Van het Freedom Convoy van Canadese truckers tot de vrijheidsmarsen in Nederlandse steden: de afgelopen jaren is vrijheid een strijdtoneel geworden. Volgens historicus Annelien de Dijn is het begrip gekaapt en hebben we een veel te individualistische en kapitalistische opvatting van vrijheid. In Brainwash Bits laat ze zien waar dat vrijheidsbegrip vandaan komt en hoe het anders kan. De geschiedenis kent tal van voorbeelden van een meer collectief en democratisch begrip van vrijheid.

"Wat willen we? Vrijheid!" Tijdens de coronatijd is het begrip 'vrijheid' niet weg te denken uit het nieuws. Dat illustreert volgens historicus Annelien de Dijn dat vrijheid een krachtig politiek wapen is. "De demonstranten zouden ook kunnen zeggen: wij zijn tegen de avondklok want we willen 's avonds kunnen stappen. Maar dat argument wordt hier niet naar voren gebracht. Het gaat om een heel principieel argument." 

Nederlanders hebben vrijheid hoog in het vaandel staan, blijkt ook uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. "Als je aan Nederlands vraagt waar ze trots op zijn, dan hoor je erg vaak: ik ben trots op Nederland omdat het een vrij land is, waar ik in vrijheid kan leven." Slim dus, om dat begrip in te zetten tijdens demonstraties. Dat gebeurt niet zomaar op een sloganeske manier, volgens De Dijn. Er zit een filosofisch idee achter dat ver teruggaat: een individualistisch vrijheidsbegrip dat sterk contrasteert met een meer collectief en democratisch begrip van vrijheid.

Doen wat je wilt, zonder wetten en regeltjes

De wortels van een individualistische opvatting van vrijheid kunnen we vinden in de negentiende eeuw. "Onder andere door de opkomst van het liberalisme ontstond een nieuwe manier van denken over vrijheid, waarin vrijheid niet geïdentificeerd werd met democratisering en collectief zelfbestuur, maar met kunnen doen wat je wilt, zonder overheidsbemoeienis." 

Dit vrijheidsbegrip werd na de Tweede Wereldoorlog dominant. "Een denker die dat goed illustreert is Isaiah Berlin [1909-1997]," legt De Dijn uit. Hij stemde Labour en was enthousiast over de welvaartsstaat, maar toch hield hij er een liberaal vrijheidsbegrip op na. "In zijn essay Two Concepts of Liberty uit 1958 schreef hij: "Every law is an infraction of liberty," waarmee hij letterlijk bedoelt dat elke wet een inperking van onze vrijheid is. Zelfs wetten die iets positiefs proberen te verwezenlijken, zoals wetgeving die kinderarbeid verbiedt." Een vrij nihilistisch vrijheidsideaal, volgens De Dijn. Waarom werd het dan toch zo populair? 

"Om dat te begrijpen moeten we kijken naar de Koude Oorlog, waarin het zelfverklaarde vrije Westen tegenover de communistische wereld staat." Om zich te distantiëren van het communisme, gingen veel linkse bewegingen in het Westen en de Verenigde Staten zich steeds a-ideologischer opstellen. "Wat kenmerkend is voor het naoorlogse socialisme in Europa, is dat het zijn vroegere emancipatorische ideaal een beetje liet vallen en zich meer liet kenmerken door pragmatische doelen. Zoals voor iedereen een auto en een vaatwasser." Dat ligt ver af van het oorspronkelijke socialistische ideaal. "Het vroege socialisme wilde mensen bevrijden van de slavernij, zowel van de politieke als economische dictatuur."

Zo kan het ook: collectieve vrijheid

Vandaag de dag is het individualistische vrijheidsideaal nog altijd dominant en wordt het begrip vrijheid vooral op de rechterzijde van het politiek spectrum ingezet, ziet De Dijn. En dat terwijl er ook een ander vrijheidsbegrip is, dat veel dieper geworteld is, tot in de klassieke oudheid. "In dat meer collectieve vrijheidsbegrip gaat vrij zijn meer over de noodzaak van wetten en regels." Vrij zij betekent daarin dat de wetten en regels waaraan we ons allemaal moeten houden door ons allemaal gemaakt zijn. Een democratisch ideaal van collectief zelfbestuur dus.

Hoe kunnen we dat democratische vrijheidsideaal ook nu in de praktijk brengen? "Voor veel mensen is duidelijk dat onze democratie in crisis is. Maar precies dat gevoel van crisis heeft mensen aangezet om na te denken over hoe we die democratie kunnen verdiepen en vernieuwen." Denk aan experimenten met burgerraden, waarin burgers worden gevraagd om mee te denken over complexe politieke vraagstukken. "Het is nog te vroeg om te weten of die burgerraden onze democratie kunnen redden. Maar dat men hiermee bezig is, stemt me hoopvol."