Dus training is belangrijk, maar toch staat ons vermogen om te trainen nu onder druk. We leven in een tijd waarin continu aan ons verteld wordt dat alles plezier moet opleveren. Dat plezier moet ook zo snel mogelijk komen, zodat we het met anderen kunnen delen. Dus lang trainen voor iets, dat wordt dan een hele saaie bedoening. En we zijn ook allemaal individualisten. Iedereen wordt verteld dat je je eigen weg moet gaan. Dus we zijn er niet comfortabel mee om te denken dat we iemand anders' voorbeeld moeten volgen. Laat staan dat we zoiets ouderwets als een leermeester hebben. En ook allerlei technologieën maken het moeilijk voor ons om goed getraind te raken, denk aan apparaten als smartphones, navigatie, rekenmachines. Allerlei vaardigheden die we vroeger nodig hadden, maar nu niet meer. We kunnen achterover gaan zitten en de techniek doet het werk voor ons. En al die apparaten zijn continu bezig ons af te leiden. Met filmpjes, communicatie, nieuws, berichtjes.
De concentratie en de focus die nodig is om ergens in getraind te worden, wordt meer en meer aangetast. Maar is dat erg? Missen we wel iets als we minder en minder getraind raken? Misschien is het wel een teken van vooruitgang. Dat we, in contrast met onze voorvaders, niet de hele tijd moeten werken en trainen en meer van het leven kunnen genieten.
Ik geloof dat dat niet zo is. Ik geloof dat training intrinsieke waarde heeft. Het is iets wat op zichzelf waardevol is. En waarom? Omdat we via training een andere ervaring van de werkelijkheid krijgen. Een diepere ervaring die ons toegang geeft tot een vorm van geluk die veel krachtiger is dan al dat passieve consumeren dat we de hele dag doen.
Laat me dat uitleggen. Training verandert onze ervaring van de werkelijkheid, in eerste instantie in onze relatie tot objecten om ons heen. Je denkt waarschijnlijk dat jij ergens apart staat en die objecten los van jou in de ruimte staan. Maar wanneer je ergens in getraind raakt, en dat kan van alles zijn, kun je verschillende van die objecten als het ware onderdeel van je lichaam maken. Je kan ze tot verlengstukken van je lichaam maken tot zaken die je voelt zoals je je eigen lichaam voelt.
Veel van jullie zullen goed getraind zijn in het gebruik van computers, met toetsenbord of touchscreen. Wanneer je dat veel doet, ben je aan het typen, maar je bent niet met je aandacht bij het toetsenbord zelf. Terwijl je typt, is je aandacht bij het gesprek dat je voert, of het verhaal dat je schrijft. Pas wanneer er iets misgaat, bijvoorbeeld als je iets raars in het scherm ziet verschijnen, word je bewust van het toetsenbord, en zie je: daar is het ergens misgegaan. Maar dat toetsenbord is iets wat dicht bij ons is, waarvanuit we naar iets anders gaan, naar dat gesprek.
Door dat toetsenbord heen voelen we dat gesprek. Het toetsenbord is een onderdeel van ons vermogen tot communicatie geworden. En dat heeft iedereen die in een bepaalde vaardigheid goed is geworden. Een beginnende pianist zal gaan zitten en zal continu de druk van die toetsen voelen. Wat er oncomfortabel is, hoe dat beter kan worden. Voor de ervaren pianist is dat niet zo. Die piano is een onderdeel van zijn vermogen tot communicatie geworden. Hij voelt niets van die toetsen. Hij voelt in zijn aandacht alleen maar het stuk dat hij wil spelen. Dus zo kunnen we op allerlei manieren objecten tot onderdelen van ons lichaam maken, wanneer we ergens in getraind zijn.
Training verandert ook onze ervaring van tijd. Laten we weer teruggaan naar het vastpakken. Als ik een glas wil pakken, wacht mijn hand niet tot ik daar ben. Van tevoren neemt mijn hand al de vorm van een cilinder aan. En dat komt omdat ik ervaren ben, getraind ben. Je kan zeggen dat ik vooruitgrijp op wat er straks gaat komen. Met een duur woord is dat apprehensie. Ik grijp vooruit naar iets wat straks pas gaat komen. En op allerlei gebieden, waarin we getraind zijn, kunnen we dat vooruitkijken krijgen.
Iemand die net heeft leren schaken, zal een zet zetten en zal nadenken over wat er misschien daarna komt, maar de schaakgrootmeester ziet diezelfde zet en er gebeurt van alles. Die ziet eerdere strijden die hij heeft gespeeld. Die proberen signalen te zien om een bepaalde kant op te gaan. Dus hij kan veel verder vooruitkijken door die training van wat er met de tijd gaat komen.
Een van de manieren hoe we dat vooruitkijken beter kunnen doen, is door ritme in de tijd te voelen. Als je een sport kijkt die je nog nooit hebt gezien, is het een wirwar van indrukken. Je weet niet waar het heen gaat. Of een muziekstijl uit een vreemd land. Je kan niet anticiperen. Je voelt niet waar dit heen gaat. Maar wanneer je ergens ervaren in bent, kun je er ritmes in zien die je veel makkelijker laten anticiperen, en kun je ook beter van iets genieten.