De mogelijkheid om te doen en te laten wat je wilt. Voor veel mensen is dát vrijheid. Maar, hoe vrij zijn we werkelijk, geboren met een genenpakket en in een omgeving die we niet zelf hebben gekozen, vraagt kunstenaar en schrijver Raoul Martinez zich af in zijn Brainwash Talk. Over de grenzen aan de vrijheid.

Laten we beginnen met een kort gedachte-experiment. Stel je twee vijanden voor op een slagveld. Een Israëliër en een Palestijn, bijvoorbeeld. En stel je voor dat we de tijd terug konden draaien, ze bij de geboorte kunnen verwisselen, zodat ze opgroeien in de cultuur van de ander. Wat verwachten we dat er zal gebeuren?

Dat ze voor de andere kant gaan vechten. Een andere vlag, een andere religie, een andere ideologie. Dat zou niemand verbazen, het lijkt logisch. Toch zeggen we daarmee dat de overtuigingen van die twee individuen in zekere zin arbitrair zijn, het product van krachten die ze niet beheersen.

Dit kwam bij me op toen ik als 13-jarige van school naar huis liep. Die avond bedacht ik dat dezelfde logica op mij van toepassing was. Op mijn uiterlijk, mijn overtuigingen, mijn waarden, mijn gewoontes, mijn dromen. Ze voeren terug naar de loterij van mijn geboorte.

Met andere genen, of geboren in een andere cultuur, was ik een ander persoon geweest, met andere overtuigingen en gedrag. Ik begreep dat dit grote implicaties had. Het leidde mijn aandacht naar een simpel feit: we creëren onszelf niet.

Maar hoe kunnen we dan verantwoordelijk zijn voor hoe we zijn? En als we dat niet zijn, hoe kunnen we dan verantwoordelijk zijn voor wat we doen?

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Foto: Anna van Kooij.

Het duurde even voor ik het accepteerde, maar de conclusie was onweerlegbaar: dat kan niet. Het soort verantwoordelijkheid waardoor we straf en schuld zouden verdienen, of lof en beloning, is een illusie. Ik noem het de mythe van verantwoordelijkheid.

Deze invalshoek is contra-intuïtief, omdat we elke dag zo veel keuzes maken. Wat ga ik zeggen, eten of dragen? Het maken van een keuze maakt je niet verantwoordelijk voor die keuze, want we maken keuzes met hersens die we niet hebben uitgekozen. Een psychopaat zal veel moreel verkeerde keuzes maken, maar hij kiest er niet voor de hersens van een psychopaat te hebben.

Het punt is dat er één ding heel duidelijk wordt als we alle factoren meewegen die ons maken tot wie we zijn. Als we ons biologisch erfgoed in ogenschouw nemen, en de behandeling die we kregen van ouders, leraren, leeftijdgenoten, de rolmodellen die we tegenkomen, en de kansen die we krijgen. Dan zie je dat de machinerie waarmee we keuzes maken, tot stand is gekomen door middel van een proces ver buiten onze controle.

Dat proces bepaalt alles, van de hormoonbalans in ons lichaam en het functioneren van neurotransmitters, tot de architectuur van ons zenuwstelsel. Ons talent voor empathie, wiskunde, geluk, moed, ons vermogen tot concentratie en zelfbeheersing: het is allemaal een product van dat constructieproces. Met een andere biologie of omgeving zou ons brein anders zijn. En met een ander brein gedragen we ons anders. Als je was geboren met de genen van Donald Trump, en in dezelfde omgeving was grootgebracht, is er geen reden om te denken dat jij het beter zou doen dan hij.

Een bezwaar tegen deze zienswijze is het idee dat we als kinderen weliswaar niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden, maar dat we als volwassenen leren en groeien, en verantwoordelijkheid krijgen.

Het probleem met die denkwijze is dat zodra we het kritische vermogen hebben ontwikkeld om onze identiteit te bevragen, we al een identiteit hebben. Vanaf dat moment bepaalt onze geërfde identiteit ons gedrag, en kadert het onze waarnemingen. Dus ja, we kunnen aspecten van onszelf veranderen, en de manier waarop we ons leven leiden. Maar de wijze waarop we willen veranderen en het welslagen van die verandering, worden bepaald door hoe we al zijn als optelsom van genen en ervaring.

Een ander bezwaar is dat talent en wilskracht weliswaar het product van zaken zijn die we niet in de hand hebben, maar dat we voor inspanning wel degelijk verantwoordelijk zijn. We begrijpen dat een mooi gezicht of talent voor natuurkunde zaken zijn die we toevallig hebben gekregen. Maar de bereidheid tot zelfdiscipline, om door te zetten, of offers te brengen, hebben schijnbaar te maken met karakter. Daar, denken we, geldt het idee van verantwoordelijkheid.

