Ik draag vele ikken in me.
Het begon al heel vroeg. Toen ik in Nederland aankwam eigenlijk. Ik ging naar school. Mijn eerste schooldag op de kleuterschool. Mijn moeder zei: 'Hier heb je een platano. Als je op school bent, ga je spelen in de zandbak, want die ken je wel, die is van de Sahara, zand. En dan komen er jongens die ook willen spelen. En dan krijg je honger. En dan eet je deze platano.'
En dus ging ik naar school. Met de platano. En ik was blij. Eerste dag op school. Daar stond de vrouw van mijn leven. De tweede vrouw van mijn leven, naast mijn moeder: de juf. Met een gitaar en blond haar tot aan haar voeten. Echt een sprookjesfiguur.
Ze zei: 'Wat heb je daar?' Gitaar in de aanslag.
'Een platano.'
Ze keek bevreemd op.
'Platano? Dat is geen platano, dat is een banaan.'
'Nee, platano.'
'In Nederland is het een banaan.'
'Thuis is het platano.'
'Banaan.'
'Platano.'
'Banaan.'
'Platano.'
'Banaan.'
'Stomme juf.'
Dat zei ik niet. En zij was ook niet boos, want ze had de Maria Montessori-methode. Ik ging naar binnen en in de pauze spelen in de zandbak, in de Sahara. Er kwamen jongens klieren. En ik at m'n platano/banaan. En ging weer naar huis.
Thuis zei moeder:
'Hoe was het?' Ik vertelde hoe het was. 'En toen at ik de banaan.'
'Banaan? Wat is dat?'
'Dat gele gekromde ding dat zoet smaakt.'
'Je bedoelt platano.'
'Volgens de juf is het banaan.'
'Hier het is platano.'
'Daar is het banaan. En nu ook.'
'Hier is het platano.'
'Banaan.'
'Platano.'
'Banaan.'
'Stomme moeder.' Dat zei ik natuurlijk niet.
Ik zei niks. Stomgeslagen kroop ik terug in bed, heel kwetsbaar, en verdween in mezelf. Heel zielig.
De opdracht was duidelijk: als je geen duidelijke keuze maakt dan val je tussen wal en schip. Maar het is me sindsdien heel vaak gebeurd dat ik geen keuze wil maken, dat ik wil dat het zowel de platano als de banaan is, en ik ben steeds sterker gaan geloven in de kracht die ik haal uit het niet accepteren dat er een keuze is, maar dat het beide kan zijn. Al was het maar omdat ik me ontzettend opgejaagd en klein en dom voel wanneer ik word geconfronteerd met keuzedwang, niet alleen wat betreft mijn afkomst, maar eigenlijk om alles wat wie we zijn terugbrengt tot een eenduidige identiteit.
Misschien wil ik niet zozeer af van het kiezen. Ik zou graag meer ruimte willen laten voor de mogelijkheid dat elk mens meer dan een verhaal in zich draagt, de erkenning dat we meertalige, meerstemmige, in zichzelf conflicterende mensen zijn die in deze stroperige, lastige wereld soms beter tot ons recht komen wanneer we de kans krijgen om een weelderige tuin te zijn in plaats van een strak aangelegd plantsoen. Zodat we tot die betere, waardevollere mensen kunnen uitgroeien die we verdienen te zijn.