Conflict, verzoening, en seks: gedragsbioloog Liesbeth Sterck onderzoekt het al jaren bij de apen die zij bestudeert. Als hoogleraar ecologische determinanten van gedrag kijkt zij naar sociaal gedrag van apen in relatie tot sociale intelligentie: hoe werken ze samen, met wie en wat levert dit op? Aan de hand van muziek spreekt ze erover met Floortje Smit in het HUMAN-programma Brainwash Zomerradio (abonneer je via Apple, Spotify, of RSS-feed).

Het is verleidelijk om bij onderzoek naar apen meteen de link met de mens te leggen. Is dat terecht?

'Dat is wel terecht, denk ik. Wij zijn natuurlijk apen, en net als apen zijn wij ontzettend sociale wezens. Wij denken er niet zo vaak over na hoezeer wij groepsdieren zijn, maar alle apen die overdag actief zijn, leven in groepen. Die hebben een uitgebreid sociaal repertoire: agressie, seksueel gedrag en ook aardig gedrag naar elkaar. '

In hoeverre kan je gedrag eigenlijk interpreteren? Zitten vooroordelen of aannames daarbij in de weg?

'Er zijn verschillende soorten gedragingen. Op het moment dat ze lopen, zitten of eten, is dat best wel te meten. Het wordt anders als je naar sociale interacties kijkt. De makaken die ik onderzoek, daar hebben veel meer mensen naar gekeken. Het is duidelijk te zien hoe agressie eruitziet, want daar hebben ze een bepaalde expressie en houding bij, en ze houden de oren op een bepaalde manier. Je leert: dat betekent agressie. Bij spelgedrag houden ze net als bij agressie ook de mond open, maar dan zie je bovenkant niet, en ze maken geen geluid.'

Wat makakenvrouwtjes doen, is met zoveel mogelijk mannetjes paren, zodat ze allemaal een kans hebben om de vader te zijn. Dus ze hebben allemaal een vaderschapsillusie.

'Bij makaken laten de dieren die onderdanig zijn hun tanden zien. Als je mensen daar foto's van laat zien, denken ze dat het een glimlach is, dus die interpreteren het verkeerd. Maar op een gegeven moment zag ik een filmpje van apen van Sulawesi, die hun tanden naar elkaar ontblootten. Dus waar het vaak een teken van onderdanigheid is, was het bij hen een soort begroeting. Ik wist niet wat ik zag! De dominantie-hiërarchie is bij deze apen veel minder strikt. Dit gedrag is verwant aan onze glimlach, die bij ons ook twee kanten heeft. Het is anders dan lachen, en het is een begroeting, maar dat kan ook onderdanig zijn.'

Je bestudeert de apen lange tijd. Hebben ze voor jou allemaal andere persoonlijkheden?

'Ze zijn wel allemaal anders ja. Naar persoonlijkheid wordt steeds meer onderzoek gedaan. Individuen hebben bepaalde karakteristieken. Dus wat wij een persoonlijkheid noemen, dat is een term die je tegenwoordig ook op dieren mag plakken. En niet alleen op apen, maar ook op kippen, varkens en zelfs zalmen. Het gaat dan vaak over bold/shy: hoezeer ze durven, en hoezeer ze terughoudend zijn in situaties. Daar zit heel veel verschil in. Sommige dieren durven veel meer, dat zijn meer uitprobeerders, maar sommige zijn veel voorzichtiger.'

Hoe herken je vriendschap bij apen?

'Dieren die vaak samen zijn, bij elkaar hangen en elkaar vaak vlooien, dat noemen wij vriendschap. Als de ene aap ruzie heeft, komt de andere aap hem steunen. Vriendschap is een menselijke term, maar het wordt bij apen hormonaal op een vergelijkbare manier gereguleerd. Dus ik denk dat het label wel mag.'

Dan moet er ook een evolutionair nut aan vriendschap zitten.

