In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer onderzoeksjournalist Jeroen Smit over vrijheid en verantwoordelijkheid.

Zegt de naam Viktor Frankl je iets? Deze Oostenrijkse psychiater, Joods, overleefde vier concentratiekampen, waaronder Auschwitz, en schreef daar 73 jaar geleden een magistraal boekje over: Man's search for meaning (originele titel: Trotzdem Ja zum Leben sagen: ein Psychologe erlebt das Konzentrationslager).

Hij bracht het belang van het nemen van verantwoordelijkheid onontkoombaar onder woorden. Onder de meest vreselijke omstandigheden denkbaar zette de psychiater zijn studie voort, en concludeerde dat mensen die weten waarom ze hier zijn, weten wat ze nog te doen hebben en daarover fantaseren, grotere overlevingskansen hebben dan mensen die constant op zoek zijn naar de laatste korst brood.

Wat is mijn betekenis? Wat is mijn doel, mijn purpose? Dat kan dus niet gaan over 'meer eten-drinken-seks-plezier', oftewel consumptie'. Daar is niks mis mee, maar dat zijn bijproducten. Alleen mensen die hun betekenis kennen, en die verantwoordelijkheid dragen, leven een vervullend leven. En hij citeerde de grote filosoof Friedrich Nietzsche: 'Those who have a 'why' to live, can bear with almost any 'how'.'

Eigenlijk gaat het over het vinden van een juiste balans tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Die balans is al enkele decennia zoek. Tijdens een lezing eind jaren zestig in New York stelde Frankl dat het fijn is dat er een Vrijheidsbeeld aan de oostkust is gebouwd, maar jammer dat er vergeten is om een standbeeld voor Verantwoordelijkheid aan de westkust te bouwen. Want er bestaat niet zoiets als vrijheid zonder verantwoordelijkheid.

Notabene de vorig jaar afgezwaaide CEO van Unilever, Paul Polman, heeft Frankl's citaat de afgelopen tien jaar in vrijwel iedere lezing gebruikt. Op hoge toon stelt de baas van een van de grootste bedrijven ter wereld, – denk aan Dove-Lipton-Magnum-Calve-Omo – keer op keer: bedrijven die zeggen op de wereld te zijn om geld te verdienen hebben geen bestaansrecht.

Bedrijven zijn op de wereld om voor die wereld te zorgen. Polman is ervan overtuigd dat juist grote bedrijven een hoofdrol moeten spelen bij het oplossen van het klimaatvraagstuk, en dat ze zich moeten richten op het aanpakken van armoede. Dat is de weg naar vertrouwen en een duurzaam resultaat. Voor iedereen, ook voor die bedrijven. Niemand kan succesvol zijn in een wereld die faalt.

Sinds de crisis van 2008 geloof ik dat met hem. Na twee boeken over de CEO's van Ahold en ABNAmro die de weg kwijtraakten, besloot ik daarom nu eens een boek te schrijven over een CEO die als een echte pionier een heel ander pad in slaat. Hoe groot is de ruimte daarvoor, hoe ingewikkeld is dat? Voor een journalist is dat even wennen: je gaat op zoek naar het antwoord op de vraag 'wat wel' in plaats van de gebruikelijke opdracht 'waar gaat het mis/wat niet'.

Die Polman en zijn Unilever dus. Zijn logica vind ik onontkoombaar. Even een stapje terug. Je zou denken: overheden moeten wetten maken die het klimaat gaan beschermen. Maar politici vinden dat erg lastig. Zij worden voor vier jaar gekozen omdat ze meer welvaart beloven, meer koelkasten en auto's, of iedere twee jaar een nieuwe. Politici worden niet gekozen omdat ze de palmolie-industrie duurzaam willen maken, maar omdat ze ruimte maken voor meer welvaart, meer consumptie, en economische groei. De snelste weg daarnaartoe is vaak niet de meeste duurzame.

Maar iedere stem telt en wereldwijd maken verreweg de meeste mensen – zij maken ze zich zorgen over het einde van de maand.

Ook wij stemmen niet in meerderheid voor politici die voor een belasting op kerosine zijn, en vliegen twee keer zo duur maken. Zelfs in het welvarende Nederland kost het grote moeite om vanuit het Haagse met een verstandig klimaatakkoord te komen, zoveel mogelijk plastic te verbieden of de stikstofproblematiek aan te pakken. Met als belangrijk argument dat Nederland maar klein is en zichzelf zo uit de markt zou prijzen. We zijn toch geen dief van onze eigen portemonnee?

Omdat overheden falen moeten wij het doen, stelt Polman. Multinationals moeten het kapitalisme redden. Dat lukt volgens hem alleen als dat nieuwe kapitalisme zich gaat richten op het oplossen van de grote gemeenschappelijke vraagstukken op de lange termijn.

