In Brainwash Talks van Human delen invloedrijke denkers, schrijvers, kunstenaars en wetenschappers verrassende ideeën voor persoonlijke en maatschappelijke problemen. Deze keer consultant Astrid Elburg.

'I have a dream'. Ken je 'm nog?

Op 18 januari 2018 stond ik in de Nieuwe Kerk in Amsterdam bij de tentoonstelling 'We have a dream', over het leven van Martin Luther King, Nelson Mandela en Mahatma Ghandi. De rode draad tussen deze mannen is moed, compassie en streven naar verbondenheid. Allemaal competenties waar je moeite voor moet doen.

Opnieuw luisterde ik naar de meeslepende speech van Martin Luther King en ik was tot op het bot geraakt. Zijn woorden zijn nog steeds van toepassing nu, in de 21e eeuw, in onze wereld van vooruitgang, wetenschap, technologie, beleidsvoornemens en resultaatgerichtheid.

De tekst loopt door onder de video.

I have a dream speech - Martin Luther King.

Deze mannen stonden voor meer gelijkwaardigheid tussen mensen. Ik ben op zoek gegaan naar de betekenis daarvan in onze dagelijkse interacties. Wat is mijn ervaring en wat merk ik? En ook: wat is het tegenovergestelde van gelijkwaardigheid?

Om bij mijn persoonlijke ervaringen te komen ging ik terug naar mijn vroegste ervaringen, naar de non-verbale uitingen van ongelijkwaardigheid die ik heb meegemaakt. Ik vroeg me af wat ik daarbij voelde. Dat gevoel is het beste te omschrijven als onderwerping, ondergeschiktheid en geringschatting. Je weet namelijk altijd wanneer je in iemands achting stijgt of daalt. En of er überhaupt achting aanwezig is. Op school wist ik precies wie de lievelingetjes waren. Wie er wordt opgehemeld en wie meewarig wordt aangekeken. Een blik, de lichaamshouding, de taal en de toon. Daardoor ben ik onbewust getraind geraakt in het herkennen van bewonderende of afwijzende blikken.

In mijn werk begeleid ik jonge professionals. Die met een niet-westerse achtergrond worden systematisch onderschat. Zij hebben het gevoel ondergewaardeerd te worden, en uit onderzoek blijkt dat dit vaak ook het geval is.

De pijn van het gebrek aan erkenning herken je ongetwijfeld, of je nu man of vrouw bent, wit of zwart. Maar wat doet het met een mens als je meer dan gemiddeld over het hoofd wordt gezien, niet gehoord of genegeerd wordt? Omgekeerd sterkt het je in wie je bent als je gelijkwaardig wordt behandeld. Je voelt je gezien, gehoord en in het beste geval bewonderd en opgetild. Je hoeft je niet te verdedigen of verantwoorden voor gebeurtenissen. Je kan helemaal jezelf zijn, je hoeft je niet te verloochenen - een fundamentele menselijke behoefte.

Kinderen die worden 'gezien', worden aangemoedigd om zich meer te ontwikkelen, en zijn slimmer en spontaner. Mensen die de constante dreiging voelen om te worden genegeerd, raken getraumatiseerd en worden schichtig, weten psychiaters. Voortdurende onderschatting of onderwaardering kan leiden tot agressie of depressie. Je hebt de keuze tussen strijden of breken.

Welke menselijke urgentie schuilt daaronder? Ik denk dat het neerkomt op zelf-expressie, op jezelf tevoorschijn laten komen. In een omgeving die je negeert moet je moedig zijn om jouw zijnsrecht op te eisen. Dat geldt voor onderwijssystemen, stageplaatsen, de arbeidsmarkt en ook voor de publieke ruimte in het algemeen.

Volgens sociologen leven we in de laat-moderniteit en staan we in de 21e eeuw voor een enorme opgave. Er wordt voorspeld dat twee derde van de wereldbevolking in 2050 in steden zal leven. Meer dan ooit moeten wij op zoek naar oplossingen om ons als mens te ontwikkelen. We moeten de moed verzamelen om ons gezond tot elkaar te verhouden.

We kunnen beginnen met de intentie om elkaar te zien en naar elkaar om te kijken. Compassie is de gelijkenis zoeken in elkaar. Wij kunnen elkaar vermenselijken. Inclusie is niet een workshop die je even tussen de bedrijven door op je werk volgt. Inclusie gaat over rechtvaardigheid. Diversiteit is een feit en inclusie een noodzaak.

En we kunnen onze verbondenheid versterken. Dat is de energie die tussen mensen ontstaat als alle partijen zich gezien en gewaardeerd voelen.