'Ja, dat is ook zo. Heel lang dacht iedereen dat agressie heel nuttig is. Daar zijn ook duidelijke aanwijzingen voor, want dan kan je veel voor elkaar krijgen. Maar als je voor een apengroep gaat zitten, zie je weleens agressie, maar je ziet vooral dat ze heel veel vlooien. We denken al lange tijd dat je dat doet omdat de ander voor jou van belang is. Maar het is pas sinds een jaar of vijftien dat mensen echt zijn gaan rekenen met de vraag of het wat oplevert als je veel vriendschappen hebt. En dat bleek dus heel veel op te leveren. Het eerste onderzoek is gedaan bij bavianen in Kenia, waar ze de populatie dertig jaar hebben gevolgd. Vrouwtjes met veel vrienden (vriendinnen vooral) leven langer en hun kinderen overleven langer.'

Waar ligt dat aan, dat ze door vriendschap langer leven?

'Dat is fascinerend, en dat is nog niet helemaal duidelijk. Daar ben ik zelf ook mee bezig. Wat zou kunnen, is dat als je veel vrienden om je heen hebt, en er een roofdier in de buurt is, jij minder gepakt wordt. Alleen zijn roofdieraanvallen behoorlijk zeldzaam bij apen. Dus het is lastig om dat gemeten te krijgen, maar naar dat soort dingen zou je moeten gaan kijken. Vrouwtjes kunnen vaak zelf goed voor hun kinderen zorgen, maar anderen kunnen wel bescherming bieden. En bij mensen weten we dat vriendschappen voor bepaalde hormoonspiegels zorgen, waardoor je gezonder bent. Dus misschien werkt het bij dieren ook wel zo, maar dat weten we nog niet.'

We kijken graag naar apen om onszelf te begrijpen. Een van de dingen die je bij apen goed kan zien, en bij mensen achter gesloten deuren plaatsvindt, is seks.

'We kunnen het bij apen makkelijker observeren, en zij kunnen het bij elkaar ook makkelijker observeren. Zij zijn doorgaans veel minder schuchter dan wij als mensen zijn.'

Doen apen het weleens stiekem?

'Ja, dat ook. Daar hebben we naar gekeken. Er zijn veel anekdotes over dat apen verder weggaan en achter een bosje gaan paren. Ik heb het zelf ook weleens gezien bij de chimpansees in Burgers Zoo te Arnhem, die een enorm buitenverblijf hebben met allemaal bomen. De groep zat aan de ene kant, en we zagen een mannetje langs de ene kant lopen, en een minuut later ging een vrouwtje langs de andere kant. Achter een boom ontmoetten ze elkaar, en gingen daar even paren. Chimps kunnen in ongeveer 10 seconden paren. Uit het zicht van de rest van de groep, het leek alsof ze een soort date hadden. Maar dit is een anekdote, en dan moet je kijken of het klopt, en het gaan meten. Dat hebben we gedaan bij makaken.'

En?

'Makaken leven in groepen, wat dat betreft lijken ze op mensen. In die groepen leven meerdere mannetjes en vrouwtjes. Die mannetjes hebben een duidelijke dominantie-hiërarchie, dus je hebt een alfaman, een bètaman, helemaal tot mannetje tien of twaalf, afhankelijk van hoeveel er in de groep zitten. De alfaman wil het liefst met alle dames paren. De lagere mannetjes willen natuurlijk ook paren, dus die hebben er geen belang bij dat die alfaman dat als enige doet. De vrouwtjes hebben er belang bij om met alle mannetjes te paren, want als zij kinderen krijgen, kunnen mannen die geen kans op vaderschap hadden heel vervelend worden, zo vervelend zelfs dat ze baby's doodbijten. Wat makakenvrouwtjes doen, is met zoveel mogelijk mannetjes paren, zodat ze allemaal een kans hebben om de vader te zijn. Dus ze hebben allemaal een vaderschapsillusie.'

'Wij vroegen ons af: wanneer gaan die laagrangende mannetjes en vrouwtjes nou paren? De apen hebben binnen- en buitenverblijven. De ramen hebben we afgeplakt, zodat ze elkaar niet konden zien. Toen zijn we gaan observeren, oftewel systematisch kijken, om te zien wie waar zit. En om te zien of het voor de laagrangende mannen bij het paren verschil maakt of de alfaman er wel of niet is. En wat blijkt: inderdaad, die laagrangende mannetjes en vrouwtjes paren vooral als de alfaman uit het zicht is. Dus als hij binnen zit, en zij buiten, dan paren ze. Of andersom. Als hij in de buurt is, doen ze het (bijna) niet. Het lijkt inderdaad alsof ze niet willen paren waar hij bij is.'

