In Brainwash Talks van HUMAN buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer filosoof Marjan Slob over eenzaamheid.


Wij mensen hebben een talent voor eenzaamheid. Het klinkt misschien gek om van een talent te spreken, want eenzaamheid is natuurlijk eerst en vooral een droevig gevoel dat ik niemand toewens. Maar je moet heel veel in huis hebben om je überhaupt eenzaam te kunnen voelen – eigenschappen en vermogens die andere levende wezens dan mensen hoogstwaarschijnlijk niet hebben. Daarom noem ik het een talent.

Nu we vanwege het virus afstand moeten houden van elkaar, worden we behoorlijk teruggeworpen op onszelf en ligt eenzaamheid op de loer. Dan kan het misschien een beetje helpen om te denken: 'Het feit dat ik me eenzaam voel, geeft aan dat ik volop mens ben'. Het is niet veel, maar dat is het soort troost dat de filosofie kan bieden.

Als je het over eenzaamheid hebt, hangt natuurlijk veel af van wat je er eigenlijk onder verstaat. Dit is mijn definitie: eenzaamheid is lijden aan een gebrek aan verbinding. Het is dus een negatief iets. Ik bedoel daarmee niet dat eenzaamheid een naar gevoel is, ik bedoel dat je dus verdriet voelt om wat er niet is. Als filosoof kijk ik dan naar wat dat gevoel vooronderstelt. Wat zijn de voorwaarden om je eenzaam te kunnen voelen?

Het eerste waar ik op uit kom is: voorstellingsvermogen. Je moet je kunnen voorstellen dat je toestand anders zou kunnen zijn dan hoe die nu voor je is, minder eenzaam, met meer verbindingen. Zou kunnen zijn, dat is een heel complexe constructie. Neem dieren. Een sociaal dier, zoals een varken of een hond, zal zich vast heel ellendig voelen als het is afgesneden van zijn soortgenoten. Ik denk dat een dier zeker kan lijden onder het feit dat het alleen is. Het voelt zich miserabel, en zal zijn best doen om dat lijden op te lossen. Maar dat is het dan. Het dier voelt simpelweg directe ellende, en ik denk niet dat het dier daar verder voor zichzelf bij stilstaat. Het ontbeert het voorstellingsvermogen om te denken: dit is mijn situatie – ik ben alleen, en ik wou dat het anders was.

Marjan Slob in Brainwash Talks

Jezelf projecteren in een andere situatie dan degene waarin je je hier en nu bevindt, vereist een abstractievermogen dat de meeste dieren niet hebben. Vermoedelijk omdat het ze daartoe aan taal ontbreekt. Gedragsbiologen zijn er nog niet over uit, maar iemand als Frans de Waal denkt dat zelfs mensapen het grotendeels moeten doen met het hier en nu. De Waal licht dat toe door je te vragen je een aap voor te stellen die door een andere aap is toegetakeld. Stel nu dat er een vriend van die aap binnenkomt. Die vriend kan de wonden zien, maar hij kan niet weten hoe die andere aap zijn verwondingen heeft opgelopen, want de gewonde aap heeft geen middelen om dat uit te leggen – behalve misschien als de dader toevallig in de buurt is (dan kan die krijsen en wijzen), en zelfs dan zal de uitleg nooit zo precies zijn als met woorden mogelijk is.

Dat gebrek aan precisie verhindert dat de bevriende apen vergeldingsacties kunnen bedenken. Ze zijn daar misschien slim genoeg voor, maar ze kunnen het simpelweg niet bespreken. Dit is een duidelijk verschil tussen mensen en andere dieren, concludeert De Waal. Het is precies dit verschil dat ons mensen zo flexibel en machtig maakt. Wij kunnen van elkaar leren en op elkaar reageren zonder elkaar zelfs maar ooit te zien, via boeken, via internet.

