'Je gaat het pas zien, als je het doorhebt', luidden de befaamde woorden van Johan Cruijf.

Ik zie het overal om me heen: een pleidooi voor meer sociale gelijkheid. De toename van ongelijkheid is het meest fundamentele en explosieve issue van dit decennium. Een thema dat te groot is om in zijn volle omvang te bevatten, laat staan dat je het met een catchy oneliner in een snelle talkshow plugt. Maar als je goed kijkt, kun je een enorme diversiteit aan speldenprikken waarnemen; kleine voorbeeldjes, die allemaal los van elkaar lijken te staan. Samen bouwen ze op naar een enorme kracht, die een bom kan leggen onder de manier waarop wij nu 'normaal' met elkaar samenleven.

Neem nou het toilet. We gaan allemaal een paar keer per dag naar de wc, maar zo veel mensen, zo veel behoeften.

Zo vragen mensen met een intersekse-conditie steeds vaker om genderneutrale toiletten, eenzelfde wc voor iedereen. Vaak worden hun verzoeken weggelachen, omdat het om zo'n schamel aantal mensen gaat. Ik ben zelf wat betreft de toiletten eerlijk gezegd ook gewend geraakt aan de privacy van 'even tutten onder de dames', voor ik de formele wereld weer instap. Maar niet zozeer dat ik eraan vast wil houden als iemand anders hier dagelijks groot verdriet van heeft.

Ik las een ingezonden stuk in de krant over de disbalans tussen de overvloed aan piskrullen op straat en het geringe aantal openbare toiletten, waar ook vrouwen gebruik van maken. Het stuk kwam van twee medische studenten die alle vrouwen opriepen bij wijze van protestactie te gaan wildplassen, omdat er fysiek geen enkele reden is dat vrouwen dat niet kunnen, zeker als je een rok aan hebt. Gewoon gaan zitten, aldus de medici in spe.

En online zag ik de post van een man die zich afvroeg waarom er in zijn toilet nooit aankleedkussens liggen waarop hij zijn baby kan verschonen: die liggen bij de dames. Hij kreeg heel veel reacties, allemaal in de trant van: 'wat kleinzielig, dan stap je toch gewoon het damestoilet in als je zo graag die baby wil verschonen', 'kan je vrouw dat dan niet doen ofzo', 'we moeten ook niet op alle slakken zout gaan leggen', en 'begin jij nou óók al met zeuren, het is ook een keer kláár hoor!'

Ik koos dit simpele voorbeeld van het 'kleinste kamertje' om te laten zien hoe over zoiets basaals de behoeften van mensen kunnen verschillen. En om voor te sorteren op deze irritatie, misschien ook bij jou. Wat een gezeur over futiliteiten, doe eens even normaal! En daar wringt nou juist onze moderne schoen: want wat voor de een normaal is, vraagt van de ander op dagelijkse basis een grote aanpassing.

Onze samenleving wordt ingericht volgens het normaal van een kleine groep mensen, die er op het eerste gezicht ongeveer hetzelfde uitzien. Dat valt hen zelf niet op, en zelfs niet te verwijten, want een mens gaat nu eenmaal uit van zichzelf. Als jij je opvolger gaat zoeken, vind je diegene die op jou lijkt onbewust de beste. Zo is dat ook bij de leiding in ons land gegaan: zij hebben zichzelf gekloond en als norm genomen bij het inrichten van ons systeem. Als je niet op hen lijkt, heet je een minderheid.

De tekst gaat verder onder de foto.

Op een toilet van het Altra college wordt een sticker geplakt, die verandert in een mannetje en vrouwtje, voor een genderneutrale wc (Foto: ANP, Evert Elzinga).

Als minderheid paste je je vroeger gewoon aan. Maar tijden veranderen: minderheden hebben zich door nieuwe media verenigd en stem gekregen. Door migratie en emancipatie is de diversiteit aan profielen toegenomen. Er zijn dus nu steeds meer verschillende mensen, steeds beter geïnformeerd, met steeds meer kanalen om hun stemmen te laten horen. En zo worden dus ook steeds meer kwesties van sociale ongelijkheid zichtbaar:

  • Dat kinderen met laagopgeleide ouders een minder hoog schooladvies krijgen dan kinderen met dezelfde cito score en hoogopgeleide ouders.

