In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer programmamaker en journalist Sinan Can over waarheid en perspectief.

Ik ga jullie iets vertellen over mijn reizen. En dan vooral over perspectieven. Het reizen is fijn, dat maakt me ontzettend bescheiden en nederig. Omdat ik elke keer, als ik terugkom van die reizen, mijn mening of mijn inzichten moeten bijstellen. Omdat ik dan denk: nou, ik dacht dat het zo was, maar als je daar ter plekke bent, ontdek je dat de werkelijkheid toch anders is.

Zo was ik in 2011 in de Iraakse stad Fallujah, die tot twee keer toe zwaar gebombardeerd is door de Amerikanen. Ik ontmoette Abu Hassan, die niet lang daarvoor hij zijn vierde kind begraven had. Abu Hassan had vier kinderen. Twee kinderen was hij verloren tijdens de slag om Fallujah, in de tweede Golfoorlog. In de jaren daarna verloor hij ook zijn andere twee kinderen, aan leukemie. Volgens hem werden zijn kinderen ziek van de fosfor en het verarmde uranium dat de Amerikanen gebruikten in hun bommen.

Zo heb ik mezelf aangeleerd − en dat gaat niet altijd even makkelijk − om te proberen open te staan voor die andere perspectieven.

De man had intense pijn. Het verdriet stond in zijn ogen. Het was alsof zijn ziel was gedoofd. Alsof hij in de duisternis leefde. Een soort levende dode was. Ik voelde zijn pijn, maar kon me er niet helemaal in verplaatsen, omdat ik niet vier kinderen begraven heb. Ik zou niet weten hoe dat voelt. 'Ik heb eigenlijk niks meer om voor te leven', zei hij. 'Het enige wat mij nog een beetje op de been houdt, is wraak. En er is verder helemaal niks.' Dat was in dus 2011. Jaren later heeft IS grote delen van Irak veroverd, ook de stad Fallujah. Uiteindelijk heeft Abu Hassan zich aangesloten bij IS. Ik heb na die ene ontmoeting nooit meer contact met hem gehad. Ik weet ook niet of hij leeft. Mijn reactie was: waarom heeft hij zich aangesloten bij IS en niet bij een vredesbeweging? Of: waarom heeft hij zich niet ingezet voor de miljoenen Irakese weeskinderen?

Dat is natuurlijk sterk vanuit mijn Nijmeegse, Nederlandse en westerse bril bekeken. Het is niet de realiteit die zich daar afspeelt. Dat zie je terug in de berichtgeving in de media, waar ook ik onderdeel van uitmaak. Dat we vaak vanuit ons eigen perspectief berichten. Bewust of onbewust, vanuit de bubbel waar we inzitten. We kijken naar nieuwsprogramma's, volgen mensen op sociale media die ons bevestigen in onze eigen waarheid.

Een keer ontmoette ik het dorpshoofd van een klein dorpje in Afghanistan. Het was in het noorden van Afghanistan, in de buurt van de stad Mazar-i-Sharif. Al heel snel verzanden we in een discussie over berichtgeving vanuit westers perspectief. Ik ging daar tegenin. Uiteindelijk zei die man: 'Ik ga je een voorbeeld geven. Want waarheid is een perspectief. Kijk naar de Britse geschiedenis. Als je aan een gemiddelde Engelsman vraagt om koningin Victoria te beschrijven, dan zal hij zeggen dat onder haar bewind het Engelse Rijk groot geworden is, tot bloei is gekomen. Maar als je die vraagt aan mij stelt, of aan een Aziaat, dan zal het antwoord zijn dat koningin Victoria de grootste drugsdealer van de negentiende eeuw is. Want onder haar bewind hebben de Engelsen ontzettend veel opium verkocht. Er waren door de Britse opium miljoenen verslaafden in China.'

Ik moest daar in eerste instantie erg om lachen. Ik had niet zo'n antwoord verwacht. Tot ik me bedacht dat het over twee dingen ging. Die allebei kloppen. Koningin Victoria heeft het Engelse Rijk groter gemaakt. En ze heeft meer drugs verkocht dan Al Capone en Escobar bij elkaar. Dat zijn twee tegengestelde werkelijkheden, in zekere zin. Of in ieder geval twee werkelijkheden met 'n andere inhoud. Dus misschien zou je kunnen zeggen dat zoiets als dé waarheid niet bestaat. Het is maar vanuit welk perspectief je het bekijkt.

Een ander voorbeeld. Ik was met een vriend op reis in Griekenland. Op het eiland Samos ontmoetten wij een bejaarde meneer waar we een heel fijn gesprek mee hadden. Na een goede fles Ouzo hadden we eigenlijk alle wereldproblemen besproken en opgelost. Ik dacht: het was zo'n fijn gesprek, dus ik doe wel even de complimententrommel open en ik ga aan deze Griekse meneer vertellen hoe fantastisch de Atheense democratie eigenlijk was. Vervolgens zei hij tegen mij: 'Ja, maar vanuit wiens perspectief bekeken?' Ik vroeg hem wat hij daarmee bedoelde. En hij zei: 'Als je het vanuit de Griekse man bekijkt, dan was die Atheense democratie fantastisch. Maar als je het vanuit vrouwen en slaven bekijkt, die de helft van de bevolking vormden, dan was die Atheense democratie eigenlijk helemaal niet zo fantastisch.' Hij ging verder: 'Dat geldt natuurlijk ook voor de onafhankelijkheidsverklaring in Amerika, waarin heel helder staat dat een ieder als gelijke geboren is. Behalve vrouwen en slaven.'

En zo, in al die reizen heb ik mezelf aangeleerd − en dat gaat niet altijd even makkelijk − om te proberen open te staan voor die andere perspectieven. Te accepteren dat niet alles zwart-wit is. Daarvoor moet je je eigen waarheid loslaten. Dat vergt veel van je, om je eigen werkelijkheid los te kunnen laten en ook al die andere kleuren te bekijken. Maar dat is ook wat de wereld zo mooi maakt: al die verschillende kleuren en perspectieven. En wat ik graag zou willen is dat mensen dat wat vaker zouden proberen om een verhaal ook vanuit een ander perspectief te bekijken.