Ongeveer een jaar geleden heb ik mijzelf ertoe gezet om al mijn tijd en energie te stoppen in het grootste probleem waar wij als mensheid mee worden geconfronteerd. Ik heb het natuurlijk over klimaatverandering. Ik ben driftig aan de slag gegaan met het geven van lezingen, sprak met mijn studenten over het onderwerp en ben stukken gaan schrijven. Om na een tijdje tot de conclusie te komen dat mijn artikelen helemaal niet zo goed werden gelezen werden. Ze kregen gemiddeld 50, misschien 60 likes op Facebook. Niet wat ik gehoopt had.

Tot ik op een dag een uitstapje maakte en een stuk schreef over ons creatieve vermogen. Hoe we dat creatieve vermogen zouden kunnen bevorderen. Het werd ruim 35.000 keer gelezen. 35.000 duizend keer! Dat stond in geen verhouding tot mijn stukken over klimaatverandering. Waarom is het zo lastig om zo'n publiek te bereiken met stukken over klimaatverandering, over ecologie, over milieu? Waarschijnlijk moet ik dat niet aan u vragen, u leest dit stuk al.

Maar als we kijken naar Nederland in zijn totaliteit dan moeten we toch concluderen dat we nog een lange weg hebben te gaan met betrekking tot onze zogeheten 'duurzame transitie'. Laatst hoorde ik in het nieuws dat de Nederlandse regering de klimaatdoelen van 2020 hoogstwaarschijnlijk niet gaat halen. Er moet flink worden bijgestuurd. Ook las ik dat onze vleesconsumptie na een paar jaar lichte daling, vorig jaar weer is toegenomen (of in elk geval heeft die daling zich niet voortgezet). Een gemiddelde Nederlander eet 39 kilo vlees per jaar. Om je een idee te geven: dat is ongeveer een kind van twaalf jaar oud. Dat is best wat.

En om het nog wat erger te maken hoorde ik dat het Sociaal en Cultureel Planbureau in 2016 een onderzoek heeft gedaan naar de perspectieven van Nederlanders op doorlopende maatschappelijke kwesties. De vraag die gesteld werd, was: Wat vindt u de grootste maatschappelijke problemen waar wij als samenleving mee worden geconfronteerd? Slechts twee procent van de respondenten gaf klimaatverandering spontaan als antwoord. Twee procent. Dus kunnen we concluderen dat klimaatverandering helemaal niet zo leeft, hier.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Foto: Greg Rakozy.

Dat heeft met een aantal zaken te maken. Ik sprak laatst een buurman (ik woon in Amsterdam-Noord) en die buurman vroeg mij tijdens het gesprek waar ik mij zorgen over maak in de wereld. Ik antwoordde natuurlijk dat ik met name bezorgd ben over de toekomst van onze planeet. Om de staat van onze planeet, om het milieu. De buurman keek me even bemoedigend aan en zei: 'Ruben, ik vind het heel sympathiek dat jij de tijd en het geld hebt om je bezig te houden met ijsberen op de Noordpool. Maar ik houd me echt met andere, belangrijkere zaken bezig. Immigratie, of de toekomst van de zorg, om maar wat te noemen.'

Ik was stil. Ik wist niet zo goed wat ik moest zeggen. Toen ik naar huis liep, realiseerde ik ineens wat een groot deel van het probleem is: de manier waarop we over dit onderwerp spreken. Want wat is het geval? Als we het hebben over de noodzaak van een duurzame transitie, dan roepen we (de milieubewusten) vaak 'Red de planeet'. Dat zijn simpel gezegd de drie woorden waarmee we het probleem en de oplossing samenvatten. Misschien is die slogan wel onderdeel van het probleem?

Een uitspraak als 'Red de planeet' stelt ons namelijk in staat om het probleem ergens in de toekomst te situeren, of ver van ons af te plaatsen. Het milieu is elders. De slinkende biodiversiteit is daar verder op, dieren sterven ergens buiten ons zichtveld uit, enzovoort. De slogan 'Red de planeet' creëert dus een psychologische afstand van datgene waar het om gaat: ons eigen voortbestaan. Die psychologische afstand is er niet als het gaat om bijvoorbeeld de zorg en immigratie. Die problemen zijn zichbaarder, spelen in de directe leefomgeving van mensen, en dus maakt mijn buurman zich dáár zorgen over.

