Ze kunnen beter schaken. Ze helpen je feilloos navigeren door de subway-jungle van New York. Ze stellen je playlist samen en besturen straks onze auto's. Maar kunst maken, dat zal een computer nooit, toch? Kunst vraagt immers om creativiteit en creatief zijn betekent regels breken. Dat is geen eigenschap van een geprogrammeerde machine.

Toch wordt er aardig geëxperimenteerd. Reclamebureau J. Walter Thompson liet eerder dit jaar, als marketingstunt, een computeralgoritme het 'volgende schilderij van Rembrandt' uitrekenen. Het resultaat kwam uit een 3D-printer rollen. Dat ziet eruit als een kunstwerk, maar is in eerste plaats een gemiddelde Rembrandt. Tussen Kunst en Kitsch had het er zo uitgepikt.

De tekst gaat verder onder de foto.

Kunst gemaakt door een robot. De robot heeft vijf verschillende kwasten gebruikt om het werk te maken. (Foto: Oliver Deussen en Thomas Lindemeier/Univ. of Konstanz).

Futurist Ray Kurzweil ontwikkelde in de jaren tachtig al de zogenaamde Cybernetic Poet. Een algoritme dat poëzie produceert in de stijl van bekende dichters als T.S. Elliot. Op de website kun je zelf testen of je de computergedichten herkent. Gebaseerd op mijn eigen score is de cybernetische dichter behoorlijk goed. Hoewel geen van de strofes, mens of machine, me echt raakt.

Wat verwachten we eigenlijk van een kunstwerk? Als we met een hoofd bonkend van liefdesverdriet naar het museum fietsen waarschijnlijk iets anders dan wanneer we gezellig met (schoon)ouders door de museumgangen dwalen. We verwachten honderden dingen van kunst: alles tussen troost en recreatie.

Of een computer kunst kan maken hangt af van wat je onder kunst verstaat. Is het noodzakelijk dat een kunstenaar menselijke emotie inbrengt, ongeacht of je die als toeschouwer waarneemt? Dan zal een computer nooit kunst produceren. Staat de ervaring van de kijker centraal? Dan is alles wat we zo noemen kunst. Naarmate we meer door computers geproduceerde kunstwerken zien, zal onze opvatting over wat kunst is veranderen.