Ik had eind vorig jaar al aangekondigd dat ik in 2018 een zelfonderzoek uit wilde gaan voeren rond de vraag of ik Facebook moet verlaten. Hoewel Arjen Lubach en zijn redactie doorgaans in de voorhoede van maatschappelijke ontwikkelingen lopen, hebben ze er dit keer een maand of drie over gedaan om early adopter Daan Doesborgh in te halen, en daar was dan ook nog een grootschalig datalek voor nodig. Op woensdag 11 april moest de actie Bye bye Facebook tienduizenden Zondag Met Lubach-fans verleiden om het sociale netwerk te verlaten. Voor de achterblijvers, zoals ik, waren de reacties van mede-achterblijvers een nieuwe reden om Facebook te verlaten. De reacties varieerden, zoals veel reacties in het leven, van steekhoudend tot ronduit dom.

Tekst loopt door onder de video.

Tot de meest steekhoudende reacties behoorde die van muzikant en schrijver Aafke Romeijn, die aangaf dat je het je nu eenmaal moeilijk van veroorloven om van Facebook weg te gaan als je contact wil houden met je publiek. Dat ze Lubach van dédain beschuldigt omdat hij daaraan voorbijgaat vind ik overigens onterecht: Lubach geeft meerdere keren aan dat Facebook ook voor hem een ontzettend belangrijk platform is, wat zijn keuze juist meer gewicht geeft.

Tot de domste reacties behoorde het delen van screenshots met het aantal vrienden dat mensen hadden op woensdagochtend, gevolgd door het aantal vrienden op donderdagochtend. Ik heb de proef even op de som genomen en ook mijn aantal vrienden in de gaten gehouden. Dat bleef voor, tijdens en na de actie van Lubach gelijk, terwijl ik alleen al uit de Zondag Met Lubach-redactie vier Facebookvrienden kwijt ben, aangevuld met nog zeker drie anderen die hebben aangegeven weg te gaan en ook inderdaad zijn verdwenen.

Dat het aantal Facebookvrienden dat je op je pagina te zien krijgt vaak onnauwkeurig is, mag toch geen verrassing meer heten. Net als de vreemde praktijk waarbij Facebook soms onaangekondigd en ongewenst een vriendschap verbreekt, waarna beide partijen zich af zitten te vragen wat ze de ander misdaan hebben. Bovendien laat Facebook mensen die hun account gedeactiveerd hebben nog een tijdje staan, voor het geval ze weer snel terugkomen of je ze zelf wil verwijderen. Het aantal vrienden dat je volgens Facebook op een gegeven moment hebt, zegt dus niks over de daadwerkelijke schommelingen in je vriendenbestand.

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Foto: Thought Catalog.

De algemene tendens was ook sneu. Lubach werd voor van alles uitgemaakt, en mede aan de hand van bovenstaande ondeugdelijke statistiek werd het succes van zijn actie in twijfel getrokken. Mensen die Facebook niet wilden verlaten, meenden dat ze aan de andere kant van een conflict stonden: het Brabants Dagblad trok zelfs een dichter tevoorschijn die meende 'de strijd' aan te moeten binden met Lubach, waar Lubach zelf via Twitter (daar zit hij nog wel) verrast op reageerde. Blijkbaar voelen veel mensen zich persoonlijk aangevallen als iemand Facebook aanvalt, zoals vleeseters het soms als een persoonlijk affront ervaren dat iemand anders vegetariër is, zelfs als de herbivoor in kwestie géén preek afsteekt. Dat clubgevoel onder de achterblijvers maakte mijn verlangen om weg te gaan alleen nog maar sterker.

Het zou dan de Aafke Romeijnfactor zijn, dat ik me als schrijver een vertrek moeilijk kan veroorloven, die me (nog) op Facebook houdt. Maar hoe sterk ben ik daar eigenlijk van afhankelijk? Ik deel nooit aankondigingen van optredens op Facebook, omdat ik niet wil dat mijn pagina een reclamezuil voor mezelf wordt. Ik heb veel schrijvende vrienden, en het zijn toch echt de flauwe grappen, interessante artikelen of sterk geformuleerde meningen die mijn likes krijgen, en niet de aankondigingen van lezingen en festivals. De luistercijfers van mijn podcast schieten omhoog vanaf het moment dat ik de nieuwe aflevering deel op Facebook. Maar dat is meestal hetzelfde moment waarop ook de organisaties waar ik die podcast mee maak, Vrij Nederland en de SLAA, de aflevering delen. Ik kan me veel beter voorstellen dat zij webverkeer genereren dan ik, met hun 60.000 likes tegenover mijn 2.000 vrienden.

Blijft er dan echt geen enkele reden over om op Facebook te blijven? In mijn vorige stuk over het verlaten van Facebook sloot ik af met de angst voor de leegte, en die blijft. Toen een van Facebook vertrokken vriend onlangs terugkeerde, schreef ik op zijn tijdlijn: 'Ik ben blij dat je er weer bent', en dat meende ik. Maar ben ik nog wel blij dat ík er ben? Moet je ergens blijven, alleen omdat je er niet zo goed meer weg durft? Een goede volgende stap in dit zelfonderzoek lijkt me een Facebooksabbatical. Zodra ik de moed bijeen heb geschraapt ben je de eerste die het hoort.