Wat is inburgering eigenlijk? Naar die vraag heb ik onderzoek gedaan. En de enig mogelijke conclusie is dat er niets klopt van de manier waarop we in Nederland op dit moment omgaan en nadenken over inburgering, integratie en burgerschap.

Laten we beginnen met een uitspraak van onze premier, de eerste man van het land, uit 2016. Tijdens een interview bij Zomergasten zei hij 'pleur op' tegen een groepje aanhangers van de Turkse president Recep Erdoğan. In media en politiek is daar veel over te doen geweest. Maar hij zei eigenlijk nog meer tijdens die uitzending. Volgens Rutte liet het groepje zien dat er in Nederland twee groepen Turken zijn. Aan de ene kant heb je de Turkse Nederlanders, en aan de andere kant de Turken in Nederland.

Van beide groepen, verzekerde de premier, heeft iedereen een Nederlands paspoort. Maar het verschil is dit: de Turkse Nederlanders zijn geïntegreerd. Dat betekent dat zij bij de samenleving horen. Het is hen gelukt echte Nederlanders te worden. Met de Turken in Nederland is het minder goed gesteld. Zij hebben wel een Nederlands paspoort, maar zijn niet geïntegreerd. Ze staan buiten de samenleving en zijn hun staatsburgerschap niet waard. Vandaar: 'Pleur op.'

Tekst loopt door onder de video.

Dat vond ik interessant. Ik vond het eigenlijk wel meer dan interessant. Maar ik hou het even bij interessant. Het is namelijk een perfecte illustratie van hoe er op dit moment wordt nagedacht over integratie en burgerschap. Heel kort samengevat zijn er twee typen Nederlanders ontstaan. Er zijn onvoorwaardelijke Nederlanders. Een exemplaar daarvan ben ikzelf. Mijn ouders en grootouders zijn van deze grond. Ik ben altijd een Nederlander, wat ik ook zeg, wat ik ook doe. De premier zal tegen mij nooit 'pleur op' zeggen.

Maar er zijn ook Nederlanders met een migratie-achtergrond, waarmee mensen bedoeld worden die gemigreerd zijn uit niet-Westerse, niet-Europese landen. En migratie-achtergrond wordt breed opgevat: je bent zelf gemigreerd, je ouders zijn gemigreerd, of je opa's en oma's zijn gemigreerd. Ik vermoed dat de jongemannen waartegen de premier 'pleur op' zei, de kleinkinderen zijn van Turkse gastarbeiders die naar Nederland kwamen in de jaren 60. Hoe dan ook, over deze Nederlanders wordt gezegd dat zij de juiste opvattingen moeten hebben en goed gedrag moeten vertonen, voordat zij hun Nederlanderschap verdienen.

Voor ik verderga wil ik vast onderstrepen dat dit perspectief op integratie en burgerschap een heilloze weg is. Ten eerste is het niet eerlijk. We leven in een democratie en daarin bestaat niet zoiets als voorwaardelijk en onvoorwaardelijk burgerschap, wat een variant is van eersterangs en tweederangs burgerschap. Ten tweede werkt het niet. Het zorgt voor vervreemding en verlamming. Het voegt problemen toe. En dat kunnen we ons niet veroorloven.

We leven in een tijd van oorlog, met de vreselijke oorlog in Syrië die nog altijd gaande is. Er zijn meer vluchtelingen op de been dan na de Tweede Wereldoorlog. We leven in een tijd van radicalisering en aanslagen. En we leven in een tijd waarin politici oproepen tot het verminderen van bevolkingsgroepen. Met al die dingen moeten we de komende jaren iets. En dat is ongelooflijk ingewikkeld. Maar de eerste stap moet zijn dat we dit perspectief op integratie en burgerschap loslaten.

Ik wil een eerste stap zetten naar een beter perspectief op burgerschap, en wil kijken waarom het huidige perspectief op integratie en burgerschap niet klopt. Ik ga vier aspecten noemen van het huidige perspectief op integratie en burgerschap, die je zeker zult herkennen.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Foto: Everton Vila.

Het eerste aspect is dat integratie een persoonlijke eigenschap is geworden. Dat is opvallend, want de term integratie komt oorspronkelijk uit de sociologie. Het ging over de samenleving als geheel: de Nederlandse samenleving is geïntegreerd of niet. Maar dat zeggen we eigenlijk niet meer. We zeggen nu: Mohammed of Fatima is geïntegreerd of niet. Integratie is dus iets geworden wat personen kunnen belichamen. En als hen dat lukt, zijn het echte Nederlanders.

Ten tweede leidt het huidige perspectief op integratie tot een dubbele standaard. Kleinkinderen van migranten kunnen onder de juiste omstandigheden (of de verkeerde omstandigheden eigenlijk) 'pleur op' naar hun hoofd krijgen. Keer terug naar je eigen land, betekent dat. Maar het geldt ook de andere kant op. Stel: Hassan scheidt heel goed zijn afval, gaat ieder jaar naar de Gay Pride en houdt enorm van kroketten. Dan zeggen wij: 'die Hassan is een echte Nederlander geworden.' Maar als Kees exact dezelfde dingen doet, zal nooit iemand zeggen: 'Kees staat midden in de samenleving.'

