Het nieuwe groen is groei. Tot die paradoxale conclusie komt een groep denkers die zich heeft verenigd onder de vlag van het 'ecomodernisme'. Ze pleit onder andere voor verdere intensivering van de landbouw: meer innovatie, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en mechanisatie.

De tekst gaat verder onder de foto.

Dit alles om het milieu te beschermen. Het idee is vooral het beperken van de voetafdruk van de mens: zorgen dat we met een minder groot land- en grondstofgebruik toch in onze behoeftes kunnen blijven voorzien. Daarnaast moeten mensen rijker worden, want de ellende die armoede met zich meebrengt staat veel positieve ontwikkeling - ook op het gebied van milieubescherming - in de weg.

Ecomodernisten zijn bovendien uiterst kritisch op de klassieke milieubeweging, bijvoorbeeld omdat die mordicus tegen hoopgevende technologieën zoals genetische modificatie zijn.

Het ecomodernisme druist daarmee radicaal tegen het heersende gut feeling in. Sterker nog: ze maakt er geen geheim van dat juist dat onderbuikgevoel een van de grootste obstakels naar een betere toekomst is.

Voor de landbouw geldt dat de ecomodernisten een punt hebben. Landbouw is een techniek; elke vorm ervan is fundamenteel onnatuurlijk en technische vooruitgang heeft de levens van miljarden mensen gered en mogelijk gemaakt. Wie zich dat realiseert, beseft ook dat elke inperking van techniek moreel niet te rechtvaardigen is.

Dat betekent niet dat het collectieve gut feeling ernaast zit. Een grote vraag bij de technologische oplossingen die de ecomodernisten aandragen blijft hoe ze in de praktijk worden ingezet.

Ze zouden gemakkelijk kunnen bijdragen aan het huidige, vervuilende systeem. Ze zouden ook de wereld kunnen redden. Dat is het hoopvolle onderbuikgevoel in de boodschap van de ecomodernisten.

Het zou de 'klassieke milieubeweging' sieren als ze hun dogma's lieten varen en moderne technieken zouden omarmen. Andersom moeten de heilige huisjes omschoppende ecomodernisten toch ook erkennen dat extreme voorzichtigheid bij hun voorstellen geboden is. En die is in het huidige systeem allerminst gegarandeerd.