Het was de plek waar geliefden elkaar ontmoetten, jongeren sprongen er vanaf om een succesvol volwassen leven in te leiden en het was de symbolische verbintenis van de verschillende etniciteiten in de stad: Stari Most, de stenen brug in het Bosnische Mostar. 'Mostar betekent brugwachter. De stad was de brug en de brug de stad', zegt architect Arna Mačkić erover. 'De stad werd zielloos toen de brug kapot geschoten werd.'

Ze is vijf jaar oud als de brug het op 9 november 1993 begeeft. Het gezin Mačkić is dan net de Joegoslavië-oorlog in geboorteland Bosnië ontvlucht en wordt opgevangen in een asielzoekerscentrum in Putten. Arna herinnert zich hoe de vernietiging van Stari Most diepe indruk maakt op haar ouders, zo zegt ze tegen Floortje Smit in Brainwash, de podcast van Human waarin denkers aan de hand van muziek over hun leven en ideeën vertellen (abonneer je via Apple, Spotify, of RSS-feed). Als Vluchtelingenwerk een tekenwedstrijd voor de gevluchtte kinderen uitschrijft, maakt Arna een schets van de brug. Ze wint.

Waarom tekende je die brug?

'Een groot deel van mijn familie komt uit Mostar, mijn vader is in die stad opgegroeid. Ik heb de foto van de brug nagetekend die bij mijn ouders aan de muur hing. Ik denk dat ik op zoek was naar iets dat betekenis voor me had en dat ik me toen al, hoewel ik daar niet bewust mee bezig was, identificeerde met die brug.'

Wat is er zo bijzonder aan de brug?

'De oude brug stamt uit 1566 en de stad is eromheen gevormd. De brug is de stad en de stad is de brug. Veel mensen identificeren zich ermee. Hij heeft veel conflicten doorstaan, tot hij in de jaren 90 opgeblazen werd. Dat was een doelbewuste actie. Er vond een etnische zuivering plaats in Joegoslavië. Plekken en gebouwen die een culturele waarde hadden, werden verwoest. Vanuit het idee dat als je iets verwoest waar mensen zich mee identificeren, die identificatie wegvalt. Als al je aanknopingspunten wegvallen, hoe verhoud je je dan nog tot je leefomgeving? De verwoesting van de brug heeft Mostar zielloos gemaakt, maar ook laten zien wat er op het spel staat in zo'n oorlog. Natuurlijk gaat het om de mensen die zijn vermoord, maar zeker ook om de cultuur waaraan mensen gebouwd hebben.'

Mostar betekent brugwachter. De stad was de brug en de brug de stad. Toen de brug kapot geschoten werd, werd de stad zielloos.

Het is zo'n wonderlijk idee dat dat doelbewust gebeurd is.

'Het idee was om Bosnië in tweeën te splitsen. Een deel zou bij Kroatië gevoegd worden, het andere deel bij Servië. En wat moet je doen om mensen te laten geloven dat het gebied waar je vandaan komt niet meer van jou is, maar van anderen? Dan moet je ze overtuigen dat er niets meer is op een plek dat van jou is of dat met van jou te maken heeft. Het was natuurlijk niet alleen de brug die verwoest werd, maar ook pleinen, musea, bibliotheken. De vraag is dan waar je naartoe terug gaat. Waar ga je je boeken lenen? Waar ga je naar school? Op welke pleinen ontmoet je je vrienden? Het heeft ook met macht te maken. Degene die aan de macht is, gaat over de wederopbouw. Die geeft plekken een nieuwe betekenis. Vaak is dat de betekenis van een bepaalde groep. Dat zie je ook in Mostar. De stad was een multiculturele plek, er waren veel gemengde huwelijken. Het was een plek die over cultuur ging. Nu gaat het om de vraag wie bij wie hoort.'

Na de oorlog is de brug herbouwd, toch?

'Wauw, denk ik nu, als ik de brug zie, want die plek geeft mensen hoop. Toch denk ik dat het op een andere manier had gemoeten. De herbouw is gefinancierd door Unesco en de Europese Unie. Volgens mij was het idee dat met het herstellen van de oude brug de verbinding in de stad terug zou komen. Zodat er niet meer naar omgekeken hoefde te worden. Ondertussen is de stad nog steeds verdeeld, wonen de Bosniakken aan de ene kant van de brug en de Kroaten aan de andere kant. Ze hebben eigen brandweerploegen, eigen scholen, eigen ziekenhuizen, een eigen telefoonnetwerk. Ik weet niet wat de beste oplossing zou zijn, maar ik denk dat het goed zou zijn als het geld ook in gezamenlijke scholen of een gezamenlijke bibliotheek was gestopt. In plekken die van iedereen zijn.'

Plekken die van iedereen zijn. Inclusieve architectuur, noemt ze het: gebouwen en ruimtes die toegankelijk zijn voor zoveel mogelijk verschillende mensen, met uiteenlopende achtergronden. Haar zoektocht naar insluiting blijft niet ongezien. Mačkić wordt geroemd als talent, won de Maaskantprijs voor jonge Architecten, en haar boek Mortal Cities is volgens The Guardian een van de beste architectuurboeken.

Architectuur als bindmiddel?

'Je kunt het niet afdwingen, maar je kunt mensen wel verleiden, zodat een ruimte een ontmoetingsplek wordt. Inclusieve architectuur gaat voor mij vooral over het proces. Van een opdracht aannemen tot het ontwerpen. Hoe steek je dat in? Als ik nu een woongebouw zou moeten ontwerpen, dan bevraag ik eerst de opdrachtgever. Voor wie is het? Voor wie moet het toegankelijk zijn? Kan ik alvast met bewoners praten? Wat vindt de buurt ervan, wat zijn hun wensen? Welke groepen worden nog niet bediend in de wijk? Veel architecten houden van dezelfde modernistische esthetiek. Hoe zorg je ervoor dat andere esthetieken ook een plek krijgen? Hoe zorg je ervoor dat je de behoeftes van achtergestelde groepen leert kennen, zodat je die mee kunt nemen in je ontwerpen? Het gaat er volgens mij vooral om dat je als architect in de maatschappij staat.'

Dat gebeurt nu nog te weinig?

'Als je naar nieuwe woonwijken kijkt, zie je dat er een monotone cultuur is. Er worden ontworpen gemaakt voor witte, hoogopgeleide personen. Die mensen zie je terug in reclame-uitingen en visualisaties. Om die reden laat ik in de podcast Brainwash van Human het nummer Designerfiets van Massih Hutak laten horen. Hij is schrijver en muzikant en woont in Amsterdam-Noord. Hij ziet zijn wijk veranderen, ziet de gentrificatie. Hoe ga je ermee om als de plekken waarmee jij je identificeert veranderen? Of dat ze niets betekenen voor mensen die in de wijk komen wonen?'

Hij zegt: ze komen met hun bakfietsen en integreren niet.

'Dat wordt ook niet van ze verwacht. Want projectontwikkelaars bieden gebouwen zo aan dat ze bijna contextloos zijn. Het maakt niet uit of het woongebouw in Amsterdam, Rotterdam, Parijs of Londen staat. Het is dezelfde soort esthetiek, dezelfde cultuur. Het is niet gebonden aan, in dit geval, Amsterdam-Noord. Het is veel interessanter om te proberen zo'n gebouw en daarmee de bewoners wél binding met die wijk te geven. Want plekken en mensen hebben al waarde. Dat kun je niet negeren en daar kun je jezelf niet voor afsluiten.'