Toeval bestaat niet, volgens schrijver Raoul de Jong. Voor hem staat alles in de sterren geschreven. En als je het aandurft om je aan het leven over te geven en vertrouwt op het goede in de mensen die je tegenkomt, dan gebeuren er mooie dingen. Aan de hand van muziek spreekt hij erover met Floortje Smit in de Human-podcast Brainwash (abonneer je via Apple, Spotify, of RSS-feed).


Terwijl klasgenoten bezig zijn met studiekeuzes, besluit schrijver Raoul de Jong een andere richting in te slaan. In een biografie van Madonna heeft hij gelezen dat zij op haar negentiende, met vijftig dollar op zak, naar New York ging, om haar carrière van de grond te krijgen. Hij besluit hetzelfde te doen en vertrekt met vijftig euro op zak naar de Amerikaanse stad. Dat beperkte budget was overigens niet helemaal gepland. Maar ja, hij moest nog een belastingschuld afbetalen en een nieuwe broek kopen. Hij ontmoet er de liefde van zijn leven en schrijft er het boek It's AMAAAZING over.

Zijn keuzes maakt hij sindsdien op basis van intuïtie, impulsen en dromen. Zo ook toen hij besloot om van Rotterdam naar Marseille te wandelen. Het idee voor de tocht komt tot hem tijdens een dutje in de trein: 'Mijn hond Puck was overleden, en tijdens de begrafenis beloofde ik om te gaan wandelen. Een belofte die ik zes maanden later nog niet had ingelost, vooral omdat iedereen vond dat het een gek idee was. Ik was 27 jaar oud en er werd me verteld dat ik geld moest gaan verdienen, rekeningen betalen en volwassen worden. Niet weer naar zo'n rare ingeving luisteren. Het klinkt raar, maar terwijl ik in slaap viel, hoorde ik dat zinnetje: 'Jij moet deze zomer naar Marseille gaan lopen.''

Wat ik gemerkt heb, en dat is het probleem, is dat niemand meer met een ander praat. Mensen staan niet meer in contact met de wereld om zich heen.

Een gek plan, vinden zijn vrienden nog steeds, maar De Jong besluit het te doen. Hij benadert NRC met de vraag of die interesse hebben in de columns die hij onderweg zal schrijven en die uiteindelijk resulteren in het boek De grootsheid van het AI. Over de voetreis schrijft hij dat hij afhankelijk werd van datgene dat hij het meeste vreesde: de ander. 'Als je gelooft wat je ziet, leest en leert over de wereld, dan krijg je het idee dat die wereld heel griezelig is. Ik wist dat als ik naar Marseille zou gaan lopen, zonder geld en zonder plan, dat ik afhankelijk zou zijn van de mensen die ik onderweg tegen zou komen. In de eerste plaats zouden ze me niet moeten aanvallen, ontvoeren of opsluiten, maar ik was vooral afhankelijk van ze voor eten, een slaapplaats, ik moest de weg aan ze kunnen vragen, en had hun verhalen nodig voor mijn columns.'

Hij besluit, ook weer intuïtief, om alle mensen die hij onderweg tegenkomt in de ogen aan te kijken, en naar ze te lachen. 'Dat deed ik normaal niet, ik kende niet eens de naam van mijn buren', zegt De Jong daarover. 'Het gekke was, dat iedereen teruglachte. En door te lachen, heb ik alles gekregen wat ik nodig had en ben ik in Marseille terecht gekomen. Als je lacht naar mensen, dan lachen mensen terug. En als je ervan uitgaat dat mensen aardig zijn, dan tref je ook vooral aardige mensen.' Overigens kreeg De Jong wel vaak te horen dat hij in het volgende dorp, of net over de grens zou moeten oppassen. Daar zouden de mensen níet aardig zijn.

Eenmaal in het volgende dorp, of net over die grens, bleek dat toch het geval. 'Wat ik gemerkt heb, en dat is het probleem, is dat niemand meer met een ander praat. Mensen staan niet meer in contact met de wereld om zich heen. We lezen de krant, kijken televisie, zitten de hele dag op onze schermpjes. Daardoor laten we ons wereldbeeld bepalen en zo denken we in een hele griezelige wereld te leven. Als je moedig genoeg bent om te geloven dat dat niet zo is, zal je ontdekken dat dat inderdaad niet zo is. Ik vond het eng, om de voettocht naar Marseille te ondernemen, maar ik hoopte te bewijzen dat de wereld wel leuk is. Dat is gelukt.'