Graag vertel ik u een modern sprookje over een oer-Hollandse jongen - laten we hem Henk van de Westelaken noemen. Henkie woont in een dorpje in Brabant, werkt in het veevoederbedrijf van zijn oom, voetbalt met zijn jeugdvrienden en gaat ieder jaar op vakantie naar dezelfde camping in Spanje. Hij heeft niet zoveel van de wereld gezien, heeft nooit echt tegenslag gekend, heeft geen verantwoordelijkheden en kent gevaar alleen uit Hollywoodfilms.

Desalniettemin heeft Henkie nogal wat spatjes. In de voetbalkantine brult hij lekker onbeschaamd grofheden over vrouwen en moslims. Als Sinterklaas-surprise knutselt hij een sleepboot vol vluchtelingen met daarop 'Holland voor de Hollanders'. Tijdens het schaften roept hij dat hij Poetin een koning en Brussel een bolwerk vol sukkels vindt, en de vrouw van Trump wel eens bij haar poes wil grijpen. De dorpelingen halen hun schouders maar op; gekke Henkie heeft nog nooit een vlieg kwaad gedaan en bovendien kennen ze zijn ouders: hardwerkende mensen die zich vaak generen voor hun zoon.

Nu gebeurt er iets merkwaardigs. Op een dag wordt Henkie wakker en heet opeens Thierry Baudet. Zijn Nike Airs en gescheurde spijkerbroek zijn vervangen door suède loafers en een tweed jasje, zijn voetbal is een vleugel, hij blijkt een column in de NRC te hebben en wordt zondag bij zowel Buitenhof als WNL verwacht. Evangeliekleurplaat Arie Boomsma staat met een glimlach op de stoep of hij misschien een boek met hem wil uitbrengen en DWDD vraagt of hij zijn vrouwonvriendelijke theorieën prime time wil komen toelichten. Interviews en fotoshoots volgen, koppen als 'De belangrijkste intellectueel van Nederland' en 'Jonge vrijdenker' sieren de kiosken en Henkie weet niet wat hem overkomt. Hoe gek hij het ook maakt, er gaan steeds meer deuren voor hem open, alsof er een onzichtbare wasstraat met hem meereist die met vergoelijkende borstels zachtjes de ranzigheid van hem af veegt.

Maar dit is geen modern sprookje, want dan konden we Henkie zijn nepveren afnemen en met de staart tussen de benen terug naar de beperkte invloedssfeer van de voetbalkantine sturen. Het witwasproces van Thierry Baudet bestond uit een lange opwaartse spiraal van zelfbevestiging waaraan wij allen hebben bijgedragen, eindigend in het hart van ons machtscentrum. Met een campagne van slechts zes maanden mobiliseerde hij een achterban die zegt te willen 'breken met de gevestigde orde' - maar de meeste stemmen trok uit rijke bastions als Noordwijk, Blaricum en Wassenaar. Nieuwkomers als Artikel 1 en de Piratenpartij, die nieuwe vergezichten probeerden te creëren, werden genadeloos naar huis gestuurd, terwijl Baudet, die de horizon van een postzegel schetst, met twee zetels in ons parlement werd beloond.

Baudet is de buikspreekpop die de kantinefantasieën van de gevestigde orde tot leven moet brengen. En misschien is het daarmee tijd te realiseren dat dit grimmige sprookje niet over Baudet gaat, maar over onszelf.