In Brainwash Talks van Human delen invloedrijke denkers, schrijvers, kunstenaars en wetenschappers verrassende ideeën voor persoonlijke en maatschappelijke problemen. Deze keer imam Khalid Benhaddou, die we de vraag voorleggen welk probleem er over vijftien jaar de wereld uit moet zijn.


Op twaalfjarige leeftijd kende ik de koran volledig uit het hoofd. 1636 verzen, in een taal die ik op dat moment niet sprak. Thuis spraken we Berbers, maar ik leerde de koran in klassiek Arabisch. Ik kreeg daarvoor in mijn eigen gemeenschap heel wat ontzag, respect en waardering. Maar in mijzelf heerste een spanning. Een spanning tussen het waardekader waarbinnen ik werd opgevoed en wat ik van de moskee meekreeg, wat vrij traditioneel was, en het waardekader dat ik in het onderwijs meekreeg en wat ook gold in de samenleving. Dat spanningsveld vrat lange tijd aan mij. Hoe komt het dat ik twee culturen, twee waardekaders, twee referentiekaders die mogelijk lijken te conflicteren met elkaar, in mijzelf verenigd zag? Ik startte een zoektocht om dit beter te begrijpen.

Ik vroeg me af hoe het kon dat die twee werelden waarin ik leefde, de westerse en de islamitische, zo verschillend konden zijn. Ik wilde ze begrijpen en met elkaar verzoenen.

Tot ik tot de vaststelling kwam dat ik voor een verpletterende verantwoordelijkheid sta. En dat ik twee culturen, twee beschavingen in mij als persoon verenig, die een grote geschiedenis hebben met elkaar. En volgens sommigen onverzoenbaar zijn. Ik herinner me de uitspraak van de Britse romantische dichter Rudyard Kipling die ooit zei: 'Het Oosten is het Oosten, het Westen is het Westen en nooit zullen ze elkaar ontmoeten.' En daar stond ik dan. Ik verenigde deze twee culturen in mij als persoon. Ik kon oprecht geen keuze maken tussen beiden. Want het ene weerspiegelt mijn afkomst, het andere mijn toekomst.

Vandaar dat ik er mijn werk, mijn missie van heb gemaakt, om deze met elkaar te verzoenen. Niet zozeer vanuit een kumbaya-verhaal: hand in hand, samen door het hele land. Maar wel door te begrijpen van waar deze spanningen vandaan komen, zowel historisch, als geopolitiek, als economisch. Om dat voor een deel te doorgronden, te begrijpen, en om verbinding mogelijk te maken. Ik weet en ik besef dat verbinding in tijden als deze heel moeilijk is. We hebben de aanslagen gehad. De sociale cohesie staat onder druk. De veerkracht wordt elke dag opnieuw op de proef gesteld. De redelijkheid en nuance in het debat is heel vaak zoek. De emotionaliteit lijkt vandaag de bovenhand te nemen.

De angst voor islamisering loert elke dag opnieuw om de hoek. En toch geloof ik dat we moeten streven naar die verbinding. Het debat vandaag glijdt vaak af naar een islam of een vorm van islam die geassocieerd wordt met extremisme, met terrorisme. Als ik kijk naar de aanslagen, dan is dat voor een deel te begrijpen. Maar ik denk dat het te weinig genuanceerd is. Ik erken dat de religie in het verleden, vandaag en wellicht ook morgen een sterke mobiliserende kracht heeft. En dus ook een gevaarlijk wapen kan zijn in handen van machthebbers. Alles wat in handen van mensen komt kan verkeerd uitdraaien. Het meest sublieme object in de handen van mensen kan op het kwaad uitlopen. Democratie heeft ons zoveel goeds gegeven, maar heeft ook Hitler aan de macht gebracht. Wetenschap heeft veel doorbraken gerealiseerd, maar heeft ook de atoombom voortgebracht. Ook in naam van religie heeft er veel kwaads plaatsgevonden. Maar religie alleen kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor datgene wat mensen in haar naam pogen te doen.

In de jaren 90 hadden we de theorie van Samuel Huntington, de botsing van beschavingen. Dat idee werd toen weggelachen. Vandaag zijn er politieke krachten in Europa die daar hun programma's op enten. Die garen willen spinnen door op de islam te bashen. En ik geloof dat als er al een botsing bestaat, dat dat geen botsing is van cultuur of beschaving. Maar wel een botsing van onwetendheid. Wij kennen elkaar niet en daarom botsen wij. We spreken heel vaak over elkaar, nauwelijks met elkaar. Onbekend is onbemind. François René de Chateaubriand, de Franse romantische dichter, keek denigrerend naar het Oosten, terwijl hij het nooit had gezien. En toen hij voor de eerste maal naar het Oosten ging zei hij: 'Dit is niet het Oosten dat ik ken.' Wat was het Oosten dat hij wel kende? Fantasie. Die gebruikte hij als maatstaf om de werkelijkheid te meten.

