Je lot staat op je voorhoofd geschreven, luidt een Turks gezegde. Je lot staat vast. Mijn moeder is het daar niet mee eens en zei altijd tegen mij en mijn zussen: 'Nee, jullie bepalen zelf je lot. Jullie zullen investeren in jezelf. Jullie zullen leren. En jullie zullen op plaatsen komen waar ik nooit kon komen, omdat ik nooit naar school ben gegaan en op jonge leeftijd ben getrouwd.' De kiem was gelegd.

Als jong meisje schreef ik ooit een werkstuk over een belangrijke vrouw. Die vrouw was Fatima Mernissi. Marokkaanse schrijfster, socioloog en islamitisch feminist. Mernissi bekritiseerde de ondergeschikte positie van de vrouw in de islam. Generaties vrouwen, niet alleen binnen de Marokkaanse gemeenschap, maar in de hele islamitische wereld en erbuiten, zijn geïnspireerd door haar. Ook na haar dood in 2015 blijft ze enorm invloedrijk. Ze heeft míj geïnspireerd. Al dat had ik tot voor kort niet eens door. Soms kan iemand je zo raken dat diegene je nooit meer loslaat. Zonder het te beseffen heeft Fatima Mernissi mijn denken al op jonge leeftijd beïnvloed. Ik heb mezelf nooit echt als feminist gezien, maar in mijn werk als journalist is bijvoorbeeld de rol van vrouwen in de Turkse gemeenschap, in de islam, altijd een terugkerende factor geweest.

De laatste tijd houdt het me weer erg bezig, met name door wat de #MeToo-discussie over seksuele intimidatie, misbruik en grensoverschrijdend gedrag, heeft losgemaakt. Wat de beweging ons heeft opgeleverd is een veelgestelde vraag, waar de meningen over verdeeld zijn. Mij viel een ding op. Iets belangrijks. Het debat over de positie van de vrouw binnen de moslimgemeenschap dat weer opleefde door #MeToo én alle ophef rond de uitspraken van rapper Boef. Hij noemde drie vrouwen die hem op oudejaarsnacht een lift gaven 'kechs', straattaal voor hoeren. 'Wat doen jullie anders in een club met alcohol een korte rokken om 8 uur 's ochtends?', zei hij. Als ze geen hoeren waren geweest, dan hadden ze volgens hem thuis gezeten en luisterden ze naar hun papa en mama. Want zo hoort het.

Moslimmeisjes en -vrouwen hebben nog te vaak te kampen met een patriarchaal systeem, waarbij zij binnen de gemeenschap, maar ook binnen de islam minder rechten hebben dan de man. De discussie over de ondergeschikte plaats van migrantenvrouwen, van moslimvrouwen, is niet nieuw: anders hadden we Fatima Mernessi niet gehad. Toch vond ik altijd dat deze discussie over de positie van de moslimvrouw binnen en buiten ons land vooral door zowel het religieuze fundamentalisme als politiek rechts wordt gekaapt. Beide kanten gebruiken de problematiek als machtsmiddel. Niet zozeer voor verbetering. Vaak voelen moslima's zich ook niet vertegenwoordigd door de vrouwen - de moslimelite - die voor hen spreken.

In Nederland zien we dat moslima's, of in elk geval vrouwen uit die gemeenschap, opstaan om hun stem te laten horen. Sommigen van hen deden dat al veel langer, maar voor mijn gevoel worden ze nu meer dan ooit gehoord. Denk aan Shirin Musa van Femmes for Freedom en journaliste Nadia Ezzeroili. Als ik afga op de reacties die deze vrouwen krijgen, zoals Ezzeroili op een prachtig essay over deze problematiek in de Volkskrant onlangs, dan valt mij vooral op dat deze vrouwen een groter bereik hebben binnen de gemeenschap zelf. Ook de mannen spreken nu veel luider, via sociale media, hun steun uit. De nieuwe generatie offert de feministische idealen niet op aan politiek correcte blindheid.

Ook in de islamitische wereld werd een eigen islamitische variant van #MeToo in gang gezet. De Egyptisch-Amerikaanse feministe Mona Eltahawy, die naar aanleiding van het seksueel geweld op het Tahrirplein het indrukwekkende essay Why do they hate us publiceerde, begon de hashtag #DearSister. Binnen enkele uren deelden vrouwen hun ervaringen, van Pakistan, Australië, Zuid-Afrika tot Canada.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Fidan Ekiz in Brainwash Talks (foto: Robert Lagendijk).

