In Brainwash Talks van HUMAN buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer filosoof Haroon Sheikh over flow (eerder al verschenen in 2015).


Volgende week wordt mijn kleine nichtje één jaar oud. Het is een heel klein, schattig meisje. Ik zie vaak dat ze vaak met haar handen aan het spelen is. Als ik haar vasthoud en ik heb m'n bril op, dan zie ik dat ze zich schrap zet, die bril beetpakt en 'm van m'n hoofd afsmijt. Dat kan ze oneindig blijven doen. Wat zij nou daarmee aan het doen is, is dat zij nu aan het trainen is om haar eigen lichaam te gebruiken. En dat zal ze over een tijdje gaan trainen om haar stem te gebruiken.

Eigenlijk zijn wij allemaal ons hele leven aan het trainen voor dingen die we belangrijk vinden. Dat kan een sport zijn, een muziekinstrument, of iets van ons werk, waar we goed in willen zijn. Wij moeten ook trainen. Want in contrast met het dier, vertellen onze instincten niet hoe wij ons moeten gedragen. De 19e-eeuwse filosoof Friedrich Nietzsche beschreef de mens dan ook als het niet-vastgestelde dier. Wij hebben onze definitie nog niet. Wij moeten, door training en oefening, onszelf vormgeven.

Als we in een ritme komen, kunnen we de tijd structureren. Dan wordt de druk van indrukken makkelijker en weten we hoe we moeten bewegen.

Dus training is belangrijk, maar toch staat ons vermogen om te trainen nu onder druk. We leven in een tijd waarin continu aan ons verteld wordt dat alles plezier moet opleveren. Dat plezier moet ook zo snel mogelijk komen, zodat we het met anderen kunnen delen. Dus lang trainen voor iets, dat wordt dan een hele saaie bedoening. En we zijn ook allemaal individualisten. Iedereen wordt verteld dat je je eigen weg moet gaan. Dus we zijn er niet comfortabel mee om te denken dat we iemand anders' voorbeeld moeten volgen. Laat staan dat we zoiets ouderwets als een leermeester hebben. En ook allerlei technologieën maken het moeilijk voor ons om goed getraind te raken, denk aan apparaten als smartphones, navigatie, rekenmachines. Allerlei vaardigheden die we vroeger nodig hadden, maar nu niet meer. We kunnen achterover gaan zitten en de techniek doet het werk voor ons. En al die apparaten zijn continu bezig ons af te leiden. Met filmpjes, communicatie, nieuws, berichtjes.

De concentratie en de focus die nodig is om ergens in getraind te worden, wordt meer en meer aangetast. Maar is dat erg? Missen we wel iets als we minder en minder getraind raken? Misschien is het wel een teken van vooruitgang. Dat we, in contrast met onze voorvaders, niet de hele tijd moeten werken en trainen en meer van het leven kunnen genieten.

Ik geloof dat dat niet zo is. Ik geloof dat training intrinsieke waarde heeft. Het is iets wat op zichzelf waardevol is. En waarom? Omdat we via training een andere ervaring van de werkelijkheid krijgen. Een diepere ervaring die ons toegang geeft tot een vorm van geluk die veel krachtiger is dan al dat passieve consumeren dat we de hele dag doen.

Laat me dat uitleggen. Training verandert onze ervaring van de werkelijkheid, in eerste instantie in onze relatie tot objecten om ons heen. Je denkt waarschijnlijk dat jij ergens apart staat en die objecten los van jou in de ruimte staan. Maar wanneer je ergens in getraind raakt, en dat kan van alles zijn, kun je verschillende van die objecten als het ware onderdeel van je lichaam maken. Je kan ze tot verlengstukken van je lichaam maken tot zaken die je voelt zoals je je eigen lichaam voelt.

