'Perspectief' is het woord van deze tijd. We snakken ernaar, maar krijgen het maar niet. Niemand weet immers wanneer we dit virus eronder krijgen, laat staan hoe de wereld er dan uitziet. Ons leven staat op pauze. Leuk is dat niet. Maar laten we het grotere plaatje niet uit oog verliezen, want terwijl onze privélevens grotendeels on hold staan, lijkt er in het collectieve bewustzijn van alles in beweging te zijn gekomen.


Ja, inderdaad, dat zijn niet allemaal positieve zaken. Er is angst, depressie, boosheid, protest, polarisatie en complotdenken, ook neemt wereldwijd de ongelijkheid en armoede toe. Maar tussen de vele negatieve signalen zijn er ook hoopgevende, diepere seismische veranderingen in onze samenlevingen.

Ik bespreek er drie.

Signaal 1: we leren weer sociologisch denken

Afgelopen decennia was het tijdperk van de psychologie. Via populaire cultuur, zelfhulpboeken en het dominante adagium 'wees jezelf' leerden we collectief naar onszelf te kijken door een individuele lens. Politici hamerden daarbij op onze autonomie, zelfredzaamheid en 'eigen kracht', de samenleving was in feite een 'optelsom van individuen'. Het onbehagen over dit doorgeslagen hyper-individualisme nam de afgelopen jaren steeds meer toe. Tegelijk waren er ook pleidooien (hier en hier) te lezen voor de herwaardering van de sociologische verbeelding. Dat wil zeggen: de capaciteit om verbanden te zien tussen het leven van individuen en de historisch-maatschappelijke context waarin ze leven.

Tussen de vele negatieve signalen zijn er ook hoopgevende, diepere seismische veranderingen in onze samenlevingen.

'Corona confronteert ons er mee dat 'geen mens een eiland' is', schrijft Floor Rusman in een column in NRC. 'Terwijl het stiller wordt om mij heen, zijn de mensen met wie ik dit land deel juist nadrukkelijk aanwezig. Ze beperken mij, of ik hen – ze zitten met draadjes aan mij vast. Als studenten blijven feesten, kan ik straks geen kerstdiner geven. Als arbeidsmigranten op elkaars lip zitten, moet ik blijven thuiswerken. En andersom: als ik te veel mensen in mijn huis uitnodig, ligt er straks iemand extra op de IC.' Uiteindelijk komt ze tot de conclusie dat corona ons het 'privilege om elkaar te negeren' heeft afgepakt. En dat is beklemmend, maar tegelijk een welkome ontwikkeling in een samenleving die grotendeels verleerd is om als 'samen-leving' te denken.

Signaal 2: de staat is terug van weggeweest

In het verlengde van de heropleving van de sociologische verbeelding lijkt er ook een grote ideologische verschuiving plaats te vinden in het denken over de rol van de staat in het oplossen van de grote problemen, zoals corona en de klimaatcrisis. Het idee dat de markt het wel oplost, heeft aan overtuigingskracht ingeboet. Op de jaarvergadering van het IMF, traditioneel bewaker van de economische orthodoxie, werd een ideologische wending verdedigd: de staat moet (weer) het voortouw nemen in de strijd tegen corona- en klimaatcrisis. Als regulator, maar ook als investeerder. Overheidsbemoeienis was bij het IMF altijd een vies woord, maar dat is niet langer zo, ziet economisch commentator Maarten Schinkel.

Deze verschuiving was al langer in aantocht. Na de financiële crisis van 2008 zwol de kritiek al aan over de dominante neoliberale politiek van bezuinigen, dereguleren en privatiseren. Ook kwam er langzaam een revival op gang van het 'keynesianisme', een economische theorie waarbij de staat een veel grotere rol krijgt toebedeeld in het (financieel) aanjagen van de economische ontwikkeling. Econoom Mariana Mazzucato spreekt al jaren over de 'ondernemende staat': een overheid die innovatie actief bevordert in het bedrijfsleven, en grootse doelen ofwel moonshots stelt om problemen als klimaatverandering, vergrijzing en armoede aan te pakken. Mazzucato laat in haar werk overtuigend zien dat dit in het verleden tot allerlei belangwekkende ontwikkelingen heeft geleid. Denk aan het internet, de ontwikkeling van geneesmiddelen, biotechnologie, en algoritmes. Zonder grootschalige overheidsinvestering waren die er nooit geweest.

De Belgische journalist John Vandaele observeert voor Mondiaal Nieuws (MO) dat de huidige mondiale politieke ontwikkeling er nu echt op duidt dat 'het neoliberalisme dood is'. Dit zou wel eens gunstig kunnen uitpakken voor onze strijd tegen de destructieve klimaatverandering. Nu is het neoliberalisme wel vaker doodverklaard, maar het feit dat een conservatief instituut als het IMF nu ook deze kant op beweegt is wel een teken aan de wand. Vandaele schrijft:

'Waar het hier ten gronde om gaat, is dat er eindelijk een doorbraak is voor een idee dat eigenlijk voor de hand ligt: de klimaatcrisis of ongelijkheid zijn zaken die je niet echt kan aanpakken zonder een actieve overheid.'