Jeroen Smit tijdens zijn talk op het Brainwash Festival

We zullen daarvoor naar een ander economisch systeem moeten, naar een systeem dat ons in staat stelt om onze vrijheid te balanceren met de verantwoordelijkheid voor de wereld om ons heen. Je kent de namen: circulair, holistisch, inclusief. Dat klinkt als iets waar je eigenlijk geen zin in hebt. We zijn zo verwend met vrijheid dat verantwoordelijkheid klinkt als minder vrijheid – raken we die dan kwijt?

Nee, dat hoeft niet. Ik zal proberen dit concreet te maken: als we 10 procent van onze daken voorzien van zonnecellen kunnen we de 121 miljard kilometer die we jaarlijks rijden voortaan helemaal duurzaam afleggen. Dat scheelt 10 miljard liter fossiele brandstof en dus 30 miljoen ton CO2 uitstoot (de belangrijkste oorzaak voor de opwarming van ons klimaat). Met dank aan Maarten Steinbuch, universiteitshoogleraar aan de TU Eindhoven die dat sommetje een paar weken in het Financieele Dagblad maakte.

Ik word vrolijk van dit soort rekensommetjes. Ze bieden hoop, ze zijn het bewijs dat er een en-en scenario is, dat het nemen van verantwoordelijkheid niet ten koste hoeft te gaan van onze vrijheid. Maar dan moeten we nu wel in beweging gaan komen.

Er is zo'n 40-50 miljard euro nodig om al die zonnepanelen op hun plek te krijgen. Dat verdienen we natuurlijk op termijn terug omdat we geen andere brandstofkosten meer hebben. En op wat langere termijn zijn de voordelen voor ons klimaat enorm– komen er waarschijnlijk veel minder economische vluchtelingen deze kant op – maar 40 miljard investeren in iets dat pas over 10 jaar gaat renderen, vraagt wel om vertrouwen en geduld.

Dat is nu het grootste probleem. Er is sowieso weinig vertrouwen in de oplossing van mondiale vraagstukken, zo weinig vertrouwen dat de Britten uit Europa willen en de Amerikanen Donald Trump tot president maken. Bang voor verlies van onze vrijheid, is het opeens ieder voor zich.

Dat geduld is er helaas ook nog nauwelijks op de financiële markten. Daar dienen zich steeds weer mogelijkheden aan om dat geld te investeren in allerlei bedrijven die beloven ieder kwartaal meer winst te maken en groeiende dividenden uit te keren. Investeringen in het gemeenschappelijke belang leggen het af tegen winsten die op een veel kortere termijn worden beloofd. Dat dit vaak activiteiten zijn die geen rekening houden met de grenzen van de planeet, zit helaas niet in de rekensommen verwerkt.

Ik realiseer met dat dit tamelijk hopeloos, uitzichtloos klinkt. Maar dat is het niet. Het is vooral nieuw, onbekend terrein, want de bal ligt bij ons. En dat is wennen. Heel lang legden we de verantwoordelijkheid voor ons morele kompas buiten onszelf. Eerst door een keer per week naar een kerk te gaan en te horen over hel en verdoemenis als we niet voor onze naasten zouden zorgen. Daarna hebben we vooral naar onze overheden gekeken. Je was links of rechts, en geloofde dat de juiste overheid zich in meer of mindere mate over het gemeenschappelijke belang zou ontfermen.

En toen viel de muur, verloren we het vertrouwen in de door een overheid maakbare samenleving en bekeerden we ons tot de markt. Laat de prettig amorele markt zijn werk doen, de markt heeft altijd gelijk. Ik weet het nog goed, vond het een verademing na jaren van links-rechts-koude oorlog. Sinds 2008 weten we dat de markt het niet voor ons gaat oplossen, juist door het ontbreken van een duidelijke moraal-richting. Dus als we zoeken naar een moreel kompas en we vinden het niet in de kerk, niet bij de overheid, niet in de markt, dan zullen wij het zelf moeten doen.

We moeten nu echt zelf onder woorden brengen waar we staan, wat we belangrijk vinden, en daarnaar moeten we gaan leven en handelen. Betekenis, roeping, purpose. Zo kunnen we de zorgen die we als burgers over onze toekomst hebben integreren in ons economisch handelen vandaag. Zo temmen we als het ware het economische beest in ons en kunnen we onze dominante 'ik hier nu'-houding, gericht op vrijheid en consumptie, gaan balanceren met de verantwoordelijkheid voor 'zij-straks-daar'.

Als beleggers moeten we op zoek gaan naar duurzame investeringen, als consument op zoek gaan naar duurzame producten en als werknemers-ondernemers moeten we ervoor zorgen dat we onze talenten inzetten om de wereld voor toekomstige generaties aantrekkelijk te houden.

Als genoeg mensen deze draai maken, dan is het een fluitje van een cent, liggen onze daken binnen een paar jaar vol met zonnecellen en genieten van in 2030 van onze verantwoordelijke vrijheid!