Passie. Alles draait om passie. Je passie vinden. Gepassioneerd leven. De wereld inspireren met je passie. Mensen gaan naar Burning Man om passie te vinden, om in de buurt te zijn van passie, om hun eigen passie opnieuw aan te wakkeren. Hetzelfde geldt voor de ted‑conferenties en het inmiddels immense South by Southwest festival en talloze andere evenementen, retraites en topconferenties, die allemaal worden gevoed door naar wat zij beweren dat de belangrijkste kracht in het leven is.

Maar dit is wat diezelfde mensen je niet hebben verteld: je passie weerhoudt je er misschien juist wel van om macht of invloed of een bepaalde prestatie te bereiken. Want we falen ook net zo vaak mét – nee, dóór – passie.

Toen haar politieke carrière nog maar net in de lift zat, sprak een bezoeker een keer over Eleanor Roosevelts 'gepassioneerde belangstelling' voor bepaalde sociale wetgeving. En diegene bedoelde dat als compliment. Maar Eleanors reactie is illustratief: 'Ja, die zaak steun ik,' zei ze, 'maar ik kan me amper voorstellen dat het woord 'gepassioneerd' op mij van toepassing is.'

Als deftige, deskundige en geduldige vrouw, geboren toen de as van de stille victoriaanse deugden nog warm was, stond Roosevelt boven passie. Ze had een doel. Ze had een richting. Ze werd niet gedreven door passie maar door redelijkheid.

George W. Bush, Dick Cheney en Donald Rumsfeld daarentegen, waren gepassioneerd over Irak. Christopher McCandless brandde van passie toen hij 'de wildernis in ging'. En hetzelfde gold voor Robert Falcon Scott toen hij het poolgebied ging verkennen, aangestoken als hij was met de 'poolgekte' (net als veel deelnemers aan de tragische expeditie naar de top van de Mount Everest in 1996 tijdelijk waren bezeten door wat psychologen tegenwoordig goalodicy noemen). De uitvinder en investeerders van de Segway geloofden dat ze een innovatie in handen hadden die de wereld zou veranderen, en zetten alles op alles om iedereen te bekeren. Dat al die getalenteerde, slimme mensen vurig geloofden in wat ze probeerden te bereiken staat buiten kijf. Maar het is ook duidelijk dat ze niet goed voorbereid waren en niet in staat om de bezwaren en echte zorgen van iedereen om hen heen te begrijpen.

Hetzelfde geldt voor talloze ondernemers, schrijvers, chef-koks, eigenaren van bedrijven, politici en ontwerpers van wie je nog nooit hebt gehoord en ook nooit zult horen, omdat hun schepen al gezonken waren voordat ze goed en wel de haven uit waren. Net als iedere andere amateur hadden ze passie en ontbrak het hun aan iets anders.

Ik wil wel duidelijk maken dat ik het hier niet om 'geven om' heb. Ik heb het over passie van een ander soort: ongebreideld enthousiasme, de bereidheid om ons vol vuur op datgene wat voor ons ligt te storten, de 'brok energie' waarvan onze leraren en goeroes ons hebben verzekerd dat die ons belangrijkste bezit is. Het is dat brandende, niet te doven verlangen om een vaag, ambitieus en ver doel te bereiken. Die ogenschijnlijk onschuldige motivatie zit zo ver naast het juiste spoor dat het gewoon pijn doet.

De tekst gaat verder onder de foto.

Professioneel basketbalspeler Kareem Abdul-Jabbar in 1974 (Foto: The Sporting News Archives, Frank Bryan).

Een jonge basketbalspeler met de naam Lew Alcindor jr., die met zijn coach John Wooden drie nationale kampioenschappen op de ucla won, gebruikte één woord om de stijl van zijn beroemde coach te beschrijven: 'ongepassioneerd'.

Niet gepassioneerd dus. Wooden was niet van de hoera-hoeratoespraakjes of van de inspiratie. Die extra emoties zag hij als een last. Zijn filosofie ging juist over de controle hebben, je werk doen en nooit een 'slaaf van je passie' worden. De speler die die les van Wooden leerde, zou zijn naam later veranderen in een naam die je je vast beter zult herinneren: Kareem Abdul-Jabbar.