Dat is de realiteit van velen onder ons. Vandaar dat ik al heel lange tijd pleit vanuit mijn positie, voor wat ik noem 'een rationelere islam'. Een islam die verzoenbaar moet zijn met ons samenlevingsmodel. Die geschoeid moet zijn op onze Europese leest. En ik spreek ook bewust over een rationele islam en niet over een Europese islam. Waarom niet over een Europese islam? Ik vind het frappant dat Europa vandaag opnieuw spreekt over Europese waarden, daar waar Europa vroeger altijd sprak over universele waarden. Dus in tijden van globalisering waarin de fysieke geografische grenzen aan het vervagen zijn, kiest Europa ervoor om haar eigen waarden af te bakenen op basis van grenzen die er eigenlijk niet meer zijn. En gaat er bovendien nog eens een islam op enten, Europese islam. Wel, ik geloof dat een Europese islam enkel de dualiteit tussen Europa en de ander verder zal aanscherpen. Het zal wellicht ook die radicale islam buiten Europa nog radicaler maken.

En niemand behoedt ons om niet beïnvloed te raken door die radicale islam buiten Europa. Want bijvoorbeeld IS heeft ook invloed gehad van buiten Europa, in Europa. Vandaar dat ik pleit voor wat ik een rationele islam noem. Waar ratio, rede en wetenschap verzoenbaar moeten zijn met het geloof. Ik weet dat de discussie over verzoening van geloof en wetenschap een discussie is die zo oud is als de straat. Maar ik geloof dat deze met elkaar te verzoenen zijn zolang ze niet in elkaars vaarwater komen en respect hebben voor de eigen denkkaders. Wetenschap gaat op zoek naar causale verbanden in het universum. Geloof kan voor sommigen zin geven aan wetenschap. En kan antwoorden geven op de existentiële vraagstukken in het leven. Maar om tot een verzoening te komen zijn er inspanningen nodig.

In de eerste plaats ook van de moslimgemeenschap die in staat moet zijn om haar eigen bronteksten niet enkel naar letter te gaan lezen maar naar geest. Om die tekst in zijn historische context te begrijpen. Om de antropologie, de sociologie van die tijd te begrijpen. Om vooral oog te hebben voor de geest van die tekst, de principes, de waarden die ten grondslag liggen aan de tekst. Want ik geloof dat de principes en de waarden die schuilgaan, ook in die eeuwenoude teksten, vaak de principes zijn die vandaag ook gelden in onze rechtsstaat hier in Europa. Ik herinner mij een onderzoek dat verricht is door een Palestijnse professor in Amerika, Hossain Askari.

Khalid Benhaddou in Brainwash Talks

Hij onderzocht welke landen vandaag in de wereld het meeste de islamitische principes toepassen. En met de islamitische principes bedoelt hij: welke landen vandaag in de wereld streven het meest naar sociale gerechtigheid? Respecteren het meest de mensenrechten? Streven het meest naar herverdeling van rijkdom? Eén voor één principes die ook zitten in de geest van de islam. De eerste landen die daar opduiken in de lijst zijn allesbehalve islamitische. Het eerste land is Nieuw-Zeeland, dan volgen Finland en Denemarken. Het eerste islamitische land staat op 33, Maleisië. En Saoedi-Arabië, die zich opwerpt als de leider van de moslims, staat op 133. Over welke islam spreken we dan? De islam die zich reduceert tot uiterlijk vertoon? Nee. Gaat de islam niet over sociale gerechtigheid, mensenrechten, het herverdelen van rijkdom? Want die principes worden vandaag het meeste gevrijwaard door de principes van de rechtsstaat hier in Europa.

Een bekende moslimgeleerde, Mohamed Abdel, stond ooit aan het hoofd van de meest prestigieuze islamitische universiteit in Caïro. En midden jaren 90, rond 1950, kwam hij voor de eerste maal naar Europa. Op dat moment waren er nauwelijks moslims in Europa. En hij keerde terug naar Egypte en men vroeg hem: 'Wat vind je van Europa?' Hij antwoordde: 'Ik zag daar een islam zonder moslims en ik zie hier moslims zonder islam.' Hij zei: 'Als ik naar die samenleving kijk, dan zie ik de principes van de islam. Welvaart, welzijn, vooruitgang. Maar ik zag geen moslims en hier zie ik moslims, maar geen islam.'

Aan de andere kant zou Europa ook moeten begrijpen dat moslims deel uitmaken van het maatschappelijk politiek debat. En dat maakt Europa zo sterk. Europa kijkt niet van waar mensen inspiratie willen halen voor hun ideeën. Dat kan van een christelijke, atheïstische, en islamitische mindset zijn. Zolang we komen tot de gemeenschappelijke noemer van rechten, vrijheden en waarden die wij allen moeten onderschrijven. Voor mij maakt het niet uit hoe wij daartoe komen. Dat kan door aan te geven dat elk mens een kind is van God. Een rationalist zal wellicht tot dezelfde rechten komen door aan te geven dat wij rationele wezens zijn. Een utilist zal ook tot die rechten, vrijheden en waarden komen, door aan te geven dat wij recht hebben op de hoogste vorm van geluk. Maar aan het einde van het verhaal kom je tot de gemeenschappelijke basis, en dat is voor mij ook de essentie.

