Maar liefst zes jaar heeft schrijver en consultant Niko Roorda eraan gewerkt: een boek waarmee hij een startsein wil geven voor een geheel nieuwe economische wetenschap, die intrinsiek duurzaam is. Binnenkort moet het verschijnen, onder de titel Omniconomie. een gesprek over een nieuwe richting voor de economie: 'Economische modellen zijn te beperkt en onvoldoende realistisch. Om dat te verbeteren moet je het vakgebied uitbreiden.'

Wat was zes jaar geleden de aanleiding voor dit boek?

'Het komt voort uit ontevredenheid over het huidige economieonderwijs, waarin het neoklassieke model naar voren wordt gebracht als dé wetenschapstheorie van de economie. Studenten worden in een keurslijf geperst: ze krijgen niet de mogelijkheid aangereikt om zich academisch te verdiepen in andere mogelijkheden of stromingen. Die frustratie kwam samen met gesprekken die ik voerde met Esther Somers van stichting Our New Economy. Op haar verzoek ben ik gaan onderzoeken wat er in een boek zou moeten komen te staan over duurzaamheid en een vernieuwde economie. Uiteindelijk kreeg ik zoveel zin in dat boek, dat ik besloot om het zelf te gaan schrijven.'

Ook omdat je zag dat het zo niet verder kan?

'Ik houd me al dertig jaar met duurzaamheid bezig. In eerste instantie vooral met duurzame techniek en energie, later ook met de menselijke kant ervan. Ik ben altijd een beetje weggebleven van de economie, omdat het mijn interesse niet heeft. Maar op een gegeven moment zag ik dingen gebeuren, en vroeg ik me af hoe het in hemelsnaam kon. Economen die de crisis van 2008 totaal niet zagen aankomen, om dan achteraf te beweren dat ze dat wel hadden voorzien. De onduurzaamheid in onze wereld heeft vaak diepe wortels in ons economisch systeem. Waar zit dat in, vroeg ik me af. In de economische modellen? Of is het alleen de economische praktijk waar het misgaat? Dat laatste bleek bepaald niet het geval.'

Het huidige economische systeem neigt in de richting van instorting. We moeten een systeem verzinnen dat neigt naar stabiliteit en zekerheid.

'Als je kijkt naar macro-economische modellen, die gaan over economieën van landen of de hele wereld, dan zijn dat bijna allemaal lineaire modellen die een heel complexe realiteit moeten beschrijven. Er worden wel pogingen gedaan om die complexiteit in de modellen te brengen, maar er zijn nog te veel versimpelingen. Daardoor gaat het mis. Dat zagen we in 2008, maar er zijn ook veel chronische ontsporingen, zoals het feit dat armoede nog steeds de wereld niet uit is. Er is honger, terwijl er wereldwijd meer voedsel geproduceerd wordt dan we met z'n allen op kunnen. Dat is geen voedselprobleem, maar een economisch probleem. En dan heb ik het nog niet eens over het klimaatprobleem. De problemen worden veroorzaakt door het feit dat geclaimd wordt dat de economie een wetenschap is, maar dat niet is. Dat is echt schokkend.'

Een stevige conclusie voor iemand die zegt niet van economie te houden.

'De reden waarom ik er niet van houd, is tijdens mijn onderzoek bevestigd. Ik ben gek op wetenschap en heb daar ook veel vertrouwen in. Natuurlijk met alle mitsen en maren, want wetenschappers zijn ook mensen. In het boek gebruik ik het begrip 'protowetenschap', voor een beginnende wetenschap die nog met een half been in de filosofie of zelfs het magische denken staat. Zo'n protowetenschap voldoet aan een aantal kenmerken, en die zijn allemaal van toepassing op de economie. Je kunt er niet omheen: economie is geen wetenschap. Dan heb ik het dus over macro-economie en niet over iets als bedrijfseconomie, dat is een ander verhaal.'

Er wordt vaker gezegd dat de economie ten onrechte gezien wordt als een exacte wetenschap.

'Ik ga verder. Economie is géén wetenschap, ook geen menswetenschap. Het voldoet niet aan fundamentele wetenschappelijke criteria, waar wetenschapsfilosofen het toch al zo'n halve eeuw over eens zijn. De modellen waar economen gebruik van maken hebben niets met de werkelijkheid te maken en zijn empirisch niet te controleren. Met alle gevolgen van dien, want regeringsleiders en bestuurders van grote bedrijven vertrouwen op de uitkomsten. Dat betekent dat beleid gevoerd wordt dat economisch gezien nergens op slaat. Dat liet de crisis van 2008 goed zien. Sommige heel vermaarde economen zeiden dat de weg uit de crisis was om te gaan bezuinigen. Andere, even vermaarde economen zeiden precies het tegenovergestelde, namelijk dat er juist geïnvesteerd moest worden. Je hoort het, daar maak ik me kwaad over.'

