'Als het voelt alsof er geen plek voor je is op deze wereld, moet je je niet afvragen wat er mis is met jou, maar wat er mis is met de wereld', zei Virginia Woolf ooit. Voor schrijver Marian Donner werd dat de leidraad voor haar leven. Want als de wereld je blijft vertellen dat je niet goed ge­noeg bent, dan wordt het tijd om je af te vragen wat er in godsnaam is misgegaan in die wereld.

Je schreef een pleidooi tegen maakbaarheid en voor stinken, drinken, bloeden, branden en dansen.

'We leven in een samenleving waarin we heel veel dingen moeten doen 'voor later'. Dat begint al op de lagere school waar je getest wordt en becijferd. Dat gaat door tijdens de studie, en je ziet het ook in sporten of gezonde voeding, dat erop gericht is om heel oud te worden. Het zijn allemaal investeringen die je moet doen. Als je alcohol drinkt of drugs gebruikt is dat het eerste dat verdwijnt. Je neemt er nog eentje, want wat maakt het uit? Heel mindful, heel erg in het moment, zou je kunnen zeggen. In mijn boek beschrijf ik hoe de roes voor een andere tijdsbeleving zorgt. Filosoof Bertrand Russell noemt het het gebied van de inspiratie, van de hartstocht, van het onnuttige. De grootste ingevingen — en daar heb je natuurlijk niet per se alcohol of drugs voor nodig — komen tijdens een roes.'

Ik denk dat er veel mensen zijn die ernaar verlangen om niet zo hard te hoeven werken. Om wat meer van het leven te genieten.

Donners Zelfverwoestingsboek verscheen afgelopen zomer. Een fuck you-boek, zo zegt ze tegen Floortje Smit in Brainwash, de podcast van Human waarin denkers over hun leven en ideeën vertellen aan de hand van muziek (abonneer je via Apple, Spotify, of RSS-feed). 'Na mijn studie heb ik goede banen gehad. ik zat in een ritme, het zag er rooskleurig uit. Tot ik bedacht dat ik het niet wilde, zo. Ik wilde schrijven en ben achter een bar gaan werken. Dat is een belangrijk moment geweest.'

Hoe werd daar bij jullie thuis over gedacht?

'Mijn vader heeft zijn baan ooit opgezegd op dag twee, omdat de zon scheen. Als niemand van de zon zou genieten, zo dacht hij, dan zou dat zonde zijn. Dus hij moest wel. Dat is een levenshouding waar ik enorm om moet lachen, maar die ook volstrekt onmogelijk is, nu. Mijn vader woonde in de jaren 60 voor een appel en een ei in het centrum van Amsterdam. De huurprijzen zijn nu zo hoog geworden, dat het niet meer kan, dat het steeds moeilijker is om je te onttrekken aan een ideologie. De bestaanszekerheid is zo laag geworden, dat je niet meer van iemand kunt verwachten dat 'ie niet meedoet aan de ratrace. Want dan sta je op straat. Maar ik denk wel dat er veel mensen zijn die ernaar verlangen om niet zo hard te hoeven werken. Om de vrijheid te hebben om wat minder productief te zijn en wat meer van het leven te genieten.'

Alles moet nut hebben tegenwoordig, schrijf je ook.

'Daar komen twee zaken samen. Enerzijds het idee dat alles nuttig moet zijn, een investering voor de toekomst, en anderzijds de wereld waarin we leven, die het onmogelijk maakt om niet nuttig te zijn. Want als je niet investeert, lig je er gewoon uit. Dan is dat mooie huis niet aan jou besteedt, en zul je misschien geen kinderen krijgen. Tijdens de crisis van 2008 zag je wat het betekent als de bestaanszekerheid wegvalt: dat jongeren belangrijke beslissingen, zoals een gezin stichten, uitstellen.

Toch is je boek wel een pleidooi voor de outsider.

'Niet om te zeggen: wees er gewoon een. Maar om te laten zien hoezeer we gevangen zitten in de hoge huren, in de ideologie van nuttigheid. Hoe we als gemartelde slaven van het kapitalisme door het leven gaan. Want dat kapitalisme is niet alleen een economisch systeem, het is een cultureel systeem. Een ideologisch systeem, dat ons vertelt dat we in concurrentie zijn met elkaar. En dat idee houdt ons gevangen.'

Een van de nummers die Donner gekozen heeft voor de podcast, is I get out van Lauryn Hill, niet toevallig de uitvoering waarin de zangeres een vergissing begaat. 'Ze zegt alles in dat nummer. Hoe het systeem ons klein probeert te houden. Wat het nummer nog veel mooier maakt, is dat ze een fout maakt en ze zich daarna herpakt. Want voor fouten is bijna geen ruimte meer in deze geoptimaliseerde wereld. Of je mag wel een fout maken, maar daar moet je dan van leren om het een volgende keer beter te doen. In dit nummer hoor je hoe mooi een fout kan zijn. Hoe schoon falen kan zijn.'

Kun je dat eigenlijk leren, gracieus struikelen?

'Dat denk ik wel zeker, en het begint met een beetje vergevingsgezindheid naar jezelf. Want niet alleen is de wereld en zijn anderen streng voor je, het meest streng zijn we voor onszelf. De meeste zelfhulpboeken vertellen je ook dat je de controle hebt over je leven, dat je er zelf iets van moet maken. Dat veroorzaakt gevoelens van schuld en schaamte. Als je een avondje niets gedaan hebt, als je niet je mailtjes netjes op tijd beantwoordt. Als we dat opzij kunnen zetten, als je kunt beseffen dat er met jou eigenlijk niet zo heel veel mis is, maar wel met de wereld om je heen, dan wordt het leven een stuk makkelijker. Dan is het ineens niet meer zo erg als je een fout maakt, of als je valt.'

Heb je dat zelf ook moeten leren?

'Mijn eerste twee boeken zijn door bijna niemand gelezen. Vooral bij mijn eerste boek had ik zulke hoge verwachtingen. De wereld wacht op mij, dacht ik. Ik wist helemaal niet dat er zóveel schrijvers debuteren waarvan je helemaal niets hoort. En er gebeurde niets. Eén recensie werd er geschreven, in een lokaal krantje uit Den Bosch. Het is ook niet zo dat falen heel leuk is en dat je ervan moet genieten. Maar het hoort er absoluut bij.'