Game of Thrones, de fantasy-serie waar miljoenen kijkers overal op aarde momenteel naar kijken, heeft met draken en ridders niets te maken. Eerder zien we de werking van macht in de moderne wereld. En hoe we kunnen ontsnappen aan alle malle koningen om ons heen.

Je kon erop wachten: bij de start van het achtste en laatste seizoen van Game of Thrones plaatst The New York Times een opiniestuk waarin de auteur schrijft: 'De conflicten in de serie zijn deel van ons publieke discours geworden.' De titel van het stuk is: 'Waarom we Game of Thrones nodig hebben'. Het argument luidt vervolgens dat we in donkere tijden teruggrijpen naar het verleden, naar verhalen die ons laten ontsnappen in een wereld waarin er nog geen techno-kapitalisme of moderne staten bestonden. Hier gaat het evenwel niet om puur escapisme, maar om de denkbeelden van de grootmoeder van high fantasy, romanschrijver Ursula Le Guin. Die zei: 'Als een soldaat in de handen van de vijand valt, dan is het zijn plicht om te ontsnappen.'

Dat laatste snijdt hout. Als genre zit high fantasy in de genetische opmaak van onze westerse cultuur. De literatuur van de oudheid, van Homeros tot Ovidius en daarna, ís Game of Thrones. De serie is een amalgaam van een verhalenwereld die start bij de Illias en (voorlopig) eindigt bij zoiets als Avengers: End Game, de superhelden-blockbuster die komende week in bioscopen over de hele wereld te zien is. En bij de schitterende nieuwe roman van Marlon James, winnaar van de Man Booker Prize, getiteld Black Leopard, Red Wolf, een fantasy-epos gesitueerd in Afrika.

Waarom willen we zo graag ontsnappen? Is het niet makkelijker, beter, om via het verstand, de ratio, de wereld tegemoet te treden?

Interessant is dat Le Guin, wier Earthsea-boeken naast het Oudengels gedicht Beowulf en het werk van J.R.R. Tolkien directe inspiratiebronnen van Game of Thrones zijn, het element 'plicht' accentueert als het om high fantasy gaat. Dikwijls zijn de personages in dit soort verhalen geconfronteerd met de strijd tussen goed en kwaad. Ze komen voor een opgave te staan: om goed, dat wil zeggen 'vrij', te kunnen leven, móét je ontsnappen.

High fanatasy — de verbeelding — lijkt een vereiste voor wie met beide benen in de moderne wereld staat. Onlangs zag ik toevallig een film over de Spaanse surrealistische meester Luis Buñuel. Die keerde begin jaren dertig het surrealisme tijdelijk de rug toe en maakte een documentaire, Las Hurdes, over de barre leefomstandigheden van een arme, vergeten gemeenschap in een bergachtig gebied in Spanje. Wat Buñuel daar tegenkwam — hongersnood, ziekte, de dood als alledaagse gebeurtenis — veranderde hem voor altijd. Hij concludeerde: 'Het realisme is onvoldoende wil je laten zien wat hier echt aan hand is.'

Tegelijkertijd kristalliseert zich een dilemma van jewelste uit, hét dilemma van onze tijd. Tussen high fantasy en fake news zit weinig licht. Het is een beetje kort door de bocht, maar de makelaars van neppe feiten, de bedenkers van fabuleuze complotten, zijn vaak de grootste nerds, de meest devote discipelen van high fantasy. Tegenover hen staan de fact checkers, wetenschappers en media die fantasy de rug toekeren en juist erop focussen waarheid en fictie van elkaar te onderscheiden.

Als we Le Guin volgen, dan kun je stellen dat beide kampen onmisbaar zijn in deze tijd: high fantasy hebben we nodig om ons te bevrijden van tirannie in de echte wereld, fact checkers moeten we hebben om echte kennis over de wereld in te winnen. Maar fantasy en fact staan lijnrecht tegenover elkaar — dit is het dilemma.

Terug naar Game of Thrones. Voor wie het nog niet weet, de serie gaat over een politiek spel tussen de verschillende clans ('Huizen' genoemd) van de zeven koninkrijken waaruit het gebied Westeros bestaat. Tegenover elkaar staan de Starks en de Lannisters. In een ander deel van de mythische wereld verzamelt Daenerys, prinses van het Huis van Targaryen, een leger bloeddorstige soldaten om de IJzeren Troon en daarmee de ultieme macht in het rijk terug te pakken. Ook beschikt Daenerys over drie draken. Nog een verhaallijn speelt zich af rond de reusachtige Muur waar de mannen van de Night's Watch, waaronder Ned Starks buitenechtelijke zoon Jon Snow, het Rijk moet beschermen tegen vreemde en mogelijk magische wezens uit het ijzige Noorden.