Wij schieten wij tekort. Niet intellectueel, niet technologisch, maar humaan. Daardoor onderwerpen wij elkaar, de natuur en het universum. Humaniteit is aan innovatie toe: het concept mens moet anders in de 21e eeuw. Er is dringende behoefte aan ontwikkeling van humane 21e eeuwse vaardigheden. Voor mij is moed de belangrijkste.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Astrid Elburg in Brainwash Talks (foto: Anna van Kooij).

Een tijd geleden zag ik een programma waarin iemand vertelde over zijn vroegere leven als junk op de Wallen in Amsterdam. Hij was regelmatig doodziek en werd uiteindelijk door iemand van het Leger des Heils gered. Hij is later afgekickt en werd kampioen handboogschutter. De interviewer stelde hem de vraag wat het ergste was dat hem in dat leven was overkomen en hij antwoordde: 'De meest afschuwelijke ervaring is dat niemand mij aankeek. Ik had nooit oogcontact, iedereen negeerde mij of keek langs mij heen terwijl ik daar op de grond lag.' Dat verhaal heeft mijn gedrag veranderd. Ik kijk nu iedereen aan om te laten weten dat ik ze zie.

Kijk eens bewust in de ogen van je oude buurvrouw als je haar een handje helpt, of geniet van die prachtige glimlach van het Surinaamse jongetje dat je nieuwsgierig nakijkt. Probeer eens dankbaar te zijn voor het voorrecht om het wonder van zoveel culturen bij elkaar te aanschouwen en geef de vakkenvuller in de supermarkt ook eens een compliment.

Nog een voorbeeld. Een tijd geleden gaf ik een sollicitatietraining aan jongeren in een middelbare school in Amsterdam-West. Voornamelijk scholieren met een dubbele culturele achtergrond. Ze stormden de klas binnen en keken uitdagend naar de twee docenten voor de klas. Dat doen overigens alle jongeren van die leeftijd. Er zaten een paar moeilijke jongens tussen. Ik besloot naar ze toe te lopen, gaf ze een hand en keek ze aan, recht in de ogen met de intentie om contact te maken. Ik heb nog nooit zo'n grote omslag in energie gezien. Ze werden rustig en namen de klas mee in hun sfeer. We konden daarom zelfs lachen, de training werd een groot succes.

Met het zien van elkaar kunnen we veel. Ik zie de ontwijkende blikken van de uitverkorenen en de smekende ogen van de onderworpenen. Hoe fantastisch zou het zijn als wij onze kinderen kunnen leren dat het gezien en gehoord worden net zo belangrijk is als het geven van een stevige hand? Of net zo moedig als bij het leren fietsen in het Amsterdamse verkeer? Hoe geweldig zou het zijn als wij nieuwe generaties opvoeden die moediger zijn dan wij?

Na 'We have a dream' is het de hoogste tijd voor 'We have a plan!'

Want wie is er verantwoordelijk voor mijn gelijkwaardigheid? Wat staat mij te doen? Wat staat er dan op het spel? Welke prijs ben ik bereid te betalen?

Ik wil niet blijven dromen, ik moet iets doen om mijn eigen gelijkwaardigheid te waarborgen. Voortdurend geruststellende blikken naar mijn omgeving toewerpen gaat niet helpen. Wel kan ik werken aan mijn eigen weerbaarheid. Ik wil de regie over mijn eigenwaarde en niet wachten totdat de wereld zover is. Mijn eigen levensstrategie op orde.

Ik kan besluiten om een omarmende houding te laten zien waardoor ik de ander tegen mijn borst aandruk en niet wacht tot de ander zich voor mij openstelt. De beste inspirators zetten hun denken om in daden en belichamen wat ze beweren.

Martin Luther King, Ghandi en Mandela hebben zich in de 20e eeuw opgeofferd om te strijden tegen de systematische vernedering van hun volk. Ze zijn naar voren gestapt toen ze jonge mannen waren, ze zijn doorgegaan toen hun leven op het spel stond, ze hebben een bijdrage geleverd aan iets groters dan zijzelf. Ik kan zelf laten zien hoe compassie werkt, ik kan er voor kiezen om de eerste te zijn die in de ogen van de ander kijkt.

Ja, ik ben in staat om de altijd dreigende onderwerping omzetten in moeite doen voor een hoger doel. De belichaming van compassie en verbondenheid heb ik gezien bij Nelson Mandela. Moed en opofferingsgezindheid heb ik gezien bij Mandela, King en Ghandi.

Zo wil ik leven.