In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer journalist Rose George over de fascinerende geschiedenis van bloed.

Iedereen heeft het en we kunnen niet zonder. Ik heb er ongeveer vijf liter van. Het meeste ervan wil ik houden, hoewel ik het soms ook weggeef. We weten niet hoe we het kunstmatig moeten aanmaken. Het is ons heel dierbaar. Ik heb het natuurlijk over bloed. Waar komt het vandaan? Wij bestaan eigenlijk uit sterrenstof en zeewater. Het ijzer in ons bloed komt van supernova's, net als al het ijzer op aarde. En we zijn zoutwaterdieren, omdat het leven oorspronkelijk uit zee komt.

Ik ben gefascineerd door bloed. Dat ben ik al een aantal jaar. Ik geef het ook al een paar jaar gratis weg. In ruil daarvoor krijg ik een koekje. In Nederland een plak cake, geloof ik. En een kop thee, want ik ben Engels. Ik besloot om me in bloed te verdiepen omdat twee dingen me fascineerden. Ten eerste ben ik een vrouw en menstrueer ik. Geen zorgen, heren, ik ga het niet alleen daarover hebben. Waarom zien we menstruaties als 'slecht bloed' dat we moeten verbergen? En waarom vinden we bloedtransfusies of bloed geven zonder meer 'goed'?

Waarom is het ene bloed slecht en het andere goed? Om die vraag te kunnen beantwoorden, heb ik vier jaar onderzoek gedaan naar bloed, binnen en buiten het lichaam. Ik heb een boel opgestoken. Ik keek eerst naar bloed in het lichaam en kwam dit soort dingen te weten:

  • We hebben dertig biljoen rode bloedcellen in ons lichaam.
  • We hebben ook witte bloedcellen. Erg belangrijk, zoals medici weten.
  • We maken idealiter elke seconde twee miljoen rode bloedcellen aan.

Als ik m'n toch behoorlijk hoog opgeleide vrienden vraag: 'Waar wordt bloed gemaakt?' Dan loopt het antwoord uiteen van 'geen idee', tot 'het hart', 'de milt'. Bijna niemand komt met het goede antwoord: in de botten. We zien botten als witte, broze gevallen, die toch zeker niet die meest vitale vloeistof in ons lichaam produceren. Een vloeistof die ons in leven houdt. Onze rode bloedcellen blijven ongeveer 143 dagen leven in het lichaam. Ze blijven langer goed dan melk, maar niet zo lang als kaas. Buiten het lichaam zijn ze minder lang houdbaar, en als je ze overgiet, bijvoorbeeld in een plastic zak, mogen ze 35 tot 49 dagen blijven leven, afhankelijk van nationale wetgeving.

Het bloed in ons lichaam heeft meerdere taken. Het is bijvoorbeeld een transportsysteem. Het bloedvatenstelsel in ons lichaam is zo'n honderdduizend kilometer lang. Daar stroomt ons bloed doorheen met ongeveer vijf kilometer per uur. Zoals ik, wanneer ik stevig doorloop. Ons hart pompt per minuut een liter bloed rond. Dat is bij een hartslag van ongeveer 75. Een blauwe vinvis, met een hart zo groot als een auto, heeft een hartslag van vijf slagen per minuut. Het hart van een spitsmuis slaat duizend keer per minuut. Wat doet bloed terwijl het door ons lichaam wandelt? Van alles. Het is een bevoorradingspost. Het transporteert zuurstof naar spieren en weefsels die dat nodig hebben. Het verwerkt afval. Het voert koolzuurgas en andere overbodige stoffen af. Het is onze boiler en onze koeler. Het houdt onze temperatuur op peil. Als je bloed verliest, krijg je het koud.

Als je je snijdt, gaat bloed stollen. Dat vind ik ook fascinerend. Ik doe aan fell running, en ren dan door bramenstruiken en varens. Dan snij ik me vaak. Dat houdt me op, want dan ga ik kijken hoe m'n bloed stolt. Het is bijzonder dat je bloed weet dat het alleen op die plek moet stollen. Het is een heel ingewikkeld proces, maar het verloopt altijd vlekkeloos. Ons bloed is ook onze beste verdediger. In de geweldige film Fantastic Voyage reist Raquel Welch in verkleinde vorm door het vatenstelsel van een mens. Ze wordt als indringer geregistreerd en aangavellen. Het is echt doodeng als ze door antistoffen wordt aangevallen. Witte bloedcellen zijn onze verdedigers. Zij stormen op indringers af en maken ons beter. Ons bloed stuurt ook signalen door ons lichaam. In de vorm van hormonen, die energiehuishouding en stemming regelen. Ik ben in de overgang, dus ik weet er alles van. En ik ben erg blij als ze werken, wat niet altijd zo is.