Ten derde creëert dit idee van integratie een standaard voor mensen met een integratieachtergrond, waarbij zij afgemeten worden aan een perfect Nederland. Een voorbeeld: Fatima haalt alleen maar tienen op school. Dan zeggen wij: 'knap van haar, goed geïntegreerd.' Dat suggereert dat in de echte Nederlandse samenleving alleen maar kinderen leven die tienen halen. Dat is natuurlijk niet waar. Er zijn genoeg Jannen en Margreten die vijven halen en niet goed meekomen op school.

Dat geldt ook voor ernstigere zaken als criminaliteit, taalachterstond en armoede. Als we die zaken tegenkomen bij mensen met een migratie-achtergrond, dan zeggen we: 'hun integratie is niet goed gelukt.' Terwijl absoluut genomen, als je gaat tellen, dan zijn de meeste mensen die met deze zaken te maken hebben geen mensen met een migratieachtergrond.

Ten vierde schept deze manier van denken over integratie afstand ten opzichte van bepaalde maatschappelijke vraagstukken. Neem bijvoorbeeld het feit dat er armoede en criminaliteit is, en er jongeren zijn die een journalist lastigvallen. Dat is iets wat plaatsvindt binnen onze samenleving. Daar moeten wij en onze politiek iets mee. Maar als je dit begrijpt als een integratieprobleem van mensen die buiten de samenleving staan, maak je het probleem ineens niet-Nederlands. En wie buiten de samenleving staat en niet-Nederlands is, krijgt minder politieke aandacht. Dus wat doe je dan: pleur op, wegsturen, wegwuiven. In plaats van iets te doen doe je juist niets.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Een vrouw maakt een inburgeringsexamen (foto: ANP/Marco de Swart).

Als je deze vier punten samen neemt heb je de bril waardoor er door Nederlanders naar buitenlanders gekeken wordt. En als we nu kijken naar onze oplossingen voor de vraagstukken van deze tijd, zoals grotestadsproblematiek, het opnemen van vluchtelingen, toenemende ongelijkheid en radicalisering, zien we dat deze ernstig tekortschieten. Welk paspoorten nemen we af, wie kunnen aanwijzen als buitenstaander, en hoe kunnen we vluchtelingen zo lang mogelijk laten wachten en zo veel mogelijk laten doen voordat zij zich geïntegreerde Nederlanders mogen noemen?

Deze oplossingen leveren ons heel weinig op. Wat heb je nou gedaan? Je hebt 'pleur op' geroepen tegen iemand die Nederlander is en blijft. Chapeau. Je hebt mensen aangewezen als buitenstaanders, mensen vervreemd. En je hebt vluchtelingen geen begeleiding gegeven bij taalles, omdat ze het zelf moeten doen. Daar hebben we niets aan, het is symboliek. Je hebt in niets en niemand echt geïnvesteerd.

We moeten daarom naar een nieuwe bril. We moeten - en met we bedoel ik alle Nederlanders - naar een Nederland waarin iedereen geëerd of bekritiseerd wordt voor wat zij heeft gedaan, zonder dat achtergrond daar een rol bij speelt. We moeten naar Nederland waarin maatschappelijke problemen worden opgelost, in plaats van dat ze worden begrepen als een manier waardoor de 'echte' Nederlanders boven komen drijven. Taalachterstanden, anti-democratisch gedachtegoed, criminaliteit: doe er iets aan, pro-actief, met een maatschappelijk perspectief.

Tot slot, om het nog even heel duidelijk te maken. We leven in roerige tijden. En het probleem is vooral dat we het verkeerde debat voeren. Nederland zit op dit moment rotsvast in een vals dilemma. Wij denken dat we maar twee keuzes hebben. Of je bent vóór integreren en dan ieder jaar harder, op de manier die ik net heb geschetst. Of, en dat is het frame, je bent voor niets doen, je bent een wegkijker.

Laat je niet in deze keuze drukken. Er is namelijk nog een keus en dat is de juiste keus. En die keuze is dat Nederland maatschappelijke problemen moet herkennen en oplossen in lijn met het fundament van Nederland. En dat fundament is dat álle burgers gelijke rechten hebben. Dat er rechtsgelijkheid bestaat en dat iedereen gelijke kansen krijgt.

Dat zijn onze waarden. Dat zijn zelfs de waarden die wij universeel achten en noemen. En gelukkig zijn deze waarden in vergelijking met andere landen in Nederland heel goed gerealiseerd. Wat dat betreft zijn wij bofkonten. Maar zoals dat werkt met waarden in een democratie: het blijft altijd work in progress. Nederland is nooit af. Dat was vijftig jaar geleden zo, dat is nu zo en dat is over vijftig jaar zo.

Het fundament van gelijke kansen, dat is waar Nederland voor staat. Dus in plaats van nog langer te blijven hangen in het integratiedebat dat we nu al bijna 25 jaar voeren, dat averechts, contraproductief en selectief is, moeten we ons herpakken. Met dat inspirerende verhaal over Nederland waar alle burgers, ongeacht achtergrond, zich als gelijken aan kunnen verbinden. En laten we dat de komende 25 jaar doen.