Onze taal is onze grote troef, want die maakt dat onze communicatie los kan komen van tijd en plaats. Wij kunnen ermee verwijzen naar dingen buiten ons gezichtsveld. Dankzij abstracte taal kun je je dus dingen voorstellen die er feitelijk niet zijn. Niet hier, of niet meer, of nog niet. Dankzij taal kun je reizen door tijd en ruimte. En precies dat vermogen heb je nodig om je eenzaam te kunnen voelen. Om eenzaam te zijn, moet je immers in staat zijn om je voor te kunnen stellen wat er in je leven niet is, maar had kunnen zijn. Dat betekent impliciet ook dat je nadenkt over jezelf. Je stelt je als het ware present aan jezelf, en constateert: ik ben eenzaam. Ironisch genoeg doe je dat dus in woorden die je deelt met andere mensen.

Om eenzaam te zijn, moet je in staat zijn om je voor te kunnen stellen wat er in je leven niet is, maar had kunnen zijn.

Ik heb een boek over eenzaamheid geschreven, De lege hemel, en tijdens het schrijven bleef David Bowie maar in mijn gedachten opduiken. Het heeft me aardig wat tijd gekost om erachter te komen waarom eigenlijk. Aanvankelijk dacht ik: het is omdat Bowie in zijn leven veel heeft gespeeld met het thema ruimtereiziger. Zijn doorbraakhit, Space Oddity uit 1969, gaat over Major Tom, een astronaut die het contact met de aarde verliest. Dat is op zichzelf al een krachtig beeld van eenzaamheid, en de weemoedige muziek laat je voelen hoe het is als de verbinding met de wereld is verbroken.

Major Tom heeft Bowie niet losgelaten. In Ashes to Ashes uit 1980 is Major Tom toch weer terug op aarde, maar blijkt hij een junkie geworden. Major Tom is nu verloren in zijn binnenruimte. Ook dat is een vorm van eenzaamheid: niet meer in verbinding staan met de hoop die je voor jezelf hebt en het vertrouwen in je eigen potentieel. Major
Tom is zichzelf kwijtgeraakt.

En het gaat verder. In de clip van Black Star, die Bowie maakte toen hij wist dat hij stervende was, zie je in een soort maanlandschap een astronaut met een glimmende helm liggen. Een vrouw met een lange muizenstaart opent de helm en pakt er een schedel uit, die bezet is met glinsterende stenen. Verderop in de clip wordt de schedel aanbeden in een soort rare rite. Voor mij zegt Bowie daarmee: 'Als ik dood ben, heb ik geen enkele invloed meer op hoe mensen met mij aan de haal gaan.' Je kunt ook eenzaam zijn door het besef dat je anders bent dan hoe mensen je zien. Dan is zogezegd de verbinding weg tussen je private zelf en je publieke zelf.

Dat dacht ik dus, en het was geen straf om met Bowie door tijd en ruimte te reizen. Maar daarmee was Bowies belang voor mijn denken over eenzaamheid nog niet uitgeput. Bowie is ook een meester in het vernieuwen van de manier waarop hij zich aan de wereld toont, dus van zijn persona. En dat welbewust vormgeven van je persona is ook typisch iets voor mensen. In zekere zin spelen we altijd een rol. Wij doen de deur van ons huisje open, betreden het toneel van de wereld, weten dat we bekeken gaan worden, en denken na over hoe we willen overkomen. Als ik brood haal om de hoek, doe ik niet veel moeite. Maar als ik lesgeef, zorg ik dat ik een beetje professioneel overkom. En natuurlijk heb ik gewikt en gewogen wat ik voor deze Brainwash Talk aan zou trekken.

Als kunstenaar en artiest snapte Bowie als geen ander dat hij te kijk stond, en hij speelde uitdrukkelijk met zijn presentatie. Hij bedacht talloze persona's – Major Tom dus, maar ook Ziggy Stardust, de Thin White Duke, en nog zo wat, die er anders uitzagen en zich anders gedroegen en als het ware een heel andere mythologie meebrachten. En toch was het ook steeds onmiskenbaar Bowie.