Niemand zou Eleanor Roosevelt of John Wooden of zijn notoir rustige speler Kareem als onverschillig hebben omschreven. Maar ze zouden hen ook nooit fanatiek of geestdriftig hebben genoemd. Roosevelt, een van de machtigste en invloedrijkste vrouwelijke activisten in de geschiedenis, en zeker de belangrijkste first lady van Amerika, stond vooral bekend om haar deugdzaamheid, haar onverstoorbaarheid en om het feit dat ze wist welke kant ze op wilde. Wooden won in twaalf jaar tijd tien titels, en zeven op rij, omdat hij een methode had ontwikkeld om te winnen en er met zijn spelers aan werkte om die te volgen. Geen van hen werd gedreven door geestdrift, en ze waren ook niet constant in beweging. Het kostte hun juist jaren om te worden zoals we hen kennen. Het was een groeiproces.

Tijdens onze pogingen om successen te behalen zullen we tegen complexe problemen aan lopen, vaak in situaties die we nog nooit eerder zijn tegengekomen. Kansen zijn meestal geen diepe, maagdelijke poelen; je hebt geen moed en lef nodig om erin te duiken. Ze worden juist aan het zicht onttrokken, er ligt een laag stof overheen, de weg ernaartoe wordt versperd door allerlei vormen van verzet. Wat we dan echt nodig hebben, zijn helderheid, weloverwogenheid en methodologische vastberadenheid.

Maar al te vaak doen we het echter als volgt…

Een flits van inspiratie: ik wil het beste en grootste … ooit doen. De jongste… zijn. De enige die…. De 'eerste met de meeste'.

Het advies: oké, hier volgt wat je nodig hebt om het stap voor stap te bereiken.

De realiteit: we horen wat we willen horen. We doen waar we zin in hebben, en hoewel we het ongelooflijk druk hebben en heel hard werken, bereiken we weinig. Of erger: we komen in een puinhoop terecht die we nooit hadden zien aankomen.

Omdat we alleen te horen krijgen over de passie van succesvolle mensen, vergeten we dat mensen die mislukten diezelfde eigenschap bezaten. We kunnen ons geen beeld van de consequenties vormen tot we hebben gekeken naar de weg die zij hebben afgelegd. Met de Segway gingen de uitvinder en investeerders uit van een veel grotere vraag. In de aanloop naar de Irakoorlog negeerden de voorstanders de bezwaren en de negatieve feedback, omdat die botsten met wat zij heel graag wilden geloven. Het tragische einde van het verhaal van Into the Wild is het resultaat van jeugdige naïviteit en gebrek aan voorbereiding. Bij Robert Falcon Scott was het een overschot aan zelfvertrouwen en geestdrift zonder rekening te houden met de reële gevaren.

We stellen ons Napoleon voor als overlopend van passie toen hij nadacht over de inval in Rusland, iets waarvan hij pas werd bevrijd toen hij naar huis strompelde met een fractie van de mannen met wie hij vol vertrouwen was vertrokken. In vele andere voorbeelden zien we dezelfde vergissingen: er wordt te veel geïnvesteerd of te weinig, iemand gaat al tot actie over voordat hij er echt klaar voor is, er wordt ineens met dingen begonnen die om een tactische aanpak vragen… Er bestaat bijna niets wat zo slecht is als de dronkenschap van passie.

Kenmerkend voor passie is dat ze meestal zwakte maskeert. Het hijgerige, impulsieve en onbesuisde ervan is een schamel surrogaat voor discipline, beheersing, kracht, doelgerichtheid en volharding. Het is belangrijk dat je dit bij jezelf en anderen waar kunt nemen, want hoewel passie van oorsprong eerlijk en goed kan zijn, zijn de effecten ervan komisch en vervolgens desastreus.

Passie zie je bij mensen die je in geuren en kleuren kunnen vertellen wie ze willen worden en hoe hun succes eruit zal zien, ze kunnen je misschien zelfs tot in detail vertellen wanneer ze van plan zijn hun doel te bereiken of je beschrijven welke legitieme en oprechte zorgen ze zich maken over de verantwoordelijkheid die op hun schouders rust. Ze kunnen je van alles vertellen over wat ze gaan doen, of zelfs al aan het doen zijn, maar ze kunnen je hun voortgang niet tonen. Want die is er vaak niet.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Hoe kan iemand het zo druk hebben en toch niets bereiken? Tja, dat is de passieparadox.

