Ok, dit is een makkie: wat is een bos? Een antwoord zou kunnen zijn: een flinke verzameling bomen die bij elkaar staan. Maar hoe flink moet die verzameling zijn om als bos te kwalificeren?

Een ding is zeker: vroeger was een bos een grotere verzameling bomen dan nu. Een bos is nu iets waar je naartoe kan rijden, met de auto, om er lekker te wandelen. Vroeger - echt vroeger - was een bos de woeste buitenwereld. Een ondoordringbaar, onherbergzaam Iets, waarin je een stuk kaalkapte om te kunnen wonen. Het woord 'bos' is dan ook enorm van betekenis veranderd.

Dat gebeurt natuurlijk geleidelijk. Voor iedere generatie is de verzameling bomen die er aan het begin van haar bestaan is, maatgevend. Het is de baseline. Maar als het bos steeds kleiner wordt, verschuift die baseline voor iedere volgende generatie.

Daniel Pauly, een gerenommeerd marinebioloog, kaartte dit probleem in 1995 aan in een artikel over onderzoek naar visbestanden. Elke onderzoeker nam de omvang van het visbestand aan het begin van zijn carrière als uitgangspunt. Maar pas als je goed onderzocht hoe groot de bestanden ooit, voordat mensen er op gingen vissen, geweest waren, kon je goed zien wat de impact van mensen is.

De vraag is, waar de natuur ophoudt en de invloed van de mens begint.

De tekst gaat verder onder de foto.

Koeien in de wei. De koe is blij, omdat hij voor het eerst na de winter de stal verlaat. (Foto: ANP, Remko de Waal).

Nederland is wat dat betreft een heel gek land. Van oorsprong is het moerassig, wat lastig was. Dus besloten de vroege Nederlanders de boel in te polderen. Dat resulteerde in het typisch Hollandse weidelandschap waar vooral veel koeien gehouden werden.

De weides stonden vol met met veldbloemen, verschillende grassoorten en kruiden. Perceelsafscheidingen waren bovendien vaak hagen die bruisten van het leven. Al die plantjes en kleine kriebelbeestjes vormden de habitat en het voedsel van de weidevogels. Weidevogels zoals de grutto konden er goed vertoeven.

Tegenwoordig hebben de meeste boeren een monocultuur van Engels raaigras op hun land. Dat dikke, bijna vettige, donkergroene gras is eiwitrijk en daarom goed voor de melkproductie van koeien. Wil je als boer zoveel mogelijk melk produceren met zo min mogelijk kosten (en laat dat nou net de dominante economische prikkel zijn waaraan boeren blootstaan), dan zorg je dat je weide vol Engels raaigras staat.

Wat een weide is, is veranderd. Het woord zelf niet. Maar in de objectieve werkelijkheid resulteert het in een schrikbarend teruglopend aantal grutto's.

meer weten?

Neem eens een kijkje op de website van de Vogelbescherming.