Hoe houden we de aarde leefbaar voor onze kinderen? Een antwoord op die vraag zoekt schrijver en socioloog Ruben Jacobs in zijn nieuwste boek: De Eeuw van Felix. Een verhaal over hoop houden in een steeds onzekerdere en instabiele wereld: 'Tijdens de hete en de droogste zomer van de afgelopen drie eeuwen was mijn vriendin hoogzwanger. Toen werd de klimaatcrisis persoonlijk.'


'Spinnenweb?' vraagt Felix, als hij samen met Ruben in de achtertuin zit. Hij wijst naar het witte spinsel, dat als kleine zakjes tussen de bladeren en takken van de oude appelboom hangt. Zijn vader schudt het hoofd, maar kan niet vertellen wat het dan wél is. Hij maakt zich zorgen over de boom, die al bij de eerste bezichtiging van het huis in het oog sprong. Hij vreest voor de eerste appeloogst, die hij had willen verwerken tot cider. Het is maar de vraag of er überhaupt appels zullen komen, nu honderden rupsen hun intrek hebben genomen in de boom.

Deze op het eerste oog triviale anekdote vertelt Jacobs in het laatste deel van zijn boek De Eeuw van Felix, waarin hij zich afvraagt hoe we de planeet leefbaar houden voor onze kinderen. Een persoonlijke zoektocht langs klimaatdenkers en -initiatieven over de hele wereld, maar ook dus in eigen achtertuin. Het idee voor het boek ontstaat tijdens de hete en droge zomer van 2018. 'Ik maakte me al langer zorgen om de klimaatcrisis, maar toen ik samen met mijn hoogzwangere vriendin na een vakantie terug naar huis reed en het dorre, gele landschap aan ons voorbij zag gaan, werd het persoonlijk.' En die appelboom? Het blijkt spinselmot te zijn: veelvoorkomend, vervelend, maar weinig schadelijk.

Waarom heb je ervoor gekozen om zo'n persoonlijk verhaal te schrijven over de klimaatcrisis?

'Ik heb veel geworsteld met de toon van het boek. Als het om dit onderwerp gaat, wordt het al gauw activistisch. Je wilt mensen wakker schudden. En ik heb wel ideeën welke kant het op moet en welke keuzes we zouden moeten maken, maar ik heb ook mijn twijfels. Ik zie hoe complex de wereld is en hoe afhankelijk we nog zijn van fossiele brandstoffen. Ik wilde mijn eigen worsteling inzichtelijk maken, zodat dat anderen kan helpen hun eigen weg te vinden. En die weg zoek ik zelf ook, want ik zie hoe de wereld waarin Felix moet opgroeien langzaam uit elkaar valt en steeds minder leefbaar wordt.'

Als dingen te makkelijk worden en je er geen moeite meer voor hoeft te doen, verdwijnt ook de betrokkenheid op die zaken.

En we moeten inmiddels constateren dat dat niet alleen is vanwege de klimaatcrisis.

'Ik moet de laatste tijd vaak denken aan een boek van de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig. In De Wereld van Gisteren beschrijft hij het einde van het Habsburgse Rijk, de tijd waarin zijn ouders en deels ook hijzelf opgroeide en die hij 'de gouden eeuw van de zekerheid' noemt. Daarna kwamen de oorlogen. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werd mijn eigen vader geboren, opnieuw in een relatief stabiele tijd, met voorspoed en welvaartsstijging voor mensen in het Westen. Nu lijkt de slinger weer de andere kant op te slaan en komen er onzekere tijden aan. We hebben dat gezien met de pandemie en nu met de oorlog in Oekraïne.'

Zijn we te afhankelijk geworden van de wereldwijde economie?

'In de afgelopen decennia hebben we heel veel uitbesteed aan de globale economie. Mensen zijn consumenten geworden. Ook ik. Ik bedoel, wat kan ik nog? Ik ben niet in staat om iets te produceren, bijvoorbeeld mijn eigen voedsel. Hoe afhankelijk we zijn, merkten we tijdens de pandemie, toen fabrieken stil kwamen te liggen. Oekraïne is de graanschuur van de wereld en door de oorlog dreigen er problemen met de graanbevoorrading in bijvoorbeeld Afrika. Nu moeten we niet alles binnen de eigen landsgrenzen gaan willen doen, dat kan helemaal niet, maar ik denk wel dat het verstandig is om te bekijken wat wél op lokaal of regionaal niveau kan. Dat maakt ons niet alleen minder kwetsbaar voor schokken op de wereldmarkt, het is ook een meer duurzame keuze.'

Dat doet denken aan de oorlogstuinen waar je ook over schrijft.

'Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog ontstonden in de Verenigde Staten, Canada en sommige Europese landen zogenoemde oorlogstuinen of victory gardens. Omdat de oorlog een groot beslag legde op de voedselproductie, er moest simpelweg veel eten naar het front, werden burgers opgeroepen om hun eigen voedsel te verbouwen, in hun tuin, in perkjes en parken. Dat zorgde niet alleen voor voedsel, maar het deed ook wat met de moraal van mensen. Het idee ontstond dat de oorlog niet alleen aan het front gewonnen werd, maar ook thuis, in de eigen tuin. Die geschiedenis is een beetje in de vergetelheid geraakt, maar ik denk dat het mooi laat zien hoe mensen zich staande kunnen houden in tijden van enorme onzekerheid en instabiliteit.'

