Taal is niet neutraal, weet de Turks-Duitse schrijver en activist Kübra Gümüşay. Ze groeide op met het Turks, Arabisch, Duits en later Engels. Geen enkele taal, zegt ze, kan de wereld in al zijn schoonheid en veelomvattendheid beschrijven. Sterker nog: taal is politiek en deelt mensen in categorieën in. Categorieën die geen recht doen aan wie we zijn. In Brainwash Bits laat ze zien wat de macht van taal is, en gaat ze op zoek naar een taal die niet uitsluit en mensen in al hun verscheidenheid laat bestaan.

Hoe het is om meertalig op te groeien? Kübra Gümüşay gebruikt graag het beeld van een emmer water om dat uit te leggen. “Het voelde vaak alsof ik een emmer water naar de overkant moest dragen. Je struikelt en valt en bent blij als er één druppel veilig aankomt.” Want niet elke taal kan al je ervaringen omvatten. Je thuis voelen in een taal is ook niet altijd vanzelfsprekend, taal kan verstikkend zijn. “Omdat je niet geacht wordt in die taal te spreken, maar slechts iemand bent over wie gesproken wordt.”

Mensen met en zonder etiket

Taal is macht, volgens Gümüşay. “Ik gebruik altijd de metafoor van het Taalmuseum. In dat museum vind je alles wat je kent uit de buitenwereld: plaatsen, ideeën, ideologieën, concepten, smaken. Zonder dat je het gebouw hoeft te verlaten, kun je alles ontdekken.” Maar niet iedereen kan er even gemakkelijk ronddwalen. Er zijn twee typen bezoekers: mensen met etiket (de gelabelden) en mensen zonder etiket (de ongelabelden). “De ongelabelden passen zo goed binnen de sociale norm dat ze geen etiket nodig hebben.” Rondlopen door het museum is voor hen probleemloos, want het museum is ontworpen door mensen zoals zij.

Voor gelabelden is het anders. “Zij passen niet binnen de norm, ze zijn op een of andere manier anders.” Sterker nog, ze worden zelf een object in het museum. “De ongelabelden willen de gelabelden begrijpen. Niet op individuele basis, maar als geheel, als categorie.” Die categorieën bouwen als het ware glazen vitrines in het Taalmuseum, met een kaartje ernaast, waar een definitie op staat. Er is alleen één probleem: de mensen in de vitrines passen helemaal niet binnen die definitie. Dus lopen ze tegen de wanden van hun vitrine op, pijnlijk botsen ze met hun hoofd tegen het glas.

"Mensen laten het gebeuren, die inspectie, omdat ze denken dat ze daarna vrij zullen zijn. Maar dat is niet zo, hooguit krijgen ze een net iets grotere vitrine, een iets uitgebreide definitie."

Kübra Gümüşay

Sommige gelabelden schrikken terug en lopen rondjes langs de randen van de definitie die hen is gegeven. “Zo worden ze karikaturen van zichzelf, stereotypen.” Anderen blijven maar tegen de glazen wanden opbotsen, steeds opnieuw. “Ze kunnen de vrijheid bijna ruiken, maar dan begint de inspectie. De ongelabelden willen weten waarom die persoon niet in zijn definitie past. Alle aspecten van je bestaan worden dan geanalyseerd; je huid, je haar, hoe je leeft en liefhebt.” Mensen laten het gebeuren, die inspectie, omdat ze denken dat ze daarna vrij zullen zijn. Maar dat is niet zo, hooguit krijgen ze een net iets grotere vitrine, een iets uitgebreidere definitie.

Wat is seksuele intimidatie als er geen woord voor is?

Taal vormt ook onze blik op de werkelijkheid, legt Gümüsay uit. Niet alle ervaringen kun je goed in taal uitdrukken. “Elke taal vangt alleen datgene wat de meest machtige mensen in de samenleving erin hebben gestopt. Dat blijkt als je kijkt naar onrecht in de samenleving.” Filosoof Miranda Fricker liet dat zien aan de hand van seksuele intimidatie, waar tot in de jaren 60 in de VS geen gangbaar woord voor was. “Als een vrouw op de werkvloer last had van seksuele intimidatie door haar baas, kon ze dat niet benoemen,” vertelt Gümüsay. Anderen zagen het pas als een probleem als er geweld aan te pas kwam, anders was het gewoon een flirt. “De schuldige was er niet eens van bewust dat hij iets fout had gedaan. Hij profiteerde van dat gat in de taal. Taal is dus iets politieks.”

"Elke taal vangt alleen datgene wat de meest machtige mensen in de samenleving erin hebben gestopt."

Kübra Gümüşay
Muren afbreken en ruimte claimen

Hoe ga je ermee om als de taal die je spreekt, waarin je leeft, weinig ruimte laat voor jouw ervaringen? Gümüşay haalt inspiratie bij de Afro-Amerikaanse schrijver James Baldwin. “Hij zei: 'misschien is het inderdaad de schuld van de taal dat die mijn ervaringen niet kan weergeven. Maar, misschien is het ook mijn schuld. Ik heb de taal nooit echt leren gebruiken, alleen imiteren.' Misschien moeten we de moed opbrengen om het volle gewicht van onze ervaringen in de taal te leggen. Om niet te gast te zijn in een taal, en enkel de ruimte te nemen die ons wordt toegewezen, maar om de muren van het Taalmuseum af te breken. Zodat we gaan begrijpen dat de taal ook van ons is. Alleen dan kan de samenleving veranderen.”

Kübra Gümüşay (1988) is schrijver, spreker en activist. In 2018 werd ze door Forbes Magazine uitgeroepen tot en van 30 under 30 van Europa. Ze schreef het essay Spreken en zijn. Hoe taal ons beperkt en verbindt (2022). Momenteel is ze fellow aan de University of Cambridge.