Vraag mensen wat vrijheid is, en je krijgt vaak als antwoord: 'dingen kunnen doen zoals jij dat wilt' - de kansen die het leven biedt kunnen grijpen. Maar juist omdat wij al die mogelijkheden zo bejubelen, wordt de tegenovergestelde vorm van vrijheid steeds belangrijker: de vrijheid om ze te negeren.
Van alle kanten worden we overspoeld met dringend of zelfs dwingend advies. Volgens mijn Twitter-feed zijn er dozijnen boeken die ik per dag MOET lezen. Kranten rapporteren over platen, podia en restaurants die ik NIET mag missen. Gepersonaliseerde massa-e-mails smeken mij om steun voor petities of goede doelen die ik ABSOLUUT niet mag overslaan. Vrouwen- en mannenbladen adverteren, onder het mom van neutrale verslaggeving, de nieuwste MUST-HAVE's op het gebied van kleding, gadgets and cosmetica. Via-via bestoken vage kennissen ons op Facebook met eventaankondigingen die echt RARE en ESSENTIAL zijn.
En dus hollen wij achter die prikkels aan. Niet alles werkt voor iedereen. Modetrends bijvoorbeeld doen mij weinig, maar MUST READ-boeken zoek ik toch even op, direct gevolgd door een slecht geweten - ik kan ze toch nooit allemaal lezen. De vrijheid dat alles kan, verdraaid in haar tegendeel: de druk dat zoveel kennelijk moet.
Vrij zijn daarom niet zij, die zoveel mogelijk van dat advieslijstje afwerken, maar zij die het zich met gemak aan hun laars lappen. Twintig jaar geleden was ik helemaal gek op de Griekse filosoof Epicurus, de vader van het hedonisme. Zijn filosofie werd afgeschilderd als een pleidooi voor ongeremd genot - je denkt aan drugs, drank, seks, niks doen.
Maar Epicurus bedoelde iets heel anders: persoonlijk geluk was voor hem vooral de afwezigheid van zorgen, een innerlijke rust omdat je je nergens druk over hoeft te maken. Dat was het hoogste goed. Anno nu betekent dat vooral: je van al die must have's, must read's, must do's niks aantrekken. Wie had gedacht dat juist in tijden van overvloed het hedonisme nog zo actueel is?