Veel van jullie zullen goed getraind zijn in het gebruik van computers, met toetsenbord of touchscreen. Wanneer je dat veel doet, ben je aan het typen, maar je bent niet met je aandacht bij het toetsenbord zelf. Terwijl je typt, is je aandacht bij het gesprek dat je voert, of het verhaal dat je schrijft. Pas wanneer er iets misgaat, bijvoorbeeld als je iets raars in het scherm ziet verschijnen, word je bewust van het toetsenbord, en zie je: daar is het ergens misgegaan. Maar dat toetsenbord is iets wat dicht bij ons is, waarvanuit we naar iets anders gaan, naar dat gesprek.

Door dat toetsenbord heen voelen we dat gesprek. Het toetsenbord is een onderdeel van ons vermogen tot communicatie geworden. En dat heeft iedereen die in een bepaalde vaardigheid goed is geworden. Een beginnende pianist zal gaan zitten en zal continu de druk van die toetsen voelen. Wat er oncomfortabel is, hoe dat beter kan worden. Voor de ervaren pianist is dat niet zo. Die piano is een onderdeel van zijn vermogen tot communicatie geworden. Hij voelt niets van die toetsen. Hij voelt in zijn aandacht alleen maar het stuk dat hij wil spelen. Dus zo kunnen we op allerlei manieren objecten tot onderdelen van ons lichaam maken, wanneer we ergens in getraind zijn.

Training verandert ook onze ervaring van tijd. Laten we weer teruggaan naar het vastpakken. Als ik een glas wil pakken, wacht mijn hand niet tot ik daar ben. Van tevoren neemt mijn hand al de vorm van een cilinder aan. En dat komt omdat ik ervaren ben, getraind ben. Je kan zeggen dat ik vooruitgrijp op wat er straks gaat komen. Met een duur woord is dat apprehensie. Ik grijp vooruit naar iets wat straks pas gaat komen. En op allerlei gebieden, waarin we getraind zijn, kunnen we dat vooruitkijken krijgen.

Iemand die net heeft leren schaken, zal een zet zetten en zal nadenken over wat er misschien daarna komt, maar de schaakgrootmeester ziet diezelfde zet en er gebeurt van alles. Die ziet eerdere strijden die hij heeft gespeeld. Die proberen signalen te zien om een bepaalde kant op te gaan. Dus hij kan veel verder vooruitkijken door die training van wat er met de tijd gaat komen.

Een van de manieren hoe we dat vooruitkijken beter kunnen doen, is door ritme in de tijd te voelen. Als je een sport kijkt die je nog nooit hebt gezien, is het een wirwar van indrukken. Je weet niet waar het heen gaat. Of een muziekstijl uit een vreemd land. Je kan niet anticiperen. Je voelt niet waar dit heen gaat. Maar wanneer je ergens ervaren in bent, kun je er ritmes in zien die je veel makkelijker laten anticiperen, en kun je ook beter van iets genieten.

Kinderen trainen zich in taekwondo

Zo gaat het ook bij de sport. Als we kijken naar hoe mensen sporten leren, is het niet zo goed om ze regels te geven. Als iemand tennis wil leren: doe dit en dat, let daarop en daarop. De chaos wordt alleen maar groter. Het wordt steeds moeilijker.

Wat werkt goed als je iemand iets wil leren? Om hem een ritme te vertellen. Zeg: de bal komt eraan en denk ta-ta-ta. En bij de laatste sla je 'm. Door dat ritme wordt de druk in feite gestructureerd en weet je het moment waarop we erin kunnen springen. En dan lijkt de tijd langzamer te gaan. De druk van al die indrukken wordt makkelijker. En in dat ritme weten we hoe we straks moeten bewegen, en kunnen we langzaam naar meer en meer andere dingen gaan kijken.

Ik merkte het zelf. Ik gaf vroeger taekwondo-les. Ik merkte dat het voor veel mensen moeilijk is om een oefening herhaaldelijk te blijven doen. En wat dan vaak heel goed werkte, was om zo'n groep synchroon een beweging te laten doen en ze altijd op hetzelfde moment een bepaald geluid te laten uitroepen. Ze kregen een ritme. Een ritme waarin ze door konden blijven gaan en waarin je elke keer zag dat hun uithoudingsvermogen veel groter werd. De tijd werd niet zwaar, de patronen legden geen druk op ze. Ze konden rust vinden, in het ritme doorgaan en ze werden over zichzelf uitgetrokken.