Onder onze huid zijn we allemaal anders. We hebben verschillende bloedgroepen. Je hebt de vier bekende bloedgroepen A, B, AB en O. Dan heb je nog de resusfactor. Dat heeft te maken met de buitenkant van je rode bloedcellen en met je plasma. Zo lijkt het alsof er maar vier of acht bloedgroepen zijn. Maar het zijn er veel meer. Je hebt bloedgroepen die Duffy, Kidd en Ok heten, en Landsteiner, genoemd naar Karl Landsteiner, die aan het begin van de twintigste eeuw bloedgroepen heeft ontdekt. Hij lijkt er zelf niet zo blij mee als je foto's van hem ziet. Angstaanjagend. Volgens sommigen zijn er misschien wel driehonderd bloedgroepen. Afhankelijk van je achtergrond, ras of etniciteit. Bij honden zijn er acht bloedgroepen te onderscheiden, bij katten drie.

Voordat we bloedgroepen ontdekten, wilden we vooral van ons bloed af. Aderlaten was het bekendste dat we met bloed deden. Ook als je al veel bloed had verloren, moest je een aderlating ondergaan. Enkele beroemde mensen die een aderlating niet hebben overleefd zijn George Washington en Lord Byron. Die laatste zei op z'n sterfbed dat hij door 'verrekte slagers' onder handen werd genomen.

Pas in de 17de eeuw bedacht men: als we bloed verliezen, heeft dat veel effect. Kunnen we het niet terug stoppen in het lichaam? En om de een of andere reden vonden ze de geschiktste bloedvervanger het bloed van een lam of een koe. Of van honden, die waren ook geliefd. En de reden dat die vroege artsen – allemaal mannen – deze dieren kozen, was omdat met het bloed ook de geest van het dier zou worden overgegoten. Lammeren vonden ze zachtaardig en verdienstelijk, honden lief, en koeien rustig. Dan kon er niets misgaan.

Ons bloed is onze beste verdediger. Witte bloedcellen gaan in de aanval, stormen op indringers af en maken ons beter.

Het ging wel mis. Mensen gingen dood, want koeienbloed is vreselijk voor ons. Dat was het begin van transfusies en van experimenten met het toedienen van bloed om mensen beter te maken. Vandaag de dag zijn we zo vertrouwd met transfusies en zijn ze zo onomstreden als behandeling, dat er elke drie seconden een transfusie plaatsvindt. En er zijn voorbeelden te over van mensen die een transfusie eisen van hun dokter. Bloedtransfusie bestaat eigenlijk nog maar een eeuw. Het doneren van bloed is iets wonderbaarlijks. We geven ons bloed aan vreemden die we nooit leren kennen. Al werd in de begintijd, in de oorlog, wel de naam van de donor vermeld en volgden er huwelijken tussen soldaten en vrouwelijke donoren. Daar word ik blij van.

Hoe krachtig bloed is, zien we aan Medusa, de Gorgoon met slangen in d'r haar. Links in haar lijf had ze bloed dat leven herstelde, rechts bloed dat kon doden. Bloed heeft nog steeds twee kanten. Het kan je leven redden, maar je ook doden. In de jaren tachtig was er het wereldwijde bloedschandaal waarbij vele hemofiliepatiënten overleden, die via donorbloed waren besmet met hiv en hepatitis. In Groot-Brittannië raakten vijftienhonderd mensen besmet. Nog geen tweehonderd leven nu nog. En hoewel we denken dat hiv, de grootste ramp op het gebied van bloed, voorbij is, woedt deze nog steeds in delen van de wereld en is de ziekte nog niet uitgebannen.

Ik ga eindigen met 'slecht bloed', menstruaties. Ik wil afsluiten met de Romeinse amateur-wetenschapper Plinius de Oudere, en wat volgens hem slecht bloed was. De menstruerende vrouw in historisch perspectief. Een vrouw verliest bloed maar blijft in leven. Is ze dan geen wonderbaarlijk wezen? Maar men zag haar als een heks. Lees maar hoe Plinius de menstruerende vrouw beschrijft. Hij beschrijft de krachten van de naakte vrouw die door een korenveld loopt. Alle aren vallen af. Al het ongedierte gaat op de vlucht, de bladeren vallen van de bomen en het zilver wordt dof. Dat idee. Maar je moet wel naakt zijn. Handig als je een tuin hebt, want je onkruid is razendsnel gewied.

Kunnen we bloed namaken? Nee, nog niet. Het is ontzettend duur. Dus die magische vloeistof in ons lichaam kunnen we niet zo goed maken als de natuur. Dat vind ik heel geruststellend en inspirerend. We proberen ons bloed, die vijf tot zeven liter in de gemiddelde mens, nog steeds te begrijpen. Maar tot we het doorgronden en kunnen namaken en vampiers echt bloed kunnen krijgen – en vampiers bestaan, vooral in New Orleans, waar mensen beweren dat ze bloed moeten drinken vanwege een medische aandoening – zijn er onze geweldige bloedbanken. Tot die tijd kunnen we die geweldige, levensreddende vloeistof alleen krijgen uit de goedheid van iemands hart en uit de aderen in je arm. Geef bloed als je kunt. Want dan krijg je cake. En enorm veel dankbaarheid.

Witte bloedcellen zijn een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem dat het lichaam tegen ziektes beschermt.