Ik betrap mijzelf er ook wel eens op hoe lastige het is om je te verhouden tot deze zaak. Toen afgelopen zomer de Fipronil-zaak speelde, die schadelijke insecticide die in eieren terecht was gekomen, werd er geadviseerd om een tijdje geen eieren te kopen. Ik heb toen een week geen eieren gegeten. En er zijn, net als ik, veel meer mensen die dat deden (veel schappen werden door supermarkten leeggehaald).

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Greenpeace-protest in Hamburg, Duitsland (foto: Bodo Marks, AFP).

Maar stel nou dat er in de kranten had gestaan dat de consumptie van eieren leidt tot een grotere uitstoot van ammoniak, en dat dit weer schadelijk is voor het milieu. Dan had ook ik, moet ik eerlijk toegeven, twee keer diep gezucht, maar was ik een dag later gewoon weer naar de supermarkt gegaan om eieren te kopen. Pas als onze gezondheid, of onze directe leefomgeving op het spel staat, komen we in actie.

Zodra het ergens verderop gebeurt, of in de toekomst, zijn wij geneigd tot passiviteit. We moeten dus een veel duidelijkere link leggen tussen klimaatverandering en de gezondheid van de mens, tussen ons dagelijks bestaan en het web van leven waar wij altijd en elke dag onderdeel van zijn. Denk bijvoorbeeld aan luchtvervuiling. Als wij de lucht zien als onderdeel van ons ademhalingssysteem, zijn we eerder bezorgd als we horen dat die lucht er slecht aan toe is.

Dan is er nog een laatste en misschien wel belangrijkste reden waarom een slogan als 'Red de planeet' problematisch is. In deze uitspraak ligt namelijk het idee besloten dat onze natuur passief is, fragiel. En dat 'de natuur' altijd slachtoffer is van onze menselijke hebzucht. Dat is een zeer gedateerd idee (als het al ooit echt zo is geweest) en wetenschappelijk gezien ook onhoudbaar.

Kijk alleen al naar de orkanen en stormen die heviger worden, de regenval die toeneemt. Moeder Aarde is langzaam aan het veranderen in een beest. Geowetenschappers noemen haar tegenwoordig dan ook eerder The Awakening Giant of The Ordinary Beast dan het zorgzame Moeder Aarde.

Halverwege oktober werd Ierland getroffen door orkaan Ophelia. Een orkaan in de derde categorie, best een aardige storm, dus. Hij zwakte wat af toen hij aan land kwam, maar wat klimaatwetenschappers verontrustte, is dat Ophelia een recordafstand had afgelegd over de Atlantische oceaan.

Tekst loopt door onder de video.

De storm was helemaal vanaf de Azoren naar het Europese continent gekomen. Dat bevestigde de vrees van wetenschappers dat de ruige weerpatronen die wij vooral van overzees kennen, in de (nabije) toekomst ook in toenemende mate ons continent zullen aandoen. Met andere woorden: de show komt steeds dichter bij ons bed.

De aarde is nu om en nabij de 4.6 miljard jaar oud en wij mensen leven sinds ongeveer 200.000 jaar op deze planeet. In de laatste 10.000 jaar was het klimaat ongekend stabiel. Zo stabiel dat wij ons als menselijke samenleving konden ontwikkelen. Aan die stabiliteit is nu in rap tempo een einde aan het komen. Met name door ons toedoen is de planeet een andere koers gaan varen. Een koers die grillig is, onberekenbaar. Een die ronduit vijandig is, en misschien wel vijandiger wordt als wij zo blijven doorgaan.

Willen wij onze planeet dus leefbaar houden, voor onszelf en andere levensvormen, dan zullen we af moeten van dat romantische beeld van de natuur, van het idee van Moeder Aarde. En zullen we klimaatverandering moeten gaan zien als een zaak van mensen en menselijke overlevingsdrang.

Want, zo luidt de paradox, om het leven op de planeet te redden, moeten we beginnen bij de mens. Want alleen de mens heeft het lot van de planeet in zijn handen. Kortom, niet: 'Red de planeet', maar: 'Red de mens'.