In het boek doe je een aanzet voor een nieuw model.

'Economische modellen zijn te beperkt en onvoldoende realistisch. Om dat te verbeteren moet je het vakgebied uitbreiden. Dan krijg je een veel bredere wetenschap, waarvoor de naam economie niet meer dekkend is. Ik heb daarom een samenstelling gemaakt van omni – alles – en conomie. Omniconomie, dus. Een interdisciplinaire wetenschap, met bijdragen uit de scheikunde, biologie, psychologie, sociologie, natuurlijk ook ideeën uit de economie en nog wel meer wetenschappen. Zo'n wetenschap kan ik niet in mijn eentje opzetten, daar heb ik de kennis niet voor. Wat ik wel doe, is een richting geven waarin we die nieuwe wetenschap tot stand kunnen brengen. Ik heb gekeken hoe eerdere succesvolle wetenschappen tot stand zijn gekomen en wat er gebeurt als zo'n wetenschap volwassen wordt. Daar kun je een aantal stappen in ontdekken, bijvoorbeeld de totstandkoming van technieken en methoden om waarnemingen te doen.'

'Vervolgens ben ik gaan kijken wat we nu aan nieuwe gereedschappen hebben. We hebben een enorme hoeveelheid aan middelen, gebaseerd op de computer, internet en big data. In bijna alle takken van de wetenschap spelen simulaties een grote rol. Daar is de omniconomie bij gebaat, want een van de handicaps van economie is dat er zo weinig mogelijkheden zijn om experimenten uit te voeren. Je kunt wel psychologische experimenten uitvoeren met individuele mensen of in kleine groepjes, maar dat zit niet op het niveau van een wereldeconomie. Als je het wel op grote schaal wilt doen, dan ben je gedwongen om grote groepen mensen en hun economie te manipuleren. Dat is niet ethisch, dus dat gaat niet. Nieuwe technologie biedt mogelijkheden om werkelijkheden te simuleren en dan te bekijken wat ontwikkelingen in de economie zouden gaan betekenen.'

En dat model moet zorgen dat er minder schade aangericht wordt aan de aarde?

'Ja, en dan is het onvoldoende om het huidige economische systeem een beetje bij te schaven. Daar zitten fundamentele fouten in, omdat het theoretisch niet goed doordacht is. We moeten de wetenschappelijke modellen vanaf nul opnieuw ontwikkelen. Pas als je dan begint te snappen wat je doet, kun je gaan bouwen. Als je een huis gaat bouwen, wil je toch ook eerst weten hoe je dat doet?'

Het is al vijf over twaalf, wordt vaak gezegd. Is die tijd er wel?

'We moeten op twee niveaus tegelijk werken. Voor de korte en middellange termijn bieden de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties of de Europese Green Deal handvatten om vermijdbare schade aan het milieu te voorkomen, en schade die al aangericht is een beetje op te vangen. Zo kopen we tijd, om tegelijk aan een nieuwe wetenschap te werken, waarmee we dan dat nieuwe economische systeem in kunnen richten.'

Je roept mensen op om mee te denken.

'Dat kan op twee manieren. Aan de ene kant roep ik wetenschappers op om zich hiermee bezig te gaan houden. Maar de vraag hoe een intrinsiek duurzame wereld eruitziet, is geen vraag die alleen door wetenschappers beantwoord kan worden. De wereld is niet van wetenschappers, maar van ons allemaal. Dat vraagt dus om een breed participatieproces, dat we willen gaan vormgeven en waaraan individuen en maatschappelijke organisaties kunnen bijdragen.'

Hoe ziet zo'n intrinsiek duurzame samenleving eruit?

'Dat is niet aan mij, dat moeten de mensen in de samenleving bedenken. Het moet in elk geval voorbijgaan aan een soort aangekleefde duurzaamheid, zoals we die nu aan het realiseren zijn en waarbij we iets aan het bestaande systeem toevoegen. Het huidige economische systeem neigt in de richting van instorting. Klimaatverandering kan de samenleving doen instorten, maar ook economische crises zijn daar voorbeelden van. We moeten een systeem verzinnen dat neigt naar stabiliteit en zekerheid, en ik denk dat samenleving en wetenschap in staat zijn om zo'n systeem te ontwerpen.'