Waarom is dat?

'Je zou kunnen zeggen, misschien schamen ze zich wel. Maar ik denk het niet. Ze worden misschien geremd als ze hem zien. Dus hebben we ze schotten gegeven, die we steeds het verblijf in en uit moesten slepen, omdat ze zich anders het gedrag aan kunnen leren uit gewoonte, en er niet achter kruipen omdat ze de alfaman zien. Dat was een klus. We dachten: ze gaan het doen, ze gaan erachter zitten. We hebben het eerst bij de resusapen gedaan. Die gebruiken het niet. Daarna hebben we het bij Java-apen geprobeerd, en die deden het ook niet. Dus dat was een teleurstelling.'

Kunnen apen bedenken wat een ander denkt, en wat een ander ziet?

'Dat gaat over wat we Theory of Mind noemen. Dat betekent dat je snapt wat een ander weet, wat die ander is z'n hoofd heeft zitten. Het is een theorie die je hebt over de mind van een ander. Het is als term ooit voorgesteld door mensen die chimpansees bestudeerden. Zij dachten dat als wij kunnen achterhalen of een chimp weet wat een ander weet en denkt en bedoelt, ze dan ook op zichzelf kunnen reflecteren. Het idee was dat als je dat kan, je ook over jezelf kunt nadenken. Wij weten dat mensen dat kunnen, maar de vraag is of dieren dat kunnen. Je kunt het ze natuurlijk niet vragen, dus daar moet je allemaal slimme dingen voor bedenken. Eén van die dingen is: als ik weet dat jij mij kan zien, kan ik er ook voor zorgen dat jij mij niet kan zien. Dan weet ik niet alleen wat jij weet, maar ook wat jij niet weet.'

Dus simpel gezegd: die aap kan niet bedenken dat hij buiten het zicht van het alfamannetje moet gaan zitten, want dan weet hij niet dat ik aan het paren ben. Dat vonden ze te ingewikkeld?

'Ja, of ze vonden het niet nodig. Want wat we wel vonden, is dat ze verder weg gingen. En misschien is dat voldoende. Als je in het wild verder weggaat, dan zit er al vaak een struikje tussen, en kan de ander je niet zien.'

Overspel heeft dus een functie?

'Ja, zeker. Er zijn wel monogame apen, zoals de gibbons en de penseelaapjes. Toen ik in Indonesië in het oerwoud werkte, waren er ook Amerikanen die graag monogamie bij gibbons wilden bestuderen. Op een gegeven moment hadden ze van een koppel het gibbonvrouwtje gevonden, die aan het paren was met de buurman. Ze waren zwaar geshockeerd. Monogamie kan er zijn, maar eigenlijk is monogamie ook een soort voorwaarde voor vreemdgaan, want als je geen vaste relatie hebt, zoals je bij de makaken ziet, dan ga je niet vreemd.'

Interessant dat wij zo graag bij andere diersoorten checken hoe dat zit met monogamie.

'Ja. Ik denk dat wij een relatief monogame soort zijn. Als je kijkt naar onze morfologie, dan zijn mannen en vrouwen ongeveer even groot, en de testes van mensenmannen zijn niet heel groot. Bij chimps en bonobo's zie je signalen van vruchtbaarheid, zoals enorme seksuele zwellingen bij vrouwtjes, die je bij mensen niet ziet. Paringen bij chimps en bonobo's, die heel promiscue zijn, duren heel kort (6-10 seconden). Bij mensen is het meestal niet zo kort. Het sociale monogame, leven met een sociale partner die de seksuele voorkeur heeft, daar lijkt het bij ons meer op. Maar wij zijn niet zoals gibbons, die een eigen territorium hebben, waar de rest niet in mag. Wij zijn monogaam in een groep. En dan heb je een risico van overspel.'