Dat is een krachtig gevoel, maar zeer misleidend. De wil om je in te spannen en het vermogen om dat te doen, zijn evengoed een product van onze genen en ervaring. Het wordt beïnvloed door onze prenatale omgeving. Of we als kind zijn mishandeld. Het glucoseniveau in ons bloed. Hoe moe we zijn, hoe gestrest we zijn. Of we leven in een individualistische of collectivistische cultuur. En nog vele andere factoren.

Ondanks al die gevoelens is de mythe van verantwoordelijkheid steeds moeilijker vol te houden. Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor en talloze bevindingen in allerlei disciplines ondermijnen het. Experiment na experiment toont aan dat het grootste deel van onze beslissingen onderbewust wordt genomen. Onderzoek na onderzoek onthult een sterke correlatie tussen vroege-jeugdtrauma's en emotionele en intellectuele remmingen. Dus wetenschap geeft ons verklaringen voor gedrag die ver voorbij de wil van het individu gaan.

Zo weten we nu dat een hersentumor grote invloed kan hebben op de persoonlijkheid. Het kan leiden tot geweld of misbruik. Maar nog niet zo lang geleden werd zulk gedrag volledig toegewezen aan de vrije wil van het individu. Mensen werden gestraft of zelfs gedood omdat ze aan die aandoening leden. Nu geven we uiteraard de tumor de schuld, niet het individu. Maar alleen omdat de wetenschap ons in staat stelt om zulk gedrag te verklaren in termen van de fysieke kenmerken van het brein.

Mettertijd zal technologie ons waarnemingsveld vergroten. Wie weet welke subtiele veranderingen in de hersenchemie we over een eeuw zullen kunnen waarnemen? Veranderingen die allerlei gedrag veroorzaken dat we nu nog toeschrijven aan de vrije wil van het individu.

Individuele verantwoordelijkheid dekt als een vijgenblad de gaten in onze kennis af. We hoeven niet te wachten op vorderingen in de wetenschap om te weten dat iemand die zich anders gedraagt dan wij, dat doet omdat hij anders is dan wij. We kunnen misschien het relevante fysieke verschil niet aanwijzen, maar hun gedrag is bewijs genoeg.

En omdat niemand zichzelf creëert, kun je niemand de schuld geven van z'n brein of het gedrag dat eruit voortvloeit. Waarom doet dit ertoe?

Omdat het idee dat we verantwoordelijk zijn voor wie we zijn en wat we doen heeft geleid tot absurde overtuigingen en wrede regels. Omdat het een stilzwijgende bekrachtiging is van ongelijkheid en onderdrukking waarmee we armen de schuld geven van hun armoede en de rijken prijzen voor hun rijkdom.

Als we verantwoordelijkheid uitsluitend op het individu betrekken, blijven we blind voor de diepere oorzaken van gedrag: de samenloop van biologische, sociale, economische, politieke en familiaire krachten die erachter zaten.

Wie de mythe van verantwoordelijkheid afwijst, begrijpt de beslissende rol van toeval in ons leven. Dat toeval het verschil is tussen de rijke en de arme, de heilige en de zondaar, de gevangene en de rechter, en de machtige en de machteloze. En dat noties van verdienste en schuld eigenlijk betekenisloos zijn.

Natuurlijk kun je individuen straffen die een bedreiging vormen voor de samenleving. Het creëren van prikkels voor sociaal wenselijk gedrag is vaak noodzakelijk. Maar de waarheid is dat niemand meer of minder geluk of lijden verdient dan een ander, wie het ook is, en wat ze ook hebben gedaan.

De mythe verwerpen is dus belangrijk omdat die onze moraliteit ingrijpend verstoort. Onderzoek wijst uit dat hoe sterker ons geloof in verantwoordelijkheid is, hoe meer we slachtoffers de schuldgeven, hoe zwaarder we straffen, en hoe meer we deze ongelijke wereld als eerlijk en rechtvaardig beschouwen.

Dus de mythe ontkrachten is een essentiële stap naar een meer rationele, eerlijke en barmhartige wereld, waar we geen schuldige aanwijzen, maar proberen te begrijpen. En waar gevoelens van eigenwaan plaatsmaken voor nederigheid.

Voor de duidelijkheid, dit is geen pleidooi voor fatalisme, het idee dat de toekomst vastligt, en het niet uitmaakt wat we doen. Juist door onze beperkingen te benoemen, geven we onszelf de best mogelijke kans om ze te overstijgen. En door te begrijpen wat we zijn, vergroten we onze vrijheid om te zijn zoals we willen zijn.