Heel belangrijk, omdat de omvang van deze beweging uiteindelijk hopelijk meer oplevert. Je moet niet vergeten dat veel vrouwen die je niet tot de seculiere elite kunt rekenen, vooral bezig zijn met overleven, het voeden van hun kinderen. Hun rechten als vrouw komen op de laatste plaats. Door de bewustwording, die mede door sociale media breder op gang komt, en omdat de impact groter is. Het is nu een druppel op de gloeiende plaat, maar hoopgevend is het zeker. Vooral als nog meer vrouwen opstaan voor gelijke rechten en kansen. Om hun vrijheid op te eisen binnen patriarchale onderdrukkende culturen: daar is - helaas - lef voor nodig.

Ik ben zelf opgegroeid in de Turks islamitische gemeenschap in Nederland. Daar zit het grootste probleem in de beperkte vrijheid die meisjes hebben. Bijvoorbeeld in hun vrijheid van partnerkeuze, relaties, samenwonen, de maagdencultus, studeren. Een vriendin van mij mocht bijvoorbeeld na de basisschool niet verder met school. Anderen gingen in de vakantie naar Turkije en kwamen verloofd terug. Of bleven daar. Ik heb vaak genoeg gezien hoe Turkse meisjes in Nederland en in Turkije op jonge leeftijd al trouwden met iemand die ze eigenlijk nauwelijks kennen om het ouderlijk huis te ontvluchten.

Ik heb gelukkig een vader die bereid was de hele gemeenschap te trotseren. Hij wilde de roddels wel ondergaan, hij wilde wel naar de moskee gaan en horen: waarom heeft jouw dochter een vriendje, waarom leert zij buiten het dorp? Wij moésten leren. Hij wilde dat we alle kansen grepen. Het ging stap voor stap, maar hij zette die stappen. Hij emancipeerde mee met zijn dochters. Mijn zussen en ik namen hem mee, terwijl we ons vrijvochten. Het waren misschien kleine stappen, maar het waren wel belangrijke stappen. Wat mijn ouders hebben gedaan, en wat hen is gelukt, dat maakt mij heel trots.

De restricties die ik zelf van dichtbij heb ervaren komen niet eenvoudig voort uit één probleem. Het is een combinatie van de islam, etnische achtergrond, opleidingsniveau, het milieu van de vrouw, sociale controle, angst voor het verlies van de eigen cultuur en identiteit uit het land van herkomst.

Twee vrouwen hebben me dusdanig geraakt dat hun verhaal me altijd is bijgebleven. Nu, jaren later, moet ik nog regelmatig aan hen denken. Een van hen was Zarife uit Almelo. De 18-jarige Turkse werd in 2003 vermoord door haar vader in Turkije. Met een jachtgeweer. Door zijn dochter te vermoorden wilde de vader de geschonden eer van de familie redden. Eerwraak dus. De vader was ontevreden over haar 'veel te vrije' leefwijze. Kort daarna reisde ik voor Nederlandse kranten naar de plaats van de moord. Voor het huisje waar de familie hun zomervakantie doorbracht zag ik op de plek waar het was gebeurd een grote vlek opgedroogd bloed. Ik werd misselijk van woede en onbegrip.

Dat zelfde gevoel had ik jaren later ook toen ik Zekiye sprak, een van de vrouwen die ik ontmoette in het zuidoosten van Turkije. Ik was daar, in het plaatsje Batman, om een verhaal te maken voor RTL Nieuws over het stijgend aantal zelfdodingen onder vrouwen in deze regio. Zekiye was 28, even oud als ik toen. Ze vertelde hoe ze al jarenlang werd mishandeld door haar man, in het bijzijn van de kinderen. Als haar man weg was, werd ze geslagen en vernederd door haar schoonfamilie, bij wie ze inwoonden. Ze zag maar één uitweg. Rattengif.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Koningin Maxima, Fatima Mernissi en princes Beatrix (foto: ANP/Robin Utrecht).