Het is duidelijk: high fantasy. Maar hier kun je lezen hoe George R.R. Martin, auteur van de romans waar de serie op gebaseerd is, historische feiten gebruikt als inspiratiebron: de Rozenoorlog (1455 - 1485), de Muur van Hadrianus op de grens tussen Schotland en Engeland, het Zwarte Avondmaal van 1440 en het beleg van Constantinopel in 717.

Niet alleen de feitelijke werkelijkheid van deze gebeurtenissen zijn terug te vinden in Game of Thrones, ook gebruikt Martin de historische 'lessen' die te leren vallen. Hij is vooral geïnteresseerd in hoe leiders omgaan met politieke macht. En met de vraag die we vooral zien bij de drakenkonining Daenerys en de bastaardzoon Jon Snow: hoe rijm je macht met moraliteit?

In seizoen zeven, als Daenerys eindelijk in Westeros arriveert om de troon te claimen en ze voor het eerst Jon Snow ontmoet, komt ze voor de keuze te staan een allesvernietigende oorlog te ontketenen of de macht via een subtielere, diplomatieke route te verkrijgen. Het is Jon Snow die haar erop wijst dat niemand gebaat is bij een beleid van de verschroeide aarde. Bovendien zijn er grotere vijanden dan de Lannisters. Die kunnen de mensheid als geheel vernietigen: de Night King en zijn leger White Walkers.

Als het over de toekomst gaat, zo luidt het betoogt The New York Times, kijken we vaak naar fictie om te voorspellen hoe het zou kunnen lopen. Daarom zou je ook het verleden kunnen gebruiken om zowel het heden als de nabije toekomst te 'voorspellen', vooral het verleden in de gedaante van high fantasy zoals Game of Thrones. 'Misschien fungeert de serie als een soort culturele resetknop,' luidt het stuk. 'Zo kunnen we nadenken over hoe we zoiets als de natiestaat of industrialisatie opnieuw kunnen vormgeven als we de kans daartoe zouden krijgen.'

Tussen ons en een nieuwe, betere toekomst staan figuren zoals de malle koningen van Westeros: Aerys Targaryen, Robert Baratheon en Geoffrey Lannister. En de complexe Cersei Lannister, beeldschone, wrede koningin die verontrustend vaak sympathie opwerkt, zoals toen zij het slachtoffer van religieuze fanatici werd en de onvergetelijke Walk of Shame moest afleggen, een publieke boetedoening die op bizarre wijze refereert aan de weg die Jezus naar Golgotha nam met het kruis op zijn schouder.

Zo speelt Game of Thrones met je hoofd: wie is goed en wie slecht, welke weg moet wie nemen om macht te verkrijgen en dan, als de IJzeren Troon eenmaal is bestegen, wat dan? Is het voor zo'n leider — Daenerys, Jon Snow, Sansa Stark, allemaal zijn ze in eerste instantie politici — mogelijk om het goede te doen? Wie kun je het beste volgen? Wat kun je doen om te ontsnappen aan de waanzin van zwakke mannen met macht? (Stannis, de koning die zijn eigen dochter liet offeren, omdat hij gelovig was. Hij werd gedood door een onvergetelijke vrouw, een ridder: Lady Brienne van Tarth).

High fantasy heeft met draken en ridders niets te maken — het genre reflecteert huidige crises. Zo is het probleem van 'vluchten in sprookjes' opgelost. Maar vluchten is wel degelijk het devies. Hoe ontkomen we aan de valstrikken van de moderne tijd: populisme, big media, klimaatsverandering, oorlog tussen despoten, hongersnood, armoede, overbevolking, voedselvoorziening. Een spel is het, een spel om de macht, om het recht leiding te geven aan processen die leiden tot het maken van de wereld.

Wie zich engageert met Game of Thrones gebruikt juist zijn verstand. Je ziet geen malle koning, maar Donald Trump en Thierry Baudet. Geen White Walkers, maar klimaatsverandering. Geen Unsullied (eunuchen), maar vrij gemaakte slaven die het rechtzetten van misdaden uit het verleden opeisen.

Wie Game of Thrones kijkt, ziet de wereld zoals die nu is. En ik zeg het maar voor de volledigheid: de winter is gearriveerd en we zijn nog niet jarig. Old Nan, oma en verhalenverteller woonachtig in Winterfell, herinnerde zich — helemaal terug, in de allereerste roman van Martin — nog de vorige winter. Die duurde zo lang dat niemand meer eens wist hoe lang precies, maar Old Nan dacht: een kwarteeuw.

Het achtste en laatste seizoen van Game of Thrones wordt nu wekelijks uitgezonden door HBO.