Filosofisch is dit interessant. Om een persona te creëren, dus om te denken: zo wil ik aan mensen verschijnen, moet je als het ware kunnen pendelen tussen je eigen binnenwereld en de publieke buitenwereld. Je voelt, of merkt, hoe je jezelf uit wilt drukken, en probeert dat neer te zetten in de realiteit. De beweging voltrekt zich ook andersom: er gebeurt iets in de buitenwereld, en dat heeft zijn weerslag op jouw binnenwereld. Leven is beweging, verandering. Niets staat stil. Ook jij zult onherroepelijk veranderen.

En, omdat je een mens bent, met die typisch menselijke vermogens, zul je je bewust zijn van die veranderingen. Misschien kun je er zelfs op anticiperen door jezelf opnieuw te stileren. Doe je dat niet, dan moet je op een dag misschien constateren dat je jezelf bent kwijtgeraakt, omdat je vastzit in een rol die niet meer zo goed uitdrukt wat er van binnen bij jou leeft. Je gedraagt je dan op een manier die niet past bij hoe je je voelt. Ik denk dat een midlifecrisis hier een sprekend voorbeeld van is. Je bent dan als het ware de verbinding met jezelf kwijtgeraakt. Dat is voor mij net zo goed een vorm van eenzaamheid. Want eenzaamheid is immers: lijden aan een gevoel van gebrek aan verbinding.

David Bowie

Bowie kon als geen ander de verbinding met zichzelf bewaren – althans, zo komt hij op mij over, zeker weten doe ik dat natuurlijk niet. Ik zie Bowie als iemand die zichzelf scherp bezag, steeds na wilde gaan hoe hij er innerlijk bij stond, hoe de huidige wereld nu eigenlijk op hem overkwam, om dan vervolgens welbewust zijn verschijning te stileren en zodoende weer wat harmonie tussen zijn binnenwereld en buitenwereld aan te brengen. Bowie durfde te veranderen. Hij durfde expliciet te spelen met zijn persona's. Zelfs als hij enorm succes had met een persona had hij toch het instinct om zichzelf te blijven vernieuwen.

Vóór hem had nog nooit iemand dat gedaan. Het is alsof hij zei: 'Ik ben echt wat je nu van me ziet, maar ik ben ook altijd nog meer dan wat je van me ziet'. Bij elke transformatie heb je het mysterieuze gevoel dat hij juist door te veranderen trouw blijft aan zichzelf en aan zijn potentie. Ik denk dat Bowie heel stijlvol en gracieus heeft voorgeleefd hoe je in verbinding met jezelf kunt blijven, juist door verandering toe te staan en zelfs te omarmen. En als je je binnenwereld koestert en serieus neemt, heb je ook een soort platform van waaruit je bewuster om kunt gaan met veranderingen in je, en buiten je. Neem af en toe afstand, denk na over jezelf en je plekje op de wereld, en je kunt des te authentieker meebewegen met het ritme van het leven. Dat is ware verbinding. Dat pendelen heb ik van Bowie geleerd.

Als je je eenzaam voelt, lukt dat even niet. En dat is pijnlijk. Maar dat gevoel van eenzaamheid is het noodzakelijke begin van een transformatie. Pas als je durft te constateren dat het je aan verbinding ontbreekt, kun je er iets aan gaan doen. Zo bezien is eenzaamheid een gezond teken: je staat kennelijk nog genoeg in verbinding met jezelf om te merken dat je niet helemaal gelukkig bent. Helaas volgt daaruit niet dat het je snel zal lukken om weer voluit verbinding te maken met jezelf of met anderen. Maar die eenzaamheid spoort je wel aan om nieuwe verbindingen te gaan zoeken. Wat dat betreft verdient eenzaamheid wat meer waardering. Neem je eenzaamheid serieus. Luister ernaar. Zij spoort je aan om een volgende versie van jezelf te worden. Eenzaamheid hoort bij een mooi, rijk mensenleven.