Nu nog zie ik regelmatig op het nieuws voorbij komen hoe vrouwen het slachtoffer worden van eerwraak, huiselijk geweld, verkrachting of moord. In 2015 leidde de moord op de 20-jarige Özgecan Aslan tot nationale volkswoede. De studente zat in een mini-bus toen de chauffeur haar wilde verkrachten. Toen Özgecan zich verzette, vermoordde de man haar en stak haar in brand. Het verkoolde lichaam werd gevonden bij een rivier in de havenstad Mersin. Internet ontplofte. Miljoenen mensen twitterden over de vermoorde studente. Duizenden gingen de straat op. Opvallend was deze keer dat de opstand van de vrouwen werd gevolgd door mannen die hun steun aan Turkse vrouwen betuigden door gekleed in een minirok te demonstreren tegen seksueel geweld. Turkse artiesten werken massaal mee aan campagnefilms op Youtube om geweld tegen vrouwen een halt toe te roepen. Bekende zangeressen en actrices, die zelf slachtoffer waren van geweld, deelden die dagen hun persoonlijke ervaringen. Het was de eerste #MeToo-beweging in Turkije.

De regering van president Erdoğan krijgt veel kritiek omdat geweld tegen vrouwen onder zijn bewind zou zijn toegenomen. Alhoewel de situatie voordien niet veel rooskleuriger was, schuilt het gevaar in het feit dat er onder een meerderheid van de bevolking draagvlak bestaat voor de zeer conservatieve ideeën van Erdoğans islamitische AKP-regering over vrouwelijke zelfstandigheid. In een land waar de man van oudsher de dienst uitmaakt, hebben die uitspraken vanzelfsprekend veel impact. Een vicepremier die zegt dat vrouwen niet uitbundig mogen lachen in het openbaar, heeft invloed. Dat geldt ook voor een parlementslid dat zegt dat een verkrachter onschuldiger is dan de vrouw die hij zwanger maakte en die haar ongewenste kind wil laten aborteren.

Aan de andere kant maakte Erdoğan zich vorig jaar in een toespraak in Istanbul weer sterk voor de rechten van vrouwen. Hij noemde geweld tegen vrouwen onacceptabel en zei dat er strenge straffen moeten komen voor mannen die zich er schuldig aan maken. Hij zei dat hij met een plan komt om het probleem aan te pakken. Ook zei hij dat het land kinderhuwelijken en gedwongen huwelijken 'achter zich moet laten'. In Turkije is het verboden om als kind met een volwassene te trouwen, maar de rechter kan een huwelijk goedkeuren als een van de partners 16 jaar is. Veel jongeren trouwen in een islamitische ceremonie. Volgens mensenrechtenorganisaties vindt zo'n 15 procent van de huwelijken plaats nog voor de vrouw 18 jaar oud is.

Wij kunnen in het westen wel roepen dat het allemaal onzin en onoprecht is wat Erdoğan roept, maar de impact van de uitspraken die worden gedaan door de president zijn niet te onderschatten in een land met een eercultuur. Waar de onderwijsparticipatie van vrouwen laag is, binnen een samenleving waarin mannen domineren.

Een open en eerlijk debat is onmogelijk als we blijven hangen in kritiek vanuit een westerse leefwereld, en het eigen gelijk. Een constructieve dialoog is alleen mogelijk als je echt bereid bent je te verplaatsen in de ander en diens leefwereld. Ons gelijk, onze waarheid, klopt namelijk niet altijd. Er is meer realisme nodig, in plaats van moralisme, én dus ook minder politieke correctheid.

Ik zie iets moois in de opleving van het moslimfeminisme. De vrouwen die nu aan het hoofd van deze strijd staan, tillen de discussie over de simpele tegenstellingen heen. Hoofddoek op betekent onderdrukking, af betekent emancipatie: dat is te simplistisch en helpt niemand. In een tijd waarin racisme en islamofobie in opkomst zijn, is feministische solidariteit extra belangrijk. Vrouwelijke voorvechtsters in ons land die zich niet in hokjes laten plaatsen van links of rechts zijn dwingen dit af. Ze bereiken daardoor iedereen. Ik als journaliste en als moeder van een zoon moedig dit aan. Ik spreek mijn steun uit voor alle vrouwen die in het spoor van Fatima Mernissi lopen.