Sinds mijn boek Red Europa! in april 2016 in Duitsland verscheen, zijn er ondanks de vele negatieve voortekenen veel positieve dingen gebeurd. De pvv van Geert Wilders is niet de sterkste politieke partij van Nederland geworden. Meneer Höfer heeft niet naar de Weense Hofburg kunnen verhuizen en Marine Le Pen moest buiten het Elysée-paleis blijven. Ook de Duitse AfD lijkt geen groot gevaar meer. De Britten lijken inmiddels hun Brexit te betreuren en hopen nu in elk geval op een softer uittreden.

Een enquête die het Amerikaanse Pew Research Center in juni 2016 uitvoerde, laat zien dat het aantal mensen dat zich vóór de EU uitspreekt enorm is gestegen met gemiddeld 18 procent. Dat betekent dat nu weer ongeveer twee derde van alle Europese burgers achter de EU staat, precies zoals dit in de jaren voor de eurocrisis het geval was.

We mogen echter niet vergeten dat de politieke situatie in Oost-Europa (vooral in Hongarije, maar ook in Polen) en de afstemming van deze landen op een Europese eenheid problematisch is en inmiddels zelfs gevaarlijk genoemd kan worden. De burgers in deze landen, maar vooral de Roemenen en de Bulgaren, hebben onze hulp nodig bij het verdedigen van hun democratie, want ze horen bij ons.

We mogen niet vergeten de legacy van 1989 te verdedigen en in stand te houden: Europe whole and free! De eurozone behoeft een politieke, institutionele en economische verdieping, maar de mensen in Oost- Europa hebben een nieuw verzoeningsgebaar nodig, opdat ze zich niet langer als tweederangs Europeanen hoeven te voelen.

We moeten dus op onze hoede blijven. Ook dat laat het Pew-onderzoek zien. Hoewel de meeste mensen vinden dat Europa noodzakelijk is, hebben ze toch nog steeds veel kritiek op de EU, vooral wat haar economische structuur betreft. Haar instellingen zijn nog steeds niet democratisch, vooral niet wat hun fundamenten betreft. Bovendien beweegt ze zich onder grote druk van externe factoren in de richting van een veiligheidsunie, waarbij ze zich intussen op dubieuze wijze op bescherming, uitsluiting en controle concentreert.

De tekst gaat verder onder de foto.

Van links naar rechts: Italiaanse Premier Paolo Gentiloni, Voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker, Franse President Emmanuel Macron, Duitse Bondskanselier Angela Merkel en Premier Mark Rutte (foto: EPA, Clemens Bilan).

Op dit moment ziet het ernaar uit alsof binnenkort een nieuwe periode begint; de tijd tussen de Duitse verkiezingen van 24 september 2017 en de Europese verkiezingen van 2019, waarin ook over de Brexit onderhandeld zal worden. We moeten ervoor zorgen dat deze periode ons niet door de vingers glipt! De vraag naar de inrichting van de democratie op het Europese continent in de eenentwintigste eeuw wordt nu opnieuw gesteld en wij zullen die moeten beantwoorden.

In mijn antwoord staat het idee van Europa als republiek centraal. Dat heb ik in ontelbaar veel lezingen, interviews en krantenartikelen mogen uitleggen. Nadat er in december 2016 een documentaire over het onderwerp in Tegenlicht was verschenen, vond het idee van de Europese Republiek ook in Nederland weerklank.

Een Europa dat is gebaseerd op het algemene politieke principe van gelijkheid voor alle burgers, waarbij nationaliteit niets meer met concurrentiekracht te maken heeft. Electorale, fiscale en juridische gelijkheid – alleen op die manier kunnen we een Europese democratie tot stand brengen! 'Europa, dat betekent geen onderscheid naar nationaliteit', schreef Stefan Zweig.

Normatieve eenheid bij culturele veelheid, dat is het idee achter deze decentrale, sociale en democratische Europese Republiek, waarbinnen de vele, op cultureel gebied zo verschillende Europese regio's zich met elkaar verenigen. In de eenentwintigste eeuw zou de Europese geschiedenis daarmee een heel andere afslag nemen dan in de vorige eeuw en dus definitief de lessen trekken uit het nationalisme.