Als de definitie van krankzinnigheid is dat je telkens weer hetzelfde doet en toch andere resultaten verwacht, dan staat passie voor geestelijke achterlijkheid: we stompen doelbewust onze meest kritieke cognitieve functies af. Het is vooral achteraf gezien zonde, wanneer de beste jaren van ons leven zijn opgebrand als tollende banden op het asfalt. Honden, de stakkers, zijn gepassioneerd. Maar zoals heel wat eekhoorns, vogels, dozen, dekens en speeltjes je kunnen vertellen, bereiken die beesten meestal niet wat ze van plan zijn. Het voordeel van een hond is echter dat hij een ongelooflijk beperkt kortetermijngeheugen heeft, waardoor het sluipende gevoel van zinloosheid en onmacht op af- stand wordt gehouden. De realiteit houdt echter geen rekening met de illusies die óns functioneren bepalen… Uiteindelijk zal de realiteit altijd weer binnendringen.

Wat wij mensen nodig hebben als we aan onze klim beginnen, zijn doelgerichtheid en realisme. Doelgerichtheid, zou je kunnen zeggen, is als passie maar dan met grenzen. Realisme is een kwestie van objectiviteit en perspectief.

Als we jong zijn, of als dat wat we willen bereiken nog jong is, dan hebben we zulke intense gevoelens – passie stroomt net als hormonen het hardst door jeugdige aderen – dat het verkeerd lijkt om het langzaam aan te pakken. Dat komt alleen doordat we ongeduldig zijn. Doordat we niet kunnen zien dat het de reis niet zal bespoedigen als we onszelf opbranden of opblazen.

Passie gaat 'over'. (Ik ben zo gepassioneerd over…) Doelgerichtheid heeft te maken met 'om te' en 'voor'. (Ik moet… doen. Ik ben hier neergezet om… te bereiken. Ik ben bereid hier… voor te doorstaan.) In zekere zin haalt doelgerichtheid de nadruk van het ik af. Een doel is iets wat je buiten jezelf najaagt, in tegenstelling tot jezelf plezieren.

Maar meer nog dan doelgerichtheid hebben we realisme nodig. Waar beginnen we? Wat doen we als eerste? Wat doen we nu? Hoe weten we zeker dat wat we doen ons verder zal brengen? Waar meten we onszelf aan af?

Zoals Goethe ooit zei: 'Grote passies zijn ziektes zonder hoop.' En dat is de reden waarom bedachtzame mensen met een plan op een ander niveau opereren en niet vanuit een bepaalde dwang of ziekte. Ze huren professionals in en maken er gebruik van. Ze stellen vragen, ze vragen wat er verkeerd zou kunnen gaan, ze vragen om voorbeelden. Ze houden rekening met onvoorziene gebeurtenissen. En pas dan gaan ze knallen. Normaal gesproken beginnen ze met kleine stapjes en gaan dan op zoek naar feedback over hoe de volgende reeks stappen beter zou kunnen. Ze incasseren hun winsten op het juiste moment en worden beter naarmate ze verder komen; vaak vindt er een hefboomeffect plaats waardoor die winsten exponentieel in plaats van rekenkundig groeien.

Is een iteratieve benadering minder opwindend dan manifesten, openbaringen, het hele land door vliegen om iemand te verrassen of midden in de nacht warrige mails van vierduizend woorden versturen? Natuurlijk. Is het minder glamoureus en moedig dan je er met huid en haar in storten en je creditcards leegtrekken omdat je in jezelf gelooft? Absoluut. Hetzelfde geldt voor de spreadsheets, de vergaderingen, de reisjes, de telefoontjes, de software, de instrumenten en de interne systemen, evenals elk artikel dat hier ooit over is geschreven en de succesverhalen van beroemde mensen. Passie is als je de vorm verkiest boven het functioneren zelf. Terwijl doelgerichtheid juist een kwestie is van functioneren, functioneren en nog eens functioneren.

Wat je nodig hebt voor het belangrijke werk dat jij wilt verrichten, zijn behoedzaamheid en goed nadenken. Niet passie. Niet naïviteit. Het is veel beter als datgene wat voor je ligt je afschrikt; dat je nederig wordt door de enorme omvang ervan en besluit er toch mee door te gaan. Laat passie maar over aan amateurs. Laat het gaan om wat je voor je gevoel móét doen en zeggen, niet om je passie en wat je wilt zijn. Denk maar aan Talleyrands epigram voor diplomaten: 'Surtout, pas trop de zèle.' ('Vooral niet te veel geestdrift.') Dan zul je grote dingen doen. Dan hou je ermee op je oude zelf te zijn; vol goede bedoelingen maar zonder ooit iets tot stand te brengen.