Ook omdat zo'n tuin een sociale functie heeft?

'Het draagt bij aan verbinding met de natuur en gemeenschapszin. Dan moet je niet denken dat als iedereen in zijn tuin aan de slag gaat, we er dan zijn. Er zal ook landbouw nodig blijven om mensen te voeden. Maar als je een klein deel van jouw dagelijkse voedselvoorziening uit de economie kunt halen door het zelf te verbouwen, dan geeft dat een gevoel van controle.'

'Verbeter de wereld, begin in je tuin', zegt bioloog Dave Goulson, die je aanhaalt in het boek.

'We denken vaak aan grote natuurgebieden als het Amazone-regenwoud als we het over natuur hebben. Aan jungles ver bij ons vandaan. Goulson zegt dat die natuur heel dichtbij en overal is. Als je een tuin of een balkon hebt, dan kan daar behoorlijk veel natuur aanwezig zijn, van bodemdieren tot insecten. Als je er maar oog voor hebt. Zijn boek De Tuinjungle is een pleidooi om dicht bij huis bij te dragen aan biodiversiteit. Wat kun jij doen om ervoor te zorgen dat jouw tuin leven aantrekt?'

Is dat wat je bedoelt met ecologisch denken?

'Ecologisch denken gaat erom jezelf niet als een individu te zien, maar als onderdeel van een groter geheel, van een web of systeem van onderling afhankelijke organismen, die samen ervoor zorgen dat het geheel werkt. Met onze moderne manier van denken categoriseren en scheiden we zaken, terwijl je zou moeten leren om het geheel te bezien en jezelf te zien vanuit die onderlinge afhankelijkheden.'

Ruben Jacobs bij de appelboom in zijn achtertuin

'Dat begint in de tuin. Ik kan proberen de spinselmot in mijn appelboom te elimineren door er bestrijdingsmiddelen tegenaan te spuiten, maar ik kan me ook afvragen waarom die spinselmot daar in die boom is gekomen. Wat zegt dat over mijn tuin? En hoe kan ik proberen om de balans te herstellen? Dat vraagt om kennis van de natuur en om tijd, maar dat zal op de langere termijn meer opleveren dan een meer eendimensionale manier van denken.'

Je zegt ook dat we die frictie nodig hebben.

'We leven in een wereld waarin zaken zo makkelijk en frictieloos mogelijk gemaakt worden. Denk aan flitsbezorgers. Je hoeft maar op een knop te drukken en binnen tien minuten staat er iemand voor de deur met het voedsel waar je dan zin in hebt. Ik denk dat als dingen te makkelijk worden en je er geen moeite meer voor hoeft te doen, ook de betrokkenheid bij die zaken verdwijnt. Om het maar zo te zeggen: een beetje moeite doen, maakt het leven de moeite waard. Als iets lukt nadat je ervoor hebt moeten werken, is de voldoening groter, groeit je eigenwaarde. Het zorgt voor verdieping en zingeving.'

Dus heb je zelf al een oorlogstuin?

'We hebben de appelboom, een moestuinbak en een compostbak. Daarnaast gaan we proberen om wat druiven en ander fruit te verbouwen. Maar de tuin moet ook een plek zijn waar Felix kan spelen. We zijn wel lid geworden van een groentecollectief hier in het dorp, dat zijn groente bij boeren uit de omgeving haalt. Elke week kun je een bestelling plaatsen en eens in de zes weken helpen we bij het ophalen en sorteren van de groente. Zo kun je betaalbaar biologisch en lokaal eten. Daarnaast zorgt ook dit voor gemeenschapszin en zet je je met zo'n initiatief in voor het verduurzamen en korter maken van de voedselketen.'

Je schrijft veel over dit soort initiatieven in het boek.

'Je zou het gemeenschapslandbouw kunnen noemen, denk ik. Lenteland, Land van Ons, Aardpeer: het zijn allemaal initiatieven die de laatste jaren zijn opgekomen en die mensen de mogelijkheid geven om te investeren in landbouwgrond, waarmee dat weer gemeenschappelijk bezit wordt. Zo kun je natuurinclusief boeren, omdat de grond niet gezien wordt als een investering. Daarnaast heb je initiatieven als Herenboeren, waarbij mensen zich inkopen in een boerderij en in nauwe samenwerking met de boer overleggen hoe de boerderij op een duurzame manier gerund kan worden. Dat maakt het ook rendabel om duurzaam te boeren, want de markt maakt het voor boeren bijna onmogelijk om dat te doen.'

Zijn dit initiatieven waar jij hoop uit put?

'Voor mij is de grote les van het schrijven van dit boek dat je hoop op moet zoeken en samen met anderen creëert. Natuurlijk heeft de overheid een belangrijke rol, maar het is ook aan ons als burgers om binnen onze eigen invloedssfeer een bijdrage te leveren aan het beter, leefbaarder en socialer maken van deze wereld. Het maatschappelijk middenveld, dus alles wat komt uit burgers zelf, is te lang genegeerd, terwijl dat het sociale weefsel is van de samenleving. Met een sterk maatschappelijk middenveld ben je beter bestand tegen de schokken die gaan komen. Om het ecologisch te bekijken: hoe sterker het web, hoe weerbaarder.'