Deze 'doorbraak' moest natuurlijk sowieso plaatsvinden, maar had zonder corona hoogstwaarschijnlijk nog wel even op zich laten wachten. En daar hebben we simpelweg geen tijd meer voor, de klimaatcrisis wacht op niemand. 'De ramp van de coronapandemie maakt de klimaatinvesteringen eigenlijk nog vanzelfsprekender: ze zorgen voor banen in coronatijden van werkloosheid en inkomensverlies", aldus Vandaele. Dit vinden ook drie grote Nederlandse planbureaus in Nederland. Eerder deze maand riepen zij het kabinet op om bij de aanpak van de coronacrisis niet alleen naar de economie en de volksgezondheid te kijken, maar ook te investeren in oplossingen voor de groeiende sociale kloof en in maatregelen tegen de klimaatverandering. Onze overheid is nu aan zet.

Signaal 3: het klimaat staat nog steeds hoog op de wereldwijde agenda

De angst bij veel klimaatactivisten was dat de pandemie de toegenomen zorgen rondom het klimaat van de afgelopen twee jaar weer ongedaan zouden maken, maar dat lijkt niet het geval. Uit een recente peiling van Pew Research Center, uitgevoerd tussen juni en augustus dit jaar, blijkt dat gemiddeld 70 procent van de respondenten in 14 landen (waaronder Nederland) klimaatverandering als een grote bedreiging voor hun land bestempelen, terwijl 69 procent evenveel zorgen uitte over de verspreiding van infectieziekten. Dit correspondeert met eerdere peilingen in Nederland, zoals hier en hier, waaruit blijkt dat veel burgers de coronacrisis zien als kans om het land te verduurzamen.

Lege straten tijdens de lockdown in New York

Op het wereldtoneel is er ondertussen ook iets interessants aan het gebeuren: een groeiende groep grote economieën scherpt zijn klimaatdoelen aan. Het begon vorige maand met China, de grootste uitstoter van broeikasgassen ter wereld, die iedereen verraste met de aankondiging tegen 2060 klimaatneutraal te willen zijn. De EU, Groot-Brittannië en Zuid-Korea gingen vorig jaar al voor met de belofte om te streven naar een netto nuluitstoot in 2050. Onlangs voegde ook de derde grootste economie ter wereld, Japan, zich daarbij. Als Biden de presidentsverkiezingen in Amerika wint, zal ook deze grootmacht zich naar alle verwachting voegen bij de club (als hij niet wint, hebben we wel een serieus probleem).

Woorden zijn nog geen daden. Toch moet de geopolitieke betekenis van deze voornemens niet worden onderschat. 'The great powers have taken big steps to fight global warming. Now attention turns to the rest of the world', schreef de Britse historicus Adam Tooze in Foreign Policy. Dan zou de tot 2021 uitgestelde VN-klimaattop in Glasgow van dit jaar zomaar eens veel gunstiger kunnen uitpakken. Klimaatwetenschapper Pieter Boussemaere zegt: 'Deze landen staan samen in voor ongeveer 55 procent van de globale uitstoot van broeikasgassen. Bovendien leggen hun voornemens een grote druk op landen als Brazilië, India, Rusland en Australië, om volgend jaar in Glasgow met gelijkaardige beloftes te komen.'

Begrijp mij niet verkeerd: 2020 is geen mooi jaar. Maar hopelijk wel een kanteljaar. We weten al langer dat verandering noodzakelijk is. De groeiende ongelijkheid, een disfunctionerende huizenmarkt, financiële bestaansonzekerheid, het gebrek aan gemeenschapsgevoel, de penibele staat van de publieke sector, en last but not least, de snelle achteruitgang van onze leefomgeving: het was er allemaal al, maar we bleven aanmodderden. Verandering is moeilijk, gewoonten hardnekkig. Corona heeft dit alles op scherp gezet.

We zoeken perspectief. We willen weten wanneer we weer gewoon kunnen leven. Maar het punt is: niemand weet wanneer dit kan. Misschien moeten we daarom ons verlangen naar perspectief op iets anders, veel groters proberen te richten:  een betere, eerlijkere en duurzamere wereld die uit deze ellende zou kunnen voortkomen. 'The pandemic is a portal', schreef de Indiase schrijver Arundhati Roy eerder dit jaar. 'We can choose to walk through it, dragging the carcasses of our prejudice and hatred, our avarice, our data banks and dead ideas, our dead rivers and smoky skies behind us. Or we can walk through lightly, with little luggage, ready to imagine another world. And ready to fight for it.'