de uitverkoop gedaan en de liederen van Italië over de balustrades bereikten ons hier. Kunst doet! Kunst moet! Tegelijkertijd probeerden activisten van allerlei; boer, klimaat, BLM, anti-roken enz, hun utopische werkelijkheid erdoorheen te drukken. 'Niet terug naar het oude normaal!' werd er geroepen. Ik gaf likes.

In oktober, toen we waren uitgeklapt voor zorgmedewerkers, kreeg ik een belletje van Hajar van de GGD die me vertelde dat ikzelf covid-19 had opgelopen. Ze bracht het alsof ik iets had gewonnen dan wel verloren. 'Had je het verwacht?' vroeg ze. Ik had geen last van mijn longen, geen keelpijn, moest in de eerste plaats niet hoesten. Het kon toch niet anders dan dat het een griepje was? De weersomslag? 'Weet je ook van wie je het zou kunnen hebben gekregen?' Het was alsof ik besmet was met een soa en ik moest uitpluizen wat ik nu weer had uitgespookt. Van de markt? Van die vriend? Van mijn lief? Hajar zei dat ze geen contactonderzoek zou doen, het was te druk. Bovendien woonde ik in 'de brandhaard'. Amsterdam was toch niet meer te redden.

Emma Lesuis

Dan kwam het pijnlijkste moment: ik moest iedereen met wie ik in contact was geweest op de hoogte brengen. Het schuldgevoel knaagde meer dan het ziek zijn. Was ik onverantwoord geweest? Had ik iemand aangestoken? Ik dacht aan de vrienden bij wie we eerder die week waren gaan eten en waarvan de vader uitgezaaide kankercellen had. Ook was ik op bezoek bij mijn ouders geweest en had ik mijn dierbare vriendin naar het ziekenhuis gebracht, een dag voordat ik koorts kreeg. Als zij verschijnselen zou krijgen, zou ze twee weken niet bij haar ernstig zieke baby mogen. Tijd die er niet was. Ik kroop onder de dekens en hoopte met heel mijn hart dat het virus haar niet had gehapt of dat ze ervan verdacht zou worden door een onschuldige snottebel. Ik dacht aan het nieuws van moedermelk dat als medicijn zou worden ingezet. Nieuws dat hoopvol was. Ik viel in slaap.

In de tijd dat het virus zich in mij nestelde heb ik tig keer 'meningitis symptomen' en 'gevolgen corona' gegoogled en wilde ik weten of ik in aanmerking kwam voor een nieuw hersenonderzoek. Een gigantische hoofdpijn vrat me op en dan pestte jij me ook nog, klein dondersteentje. Aan Hajar vroeg ik of covid-19 kwaad kon voor jou. Hajar dacht van niet. Maar ach, wat kon zij, een uitzendkracht die was opgeroepen in crisistijd, ook weten. Ik bedankte haar en dacht terug aan het moment dat ik een spannende echo had. Daar stond ik met zenuwen in het ziekenhuis en tegenover me een empathische arts die me op fluistertoon meedeelde dat je vader helaas niet mee mocht naar de echo. Ik keek rond in de lege wachtkamer. 'Maar er is niemand,' zei ik tegen haar. Niemand, nee, maar er kon wel iets zijn. De woorden 'protocol' en 'sorry' vielen en dat was dat.

Het jaar kende door het virus een opeenstapeling van teleurstellingen. Van faillissement tot overlijden, het uitstellen van een operatie tot het niet zien van je oma. Hoe groot of klein, de een z'n verdriet was niet te vergelijken met dat van een ander. De premier vatte het raak samen in zijn speech vanuit het Torentje: het was een jaar dat in teken stond van rouw, verlies en verdriet. En of je nu een Tesla rijdt of naar de voedselbank gaat: het virus zette ons allen in hetzelfde schuitje. Wel liet het jaar extra zien hoe scheef de verhoudingen in onze samenleving zijn en in de toekomst zullen worden. De gestoorde huizenmarkt. De eenzaamheidsproblematiek. Op de achtergrond de kreten uit Moria. Maar die bleven grotendeels onbeantwoord, we hadden genoeg aan ons eigen.

Het is alsof corona ons een lesje leert en we door het virus genoodzaakt zijn op zoek te gaan naar een nieuwe, gezondere balans. Tussen mens en natuur. Tussen dier en mens. Tussen lichaam en geest. In de Afrikaanse filosofie, zegt de Nigeriaanse filosofe Sophie Oluwole, zijn we allemaal, mens, dier, natuur, met elkaar verbonden en staat het wij voorop. 'Je hebt geen kop zonder munt, geen berg zonder dal, we hebben elkaar nodig' zei Oluwole nog voordat ze overleed in 2018. Heel anders dan in de Westerse filosofie waarin het ik centraal staat: ik denk, dus ik besta van Descartes dat al decennialang de boventoon voert. Oluwole kijkt waarschijnlijk vanaf haar wolk naar beneden en schudt haar hoofd. 'Ik zei het jullie toch.'

Desalniettemin bracht 2020 ons een hoop uit onverwachte hoek en werd het daardoor een onvergetelijk jaar, een van verbinding en bezinning. Wie waren echte vrienden? Waarom doe je het werk dat je doet? Een jaar waarin er plotseling ruimte ontstond en de kaarten opnieuw werden geschud. Dus aan de vooravond van kerst, toen Jupiter en Saturnus een dubbelplaneet vormden, besloten je vader en ik om alsnog ouderwets in de echt te treden. Juist nu, in the heart of darkness, wilden we wettelijk vastleggen dat we zorg voor elkaar zouden dragen. Een spreekwoord over zelf de slingers ophangen popte op. Je vader deed weer zijn handjes in de lucht, zo blij dat hij zich niet over een gastenlijst hoefde te buigen. Onze ouders waren er getuige van − meer waren niet toegestaan noch verantwoord − en jij was er ook een beetje bij. We aten taart. Heel veel taart. Pinkten traantjes weg. Staken sterretjes op. Daarna luisterden we het nummer Rollercoaster van Danny Vera en keken we samen reikhalzend uit naar 2021, het jaar waarin jij en vele corona-baby's geboren zullen worden. Het jaar van licht en hoop en samenzijn. Waarin we op zoek gaan naar een nieuwe balans.

Blijf voorlopig nog maar even in lockdown, lief kind, pas als de vogels en de vlinders en de bijen je komen halen, het vaccin is toegediend en we allemaal ontwaken, mag jij eruit. Dan is het hoog tijd voor een nieuw begin.

Liefs,

Je moedertje