Als het om angst gaat, hebben sociologen zich de kaas van het brood laten eten door psychologen, stelt socioloog Rudi Laermans in Gedeelde Angsten. Kleine sociologie van de maatschappelijke onzekerheid. We zijn gaan doen alsof angst een individuele, psychische aangelegenheid is, terwijl er ook gekeken moet worden naar achterliggende mechanismen als economie, media en politiek.


Faalangst, statusangst, controleangst, vrijheidsangst, eco-angst, relatieangst, smetvrees: 'Angst is alomtegenwoordig', schrijft Laermans in het essay dat eind vorig jaar – aan de vooravond van een nieuwe lockdown – verscheen in het kader van de Nacht van de Sociologie. Niet toevallig loopt de pandemie als een rode draad door het boekje.

Corona confronteert ons met besmettingsangst, een angst die lange tijd weg was uit onze samenleving, maar waarin mensen eeuwenlang geleefd hebben.

'Corona confronteert ons met besmettingsangst, een angst die lange tijd weg was uit onze samenleving, maar waarin mensen eeuwenlang geleefd hebben', vertelt Laermans via een Zoomverbinding. 'Tot aan de ontdekking van virussen en bacteriën en de microbiologische revolutie. Corona bracht opnieuw een koppeling tussen sociaal contact en de dood, zoals we die kenden in tijden van cholera en de pest. Dramatisch geformuleerd kon je een doodsbrenger zijn, als je bij je grootmoeder in het woonzorgcentrum op bezoek ging. Contact op zich werd voor mensen iets angstwekkends.'

Zou je, ook los van corona, kunnen spreken van een angstcultuur?

'Ja en nee. En dat zeg ik niet om flauw te zijn. Aan de ene kant leeft er een brede angst, maar gaat het om verschillende angsten bij verschillende groepen mensen. Als socioloog moet je daartussen differentiëren. Wel denk ik dat media angsten uitvergroten, omdat dat publiek en aandacht trekt. In die zin kun je wel stellen dat we leven in een gemedialiseerde angstcultuur. Angst is vaak verbonden aan negativiteit en gevoelens van verlies. Gevoelens sociaal te zakken, ziek te worden of besmet te raken, dat het niet goed gaat met je huwelijk. Als dat continu wordt uitvergroot in de media, dan kun je het idee krijgen dat het de verkeerde kant opgaat.'

Je schrijft dat als het op angst aankomt, sociologen zich de kaas van het brood hebben laten eten door psychologen. Hoe zit dat?

'Gevoelens hebben sociale beddingen, worden gemanipuleerd door politiek, verschillen in intensiteit en aard tussen verschillende milieus. Niet alleen als het gaat om angst, maar ook om positieve gevoelens. Sociologen moeten die gevoelens terugclaimen van de psychologen, die bovendien de kant van de neurowetenschap zijn opgeschoven. Daardoor kom je in een soort biologisering terecht, die discutabel is en die ter discussie gesteld moet worden. Als je angst op individueel conto schrijft, dan lijkt het alsof het ene individu daar psychisch vatbaarder voor is dan een ander. Je ook moet ook naar het achterliggