In Brainwash Talks van HUMAN buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer socioloog Emma Dowling over de crisis in de zorg.


Afstand houden, het sluiten van openbare ruimtes en thuiswerken. Door corona en de daaropvolgende maatregelen voelen veel mensen zich eenzaam en geïsoleerd. De mogelijkheden om online met elkaar te communiceren, nemen die eenzaamheid niet weg. Techniek kan ons helpen contact te houden op afstand, maar we hebben ook elkaars aanwezigheid nodig, het bij elkaar zijn.

Tijdens de pandemie is de situatie en de crisis in de zorg zichtbaar geworden. Laten we het zorgsysteem beter maken voor iedereen.

Dat is nergens duidelijker dan in de zorg. Ik ging vaak naar mijn oma in het verzorgingstehuis. Ze was dement. Ze besefte niet echt dat ik op bezoek was en van haar hield. Ik wist niet eens zeker of ze me wel goed kon zien of horen. Maar als ik haar hand vasthield en over haar wang streelde, wist ik wel dat mijn aanwezigheid ertoe deed.

Tijdens de pandemie waren velen, vooral ouderen die van zorg afhankelijk zijn erg eenzaam en geïsoleerd, zo constateerde de Wereldgezondheidsorganisatie. Diensten waren opgeschort, de dagbesteding dicht en familie en vrienden mochten niet langskomen. Ook onbetaalde zorgverleners die thuis zorgen voor hun dierbaren waren te zwaar belast. Toen de kinderopvang en scholen dichtgingen, konden grootouders niet helpen. Niemand kon komen oppassen of schoonmaken. Gezinnen en huishoudens beseften dat ook zij sterk afhankelijk zijn van zorg van buitenaf.

De pandemie heeft laten zien wie de boel draaiende houdt, wie het werk doet dat nodig is in de samenleving. Het draait om zorg, of dat nu betaalde zorg is, zoals in ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, dagopvang of thuiszorg, of onbetaalde zorg, zoals kinderen grootbrengen, mantelzorg voor familieleden of voor een vriend met een beperking.

In het spoor van de pandemie kwam er aandacht voor de acute problemen die al langer spelen in de medische en zorgsector. Het gebrek aan apparatuur, middelen en personeel, de lange werkdagen en het lage salaris. Ineens lag de focus op de essentiële zorgverleners die anders onzichtbaar blijven. Hoe kan het zijn dat zulk belangrijk werk zo weinig waarde heeft en geen erkenning krijgt? Waarom worden verpleegkundigen, leraren, kinderverzorgers ondanks hun belangrijke werk zo slecht betaald?

Zorgverleners, en dan vooral die in de frontlinie, hebben het onzekerste en slechtst betaalde werk dat er is. In de meeste gevallen zijn het vrouwen, veelal uit de arbeidersklasse, minderheden of met een migratieachtergrond. Over het algemeen werken ze onder moeilijke omstandigheden. Daarnaast wordt het meeste werk gedaan door onbetaalde zorgverleners. Waarom wordt dit werk zo weinig gewaardeerd?

Emma Dowling in Brainwash Talks

Ten eerste is de zorg is niet erg glamoureus. Het is steeds hetzelfde en het werk is nooit klaar. Er lijkt geen vakmanschap voor nodig te zijn. Iedereen kan het en vrouwen doen het van nature, is de gedachte. Ten tweede is de zorg ondersteunend, en in een samenleving die draait om autonomie in plaats van onderlinge afhankelijkheid, hoort het helpen van anderen uit het zicht te blijven.

Terwijl zorg de basis is van alle activiteiten in de samenleving. Zorg maakt het leven mogelijk. Zonder zorg kun je niet leven, laat staan economisch productief zijn. Feitelijk is de zorg een complexe taak waar veel vaardigheid voor nodig is. Een taak die tijd kost en toewijding vergt. Als samenleving rekenen we op de empathie en het verantwoordelijkheidsgevoel van mensen in de zorg.

Als het op zorg aankomt, moeten we bedenken waarom het zo loopt. Het is een mantra geworden dat je goed voor jezelf moet zorgen, want, zo wordt gezegd: je bent je kostbaarste bezit. Investeer in jezelf om je menselijk kapitaal te laten groeien. Maar zorg ook goed voor jezelf omdat niemand anders het doet. Overheidsdiensten worden gekort, de arbeidsmarkt gedereguleerd. Je vraagt je af hoe het verder moet als je geen inkomen meer hebt.

