We hebben behoefte aan moreel leiderschap - je hoort het steeds vaker, en niet alleen bij verkiezingen zoals zondag in Duitsland. Deze roep klinkt in alle geledingen van de maatschappij. In het bedrijfsleven volgt de top workshops leadership om vanuit ethische waarden de werkvloer te inspireren en - vast ook - om te voorkomen dat door een burn-out de boel omvalt. In het onderwijs krijgen docenten bijscholing in de ethiek om leerlingen te leren wat goed en slecht is. Dat je niet mag pesten bijvoorbeeld.

We zijn hier met zijn allen kennelijk heel erg mee bezig, met de moraal in de samenleving, en we kijken vooral ook naar boven, naar de politieke leiders die ons allemaal - managers, leraren, kinderen – richting moeten geven.

Ik vind dit toch een lastig begrip, moreel leiderschap. Het hangt er immers helemaal vanaf wie met welke visie op wat goed is en wat slecht is het voortouw neemt.

CDA-leider Buma verweet Rutte tijdens de verkiezingscampagne in maart een gebrek aan moreel gezag. 'Rutte heeft gefaald in zijn belangrijkste taak als premier', zei hij, en stelde hem medeverantwoordelijk voor de verdieping van de morele crisis in het land. 'Moreel leiderschap is een handschoen die deze premier nooit heeft willen oppakken'.

En ja, Buma wist het op zijn beurt wél. Hij zei toen dat er sprake is van 'doorgeslagen individualisme waar het CDA tegenaan wil schoppen tot het omvalt'. Vrijheid zonder verantwoordelijkheid leidt volgens hem tot 'egoïsme, polarisatie en het recht van de sterkste'.

In zijn H.J. Schoo-lezing ging hij hier onlangs verder op door. Hij refereert onder meer aan de christelijke waarden die onder druk zijn komen te staan en weer meer invulling moeten krijgen. Hij schetst een beeld van een verweesd land, van de ankers losgeslagen – ik vat het even samen. Behalve veel bijval, kreeg hij er ook flink van langs; met zijn begrip voor de boze burger staat hij niet ver meer af van Geert Wilders. Diezelfde Buma en Rutte staan straks overigens vrijwel zeker zij aan zij in een nieuw kabinet. Elkaar bestrijden en elkaar omarmen als het uitkomt. Dat kan in een democratie.

Misschien is het handig om moreel leiderschap in te vullen met namen die het begrip belichamen.

Barack Obama – je kon je gewoon geen betere leider van een wereldmacht wensen– een verbinder en zelf – zover we weten – onkreukbaar. Zijn persoon kwam overeen met wat hij predikte. Maar hij kreeg als opvolger iemand die won met de belofte dat hij 'Amerika weer groot zou maken' en het opnam voor de vergeten burgers, de verliezers van de globalisering. Met een stijl waar de honden geen brood van lusten. Het toppunt van niet-beschaafd, om het eenvoudig te zeggen.

Of Angela Merkel, die breed wordt beschouwd als hét voorbeeld van moreel leiderschap, in eigen land en in Europa. Ik vind haar inderdaad iemand die net als Obama voldoet aan wat toch de objectieve definitie ervan is: ze zet de kernwaarden van de democratische rechtsstaat om in beleid, ze volgt koersvast haar morele kompas, niet bang om bij moeilijke kwesties een standpunt in te nemen en daar keuzes aan te verbinden. En vooral: ze is gericht op verbinding in de samenleving en straalt een natuurlijke integriteit uit. Niet ijdel, vooral ook dat. Aan de vooravond van de verkiezingen in Duitsland las ik een artikel waarin iemand zegt die normaal op de SPD stemt: 'Wie zou het anders moeten doen dan Merkel?'

En daar was die ene enorme diepe valkuil. Voor Wir schaffen das is ze gisteren electoraal hard afgestraft door zo'n 1,5 miljoen kiezers die voor Alternative für Deutschland (AfD) kozen en waar vandaag massaal tegen werd gedemonstreerd. Het zijn beelden van woede versus woede. Twaalf jaar lang heeft ze in een zware economische crisis haar land rust en economische voorspoed gebracht. Maar toen ze in de zomer van 2015 een knoop durfde door te hakken bij een zeer onhoudbaar en zeer gecompliceerd vraagstuk, ging velen dat veel te ver.

Ze zou haar standpunt hebben opgedrongen aan heel Europa en voorbij zijn gegaan aan wat er leeft onder de zogeheten gewone burgers die er grof gezegd 'mee opgescheept zitten'. Oudjaarsnacht in Keulen was daar een pijnlijk symbool van.