  • Dat mensen met een 'andere achternaam' drie keer minder vaak worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

  • Dat in de gezondheidszorg witte mannen als uitgangspunt zijn genomen in medisch onderzoek en er over mensen met een ander profiel veel onwetendheid bij artsen is.

Dit punt van mijn betoog is meestal een T-splitsing: of je haakt hier af en je voelt je irritatielevel stijgen. Of je haakt juist in op dit punt en spitst je oren. In het eerste geval gaat het waarschijnlijk goed met je en hoeft er wat jou betreft niet veel te veranderen, het systeem werkt toch goed zo, voor jou. En je hebt er al helemaal geen zin in dat iemand je gaat vertellen dat dat misschien ook door bepaalde aangeboren privileges kan komen, je huidskleur, je achternaam, je opleiding, je geslacht. Jij hebt ook keihard gevochten om je plekkie te bereiken. Toch?

In het tweede geval heb jij (of hebben mensen die je liefhebt) waarschijnlijk te maken gehad met bewuste of onbewuste uitsluiting. Dit is iets dat je maar lastig kan benoemen, je hebt het misschien zelfs nog nooit hardop gezegd, want je wilt een ding niet: in de slachtofferrol terecht komen. In beide gevallen hou je waarschijnlijk je mond.

En juist deze stilte maakt dat dit als een donderwolk boven ons blijft hangen. En dat is gevaarlijk, want als we niets doen wordt sociale ongelijkheid steeds groter.

Deze grote ongemakkelijke stilte komt denk ik vooral omdat we de juiste woorden nog niet gevonden hebben.

We hebben natuurlijk het begrip discriminatie, dat 'bewust uitsluiten' betekent. Dat mag niet, dat staat in onze grondwet. Maar wat is eigenlijk het tegenovergestelde daarvan, hoe doe je het wél goed? Niet discrimineren? Daarvoor gebruiken we nu vooral de term 'tolerantie', wat verdraagzaamheid betekent. We bedienen ons massaal van dit woord, maar met deze tolerantiedeken verstikken we een werkelijk gesprek. Tolerantie is een tandeloze term die deze zaak niet dient, sterker nog, flink in de weg zit. Het is een lui en zelfvoldaan begrip: vraag voor de grap eens aan iemand die claimt tolerant te zijn, of diegene het ook op prijs stelt 'getolereerd te worden'. Iedereen is tolerant, maar niemand wil getolereerd worden.

Nee, we hebben een ander woord nodig om deze vaardigheid te benoemen. Daarvoor wil ik het woord inclusiviteit herintroduceren, dat 'bewust insluiten' betekent. Een moeilijk woord, letterlijk en figuurlijk, omdat het drie gedachten-stappen van je vergt.

INC: I.N.C: Inzien dat je vanuit je eigen positie redeneert, Nadenken hoe dat van invloed kan zijn op mensen met een ander profiel, Concluderen wat je daardoor aan je acties of denken gaat veranderen. Drie gedachten-stappen in één woord; ik snap ook wel dat dit haaks staat op deze tijd van snelle meningsvorming. Misschien is het het woord van morgen.

Maar morgen wortelt in vandaag. Alleen als mensen in verantwoordelijke posities vanaf nu inclusief te werk zullen gaan, kan sociale ongelijkheid gaan afnemen. Het meest urgent is dat voor politici en mediamakers, zij vormen ons systeem en zij vormen ons beeld. Dus: mediamakers, zorg dat je alle stemmen in het toilettendebat goed laat horen. Dat kan alleen als alle perspectieven ook op je redactie goed vertegenwoordigd zijn. En: politici, jullie verdienen die democratische bestuurszetel alleen als je er voor zorgt dat iedereen zich thuis voelt op het openbaar toilet. Ik hoop dat de formatie hierdoor zo traag gaat.

Wees inclusief, neem de behoeften van verschillende profielen mensen serieus. Gebruik ze als energiebron voor ons nieuwe wij, waarin het normaal is om anders te zijn. Anders barst vroeg of laat de beerput van behoeften open.

meer weten?

Bovenstaande tekst werd eerder uitgesproken door Jannet Vaessen in Brainwash Radio, de verhalende nieuwsanalyse van Brainwash op NPO Radio 1. Elke laatste maandag van de maand, 20:30 tot 21:30 uur. Ook beschikbaar als podcast.