Onze ervaring van tijd wordt dus ritmisch. En training zorg er ook voor dat onze ervaring van ruimte verandert. De ruimte is niet de lege ruimte van de wiskunde. Maar, om met filosoof Peter Sloterdijk te spreken, door training wordt de ruimte sferisch. Een ruimte tussen mensen die ergens in getraind zijn heeft een bepaalde sfeer. Denk aan een sportteam, dat goed op elkaar afgesteld is. Wanneer ze bij elkaar komen, moet hun aandacht afgesloten zijn van andere dingen en kunnen ze een sfeer in getrokken worden. En als je ze achteraf hoort praten, als ze goed gespeeld hebben, praten ze alsof er iets heel raars aan de hand was. Alsof ze in een sfeer zaten waardoor ze op de kleinste signalen konden reageren, dat ze met elkaar konden communiceren zonder een woord te zeggen, en dat ze het gevoel hadden dat ze allemaal hetzelfde dachten. Dat ze één groot brein waren.

Dat is de sfeer die met een ruimte kan gebeuren als je afgesteld bent op iets. Dat kan een sfeer zijn die je aantrekt. Kijk bijvoorbeeld eens naar een professionele basketbalwedstrijd en het tempo waarin de bal en de spelers heen en weer gaan. Het lijkt een beetje op een zwerm vogels die plotseling van richting verandert. Allemaal losstaande individuen, maar ze bewegen alsof ze één organisme zijn, dat met één brein de andere kant op beweegt.

Training verandert dus onze ervaring van de werkelijkheid. We kunnen objecten onderdelen van ons lichaam maken. We kunnen ritme in de tijd voelen en we kunnen in de ruimte allerlei sferen ervaren. Wanneer we dat goed doen, kunnen we een heel intens gevoel van geluk bereiken. Wanneer je ergens goed in getraind bent en je zit in een uitdagende situatie, kun je de ervaring hebben van het in vorm zijn. Een term die veel daarvoor wordt gebruikt is flow. Iets waar je getraind in bent. Je zit in een moeilijke situatie. Je doet complexe dingen, maar het gaat moeiteloos. Je voelt meer uitdaging op je komen en je geniet ervan. Je wordt steeds intenser meegetrokken. In de muziekwereld wordt gezegd als iemand mooi aan het spelen is, dat 'ie soul heeft. Ergens raakt hij heel duidelijk en is hij in vorm, beweegt hij vrij. Hij doet iets heel moeilijks, maar hij beweegt alsof het niets is. Of iemand is in the groove, net als de naald van een platenspeler precies in de groef draait.

Dus ik meen dat we door training een heel belangrijk gevoel van geluk kunnen krijgen. Maar we leven in een wereld waarin ons vermogen tot training onder druk staat. Dus wat moeten we doen? Om te beginnen moeten we ons realiseren dat het grotere geluk niet zit in het passief consumeren, maar in getrainde activiteit. En als we ons dat realiseren, moeten we de volgende stap zetten: zoek je voorbeelden, zoek je leermeesters.

Techniek maakt het ons vaak moeilijk om goed getraind te raken, maar we kunnen het ook heel anders gebruiken. In plaats van achterover leunend van filmpje naar filmpje te gaan, biedt het internet ons ook toegang tot alle leermeesters van de wereld, op welk gebied dat ook is. Dus zoek datgene waar je hart sneller gaat van kloppen, of dat nou een musicus is, een artiest, of iemand in een bepaald vakgebied. En in plaats van alleen maar verstrooid te raken, zoek die persoon op die je inspireert en ga vervolgens aan het werk. Want die persoon, die voorbeelden, hebben de toegang tot een heel hoog niveau van geluk. Maar dat kunnen we alleen bereiken als we de waarde van training inzien.