Ik vind haar werkwijze zeker getuigen van een risicovolle Alleingang. Maar er moest iets gebeuren. En moreel gezien is er niks tegen in te brengen om de humane kaart te trekken. Maar de gevolgen ervan, daar is ze ook voor verantwoordelijk; ze heeft onderschat dat er een gevaarlijk type weerstand sudderde in de Bondsrepubliek. Zoals ook Obama te weinig zicht heeft gehad op een bevolkingsgroep die zich weggezet voelt – en wel degelijk ook wordt.

Dicht bij huis denk ik aan de doodzieke Eberhard van der Laan, waar 'iedereen' sinds hij in alle openheid verkondigde dat hij ongeneeslijk ziek is, zielsveel van houdt. De kwalificaties die daarbij horen zijn empathisch, streng en helder tegelijk. Eerlijk, echt, authentiek. Boven de partijen staan, integer en moreel consequent – dezelfde bewoordingen die Merkel ten deel vallen.

De tekst gaat verder onder de foto.

Eerbetoon aan Eberhard van der Laan door de inwoners van Amsterdam (foto: ANP, Robin van Lonkhuijsen).

Toch gaat het me nu niet per se om de politiek en al dat gedoe er om heen. Het gaat me eigenlijk meer om die behoefte aan leiders die moreel het voortouw nemen en dat zelf uitstralen. Die drang geeft me een ongemakkelijk gevoel. Het wordt gezocht bij die ene figuur, die vervolgens in consensus wordt omarmd en waarop kritiek moeizaam is – althans, zo zie ik dat. Het voelt als te dicht, als absoluut. En daar volgt dan dus een behoorlijk radicale reactie op. Tegelijk kan diezelfde figuur opeens op een standpunt of een misser in één klap worden afgeserveerd. Job Cohen overkwam dat bijvoorbeeld – iedereen was opeens helemaal klaar met zijn stijl en denkbeelden. Merkel is het gisteren ondanks haar winst wel degelijk overkomen. En Obama natuurlijk ook.

Na afloop van de uitzending van Zomergasten met Van der Laan als gast werd er getwitterd dat hij 'de beste premier is die Nederland nooit heeft gehad.' Mensen bekeken de uitzending op grote beeldschermen in de stad om het samen te beleven. Toen hij vorige week het bijltje er bij neer moest leggen, te ziek om nog door te werken, stond 's avonds rondom de gracht voor zijn ambtswoning een menigte te klappen en te scanderen als steunbetuiging. Ja zeker, ontroerend en vast ook goedbedoeld. Maar ik merk bij mezelf ook verbijstering dat het zo collectief gebeurt en de scheidslijn tussen publiek en privé niet wordt geëerbiedigd. Dat er geen terughoudendheid is.

Ik vind een dergelijke uiting (die je bijvoorbeeld ook zag bij het ouderlijk huis van Ajax-voetballer Abdelhak Nouri) iets kitscherigs hebben, alsof je laat zien hoe goed je bent. Veel emotie, lawaai maken - en je kunt je voorstellen dat zoiets opeens gaat kantelen als mensen daarin tegen gehouden zouden worden. Dat soort gezag geldt even niet voor hen.

Er is over dit onderwerp de laatste jaren veel geschreven. Dat het een verwarrende tijd is, dat de pastoor of de dominee op zondag niet meer het geweten opfrist en we op onszelf zijn aangewezen. We lijden aan collectieve onzekerheid en zoeken graag geborgenheid bij iemand die de weg weet.

Het egalitaire Nederland heeft nooit veel opgehad met enkelvoudig, persoonlijk leiderschap. De behoefte aan moreel leiderschap is op zichzelf ook niet nieuw, en kritiek op de keuzes die leiders maken is van alle tijden. Wat wél anders is, is de permanent beukende en alles uitvergrotende media-aandacht voor het handelen van leiders. Ze staan 24 uur per dag in de spotlights en dienen continu verantwoording af te leggen. Hierdoor zijn waarden als openheid en eerlijkheid een steeds belangrijkere rol gaan spelen voor de gewenste inrichting van leiderschap.

Maar al die transparantie schept juist ook wantrouwen of zelfs cynisme –en zo kan iemand weer moeiteloos afgeserveerd worden. Zelf wil ik niet alles weten, als iemand zijn werk maar goed doet.

Liever wil ik oproepen om de eigen moraal te toetsen aan verschillende bronnen, niet alleen bij die ene leider of binnen je eigen bubbel vol individuen die hetzelfde denken als jij. Niet blindstaren op je eigen identiteit hoort daar wat mij betreft ook bij. Zelfkritiek is gezond, voor iedereen. En nu moet ik natuurlijk niet op de valreep gaan moraliseren.

meer weten?

Bovenstaande tekst werd eerder uitgesproken door Margreet Fogteloo in Brainwash Radio, de verhalende nieuwsanalyse van Brainwash op NPO Radio 1. Elke laatste maandag van de maand, 20:30 tot 21:30 uur. Ook beschikbaar als podcast.