Achter dit verhaal over de plaats van en angst voor islam gaat een veel groter verhaal schuil: de wereld van vandaag is drastisch aan het veranderen. En dat is wat ons allemaal angstig en onzeker maakt. Het is makkelijk om te stellen dat de angst enkel te wijten is aan de islam. Maar ik vrees dat de analyse veel diepgaander is. Het lijkt voor de eerste maal wakker worden in drie eeuwen tijd, nadat wij God hebben verlaten en onszelf naar het centrum hebben geduwd, en de pretentie hadden de geschiedenis in eigen richting te kunnen sturen (wat deels gelukt is). Dat we na drie eeuwen vandaag wakker worden in een wereld waarin we een fenomeen hebben gecreëerd, genaamd globalisering. Dat ons de indruk geeft voor het eerst de boel niet meer onder controle te hebben. En we gaan een aantal uitdagingen tegemoet op minstens drie belangrijke niveaus: op politiek, economisch en cultureel niveau.

Een jongen in de armen van een gesluierde vrouw

Op politiek niveau is een kloof ontstaan tussen politiek en macht. Politiek is nog steeds lokaal verankerd, maar de macht is aan het globaliseren. Veel mensen hebben de indruk dat ze geen invloed meer hebben op de besluitvorming en dat veel beslissingen boven hun hoofden supranationaal en internationaal worden genomen. Op economisch vlak zien we een verschuiving van de lokale naar de globale economie. Door technologie, en veel mensen hebben schrik dat ze die niet meer kunnen bijbenen. Op cultureel niveau zien we veel culturen samenkomen, nog nooit zoveel. En culturen hebben zich altijd ontwikkeld op hun eigen snelheid, nooit op dezelfde snelheid. Maar het verschil is dat de culturen zorgen voor een stuk sociale samenhang. Dat leidt vaak tot fracties en spanning, want globalisering zorgt ervoor dat iedereen die normen en waarden heeft, de indruk krijgt dat deze bedreigd worden.

Maar globalisering hoeft geen bedreiging te zijn, als we dat een menselijke invulling geven. Waar tradities, religies, culturen elkaar kunnen verrijken en versterken zolang we samen op zoek gaan naar de grootste gemene deler. En ik denk dat Europa er vandaag goed aan zal doen om meer dan ooit haar meest aantrekkelijke product met vuur te blijven verdedigen. Wat Europa het meest aantrekkelijke continent maakt, is de soft power, de liberale waarden die aan de basis liggen van onze sociale welvaartsstaat. Ook in de strijd die we voeren tegen terroristische groeperingen als IS, die gekozen hebben om de principes van onze rechtsstaat af te zweren, zullen we zelf niet geneigd mogen zijn om die principes in vraag te stellen. Vrijheid van religie en meningsuiting, de conventie van Genève, de universele mensenrechtenverklaring, zijn intussen in Europa allemaal de revue gepasseerd en worden ook intern in vraag gesteld. Dat baart mij zorgen. Want wij hebben na de Tweede Wereldoorlog onder het mom 'nooit meer oorlog' onze samenleving opgebouwd op drie pijlers: mensenrechten, democratie en rechtsstaat. Deze pijlers zijn vandaag onder druk komen te staan.

We gaan trouwens een strijd nooit helemaal winnen van groepen als IS die mensenrechten schenden en misdaden plegen tegen de menselijkheid, als we zelf hier in Europa zoete broodjes bakken met landen die evenzeer mensenrechten schenden. Denk aan Saoedie-Arabië, waar nog altijd onthoofdingen plaatsvinden. Hoe krijg je dat verhaal nog verkocht, behalve het feit dat we in een wereld zijn beland waarin het primaat van de economie is gaan domineren op mensenrechten? Ik vrees dat dat de eigenlijke crisis is waar onze wereld vandaag in beland is.

Wat is nog dat grote verhaal dat ons allemaal kan binden? We hebben ooit God gehad, die het goede van het slechte voor ons mocht onderscheiden. En die de norm bepaalde. Toen kwam Descartes en hij zei: God staat niet alleen centraal, maar ook de mens staat centraal. En toen kwam Kant, en die zei: De mens staat centraal. Als er al een God zou bestaan, zit hij verscholen in de ethiek. En toen kwam Nietzsche en die zei: God is dood. Het is nu aan de mens om het te doen. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen filosofen als Foucault en Derrida. En ze zeiden: De mens is dood, want hij heeft het zonder God ook niet kunnen waarmaken. Intussen hebben we God en de mens doodverklaard en de norm wordt bepaald door de vrije markt. Alles wat goed verkoopt is goed, en wat slecht verkoopt is slecht. Dat IS haar verhaal verkocht krijgt, heeft niet te maken met de inhoud, want die slaat nergens op. Maar IS heeft begrepen dat we in een wereld leven waar niet langer de inhoud telt, maar wel het product en hoe je dat aan de man kan brengen. Het feit dat iemand als Trump leider kan zijn van de vrije wereld, laat zien dat het wellicht ook niet meer over inhoud zal gaan.