Tegelijk is er een bloeiende welzijnsindustrie die je helpt voor jezelf te zorgen met allerlei zelfzorgproducten, als je daar het geld voor hebt. Tegen die achtergrond van zelfzorg wordt heel stilletjes de zorg doorgeschoven naar onder- en onbetaalde medewerkers. De arts in opleiding heeft tijdens haar zevende nachtdienst op rij oppas nodig voor haar kinderen. De thuiszorgmedewerker die al krap in de tijd zit, krijgt haar reistijd niet betaald. Ze kiest ervoor iets langer te blijven om iemand gezelschap te houden of te helpen. Of de vrijwilliger die te hulp schiet vanwege het personeelsgebrek in een ziekenhuis.

Intussen moeten mensen die zorg nodig hebben het maar zelf uitzoeken. De ideologie van eigen verantwoordelijkheid ten spijt, wordt er dag in, dag uit zorg verleend, vaak ondanks alles. Vaak lijkt het vanzelfsprekend en wordt het niet gezien. De ideologie van eigen verantwoordelijkheid werkt dus niet. Je moet de structurele voorwaarden in de zorg aanpakken. Maar wat zijn die voorwaarden?

Het werk om het leven gaande te houden, wordt gezien als kostenpost. En die kosten moeten zo laag mogelijk gehouden worden. Het beleid van de laatste dertig, veertig jaar laat dat duidelijk zien. Het gaat niet in elk land hetzelfde, maar er wordt bezuinigd op overheidsuitgaven en sociale zekerheid en de afkalving van de welvaartsstaat is daar onderdeel van. We hebben nog maar weinig reserves. Ook dat heeft de pandemie laten zien.

Tegelijk hebben we te maken met privatisering, ook in de zorgsector. Investeerders willen hoge rendementen zien. En dat in een branche of sector die zich, door de aard van het werk, niet leent voor dat soort rationalisering en het opvoeren van productie zodat er meer winst gemaakt wordt. Bovendien: als de zorg geprivatiseerd is, kan niet iedereen zich de kostbare diensten veroorloven. Zorg is geen luxe. Iedereen heeft zorg nodig.

Ondertussen is er meer zorg nodig door demografische veranderingen, zoals vergrijzing. Daardoor is er ook meer complexere nodig. En toch rekent men dan op familie, en dus vooral op vrouwen. Maar ook vrouwen werken. Sommige vrouwen draaien dubbele of driedubbele diensten. Doordat betaald werk voorrang krijgt, hebben we steeds minder tijd om voor elkaar te kunnen zorgen. Intussen zijn de lonen amper gestegen, terwijl de rijke aandeelhouders wel meer dividend krijgen. Wat moeten we dan doen?

We moeten de waarde van zorg heroverwegen. Zorg moet hoger gewaardeerd worden en er moeten meer middelen naar de zorg. De openbare en collectieve infrastructuur moet uitgebreid worden. We moeten ook af van de manier waarop de zorg op winst gericht is, want dat werkt niet. De rijkdom moet anders verdeeld worden en we moeten bedenken waar het geld vandaan moet komen. Denk aan progressieve belasting, vennootschapsbelasting of zelfs vermogensbelasting.

Dat geldt ook voor de zorg zelf. Niet de een overbelasten, terwijl de ander niet meehelpt. Daartoe moet de zorg meer in het leven geïntegreerd worden. Bedenk nieuwe manieren om dat te doen. We hebben ook meer tijd nodig om te zorgen. Tijd die we moeten terugvorderen uit betaald werk, onder meer door een kortere werkweek.

Tijdens de pandemie is de situatie en de crisis in de zorg zichtbaar geworden. Veel mensen snakken naar het oude normaal. Maar dat oude normaal was niet goed genoeg als het om de zorg gaat. Dus laten we niet terug willen naar het oude normaal, maar kijken hoe we een betere toekomst kunnen maken en een beter zorgsysteem voor iedereen. Laten we dit moment daarvoor benutten.