In aanmerking genomen dat we leven in een maatschappij die zo gericht is op het vinden van geluk, zijn we er opvallend slecht in.

Een van de meest bekende algemene bevindingen van de 'wetenschap van geluk' is de ontdekking dat talloze voordelen van het moderne leven weinig succes hebben gehad in het verbeteren van onze collectieve stemming. De ongemakkelijke waarheid is dat toenemende economische groei niet noodzakelijk zorgt voor een gelukkigere maatschappij, net zoals groei in persoonlijk inkomen, boven een bepaald basisniveau, niet voor gelukkigere mensen zorgt. En beter onderwijs of meer keuze in consumentenproducten doen dat evenmin. Grotere en chiquere huizen niet; in plaats daarvan geven deze vooral meer ruimte om je somber in te voelen.

Wellicht is het niet nodig om te vertellen dat zelfhulpboeken, de moderne apotheose van de zoektocht naar geluk, ook vallen onder de dingen die er niet in slagen ons gelukkig te maken. Voor de goede orde: onderzoek laat inderdaad zien dat ze zelden écht hulp bieden. Dit is waarom sommige uitgevers van zelfhulpboeken onderling spreken over de 'achttien-maanden regel': het is het meest waarschijnlijk dat iemand die een zelhulpboek koopt, dit in de voorafgaande achttien maanden al eerder heeft gedaan – een boek dat duidelijk niet alle problemen heeft opgelost.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Foto: Amy Chandra.

Als je met een objectieve blik naar de planken met zelfhulpboeken kijkt, is dit niet geheel verrassend. Dat we verlangen naar compacte oplossingen in boekformaat voor het probleem van het mens-zijn is begrijpelijk, maar zodra je deze boeken ontdoet van alle opsmuk, kom je tot de ontdekking dat de boodschappen van deze werken vaak banaal zijn.

Zo wordt in The 7 Habits of Highly Effective People verteld dat je moet beslissen wat het belangrijkste is in je leven en dat je dat dan moet doen; in How to Make Friends and Influence People wordt duidelijk gemaakt dat het beter is om aardig te zijn dan onaangenaam en dat je de voornamen van mensen veel moet gebruiken. Een van de meest succesvolle managementboeken van de afgelopen jaren,Vis!, heeft als doel om geluk en productiviteit op de werkvloer te bevorderen en geeft de tip kleine speelgoedvissen uit te delen aan de werknemers die het hardste werken.

Wanneer de boodschap meer wordt toegespitst, dan doen de zelfhulpgoeroes vaak beweringen die niet ondersteund worden door al te veel degelijk onderzoek. Zo wordt in meerdere goede onderzoeken bijvoorbeeld aangetoond dat het ventileren van je woede er niet voor zorgt dat het verdwijnt en dat het visualiseren van je doelen het niet gemakkelijker maakt deze te bereiken.

En wat je ook denkt over de peilingen van nationaal geluk per land, die regelmatig verschijnen, het is opmerkelijk dat de 'gelukkigste' landen nooit die landen zijn die de meeste zelfhulpboeken verkopen, noch de landen waarin professionele psychotherapeuten het meest bezocht worden. Het bestaan van een succesvolle 'geluksindustrie' is duidelijk niet genoeg om nationaal geluk voort te brengen en het is niet onredelijk te vermoeden dat het de dingen zelfs erger maakt.

Toch is de ineffectiviteit van deze moderne strategieën om gelukkig te worden eigenlijk maar een klein onderdeel van het probleem. Er zijn goede redenen om te geloven dat het hele idee van 'zoeken naar geluk' om te beginnen al problematisch is. Want: wie zegt dat geluk op zich een degelijk doel is? In religies is er nooit zoveel nadruk op gelegd, en filosofen zijn zeker ook niet unaniem geweest in het onderschrijven ervan. En elke evolutionaire psycholoog kan je vertellen dat de evolutie weinig interesse heeft in jouw geluk, zolang je je maar niet zo ellendig en lusteloos voelt dat je je niet meer wilt voortplanten.

Maar is er een derde optie, naast aan de ene kant, de ijdele pogingen om advies op te volgen dat niet werkt en, aan de andere kant, het maar gewoon op te geven? Na meerdere jaren waarin ik als journalist had geschreven over psychologie, besefte ik uiteindelijk dat die er misschien wel was. Ik begon in te zien dat er iets was wat al de ideeën over dit onderwerp van psychologen, filosofen – en zelfs af en toe van een zelf- hulpgoeroe – die echt ergens op slaan bij elkaar bracht.

De verrassende conclusie waartoe deze denkers op verschillende manieren kwamen was het volgende: de inspanning om te proberen ons gelukkig te voelen is precies datgene wat ons juist ellendig doet voelen. Onze constante pogingen om het negatieve te elimineren – onveiligheid, onzekerheid, mislukking en verdriet – zorgen ervoor dat we ons zo onveilig, bang, onzeker en ongelukkig voelen.

Toch vonden deze psychologen, filosofen en zelfs die enkele zelfhulpgoeroe dit geen depressieve gedachte. In plaats daarvan betoogden ze dat het ons wijst op een alternatieve benaderingswijze, een 'negatief pad' naar geluk. Dit gaat samen met een radicaal andere houding ten opzichte van de dingen die we het grootste deel van ons leven proberen te vermijden. Het vraagt dat we leren genieten van onzekerheid, onveiligheid gaan omarmen, dat we stoppen met proberen positief te denken, vertrouwd raken met mislukking en zelfs de dood leren waarderen.

Kortom, al deze mensen lijken te suggereren dat om echt gelukkig te zijn we juist meer negatieve emoties moeten ervaren – of dat we in ieder geval moeten leren niet zo ongelooflijk hard van ze weg proberen te rennen. Dit is een verbijsterend inzicht dat niet alleen vraagtekens zet bij de methodes waarmee we geluk proberen te bereiken, maar ook bij onze aannames over wat 'geluk' echt betekent.

Wellicht is de meest heldere metafoor voor deze rare filosofie een klein kinderspeeltje dat de 'Chinese vingerval' heet (al komt het waarschijnlijk oorspronkelijk helemaal niet uit China). Op het bureau in zijn kantoor aan de Universiteit van Nevada heeft de psycholoog Steven Hayes (1948), een uitgesproken criticus van het contraproductief positieve denken, er een hele doos van liggen, die hij gebruikt om zijn argumenten te illustreren. De 'val' is een buisje van gevlochten bamboe met aan elk uiteinde een opening die ongeveer zo groot is als een menselijke vinger.

Tekst loopt door onder de video.

Het naïeve slachtoffer wordt gevraagd om zijn wijsvingers in beide kanten van het buisje te stoppen en zit dan vast in de val. In reactie op pogingen zijn vingers eruit te trekken worden de openingen aan beide kanten nauwer. Hoe harder hij zijn vingers uit elkaar trekt, hoe meer hij vast komt te zitten. Het is pas wanneer hij zijn pogingen om te ontsnappen staakt en zijn vingers verder de val in drukt dat hij de uiteinde van de val wijder kan maken, waarop die loslaat en hij vrij is.

Bij de Chinese vingerval, zo observeert Hayes, werkt het doen van dat wat logisch lijkt averechts. Zo is het ook met het pad naar geluk. Om het negatieve pad naar geluk te volgen, moeten we juist geen geluk najagen, maar moeten we dat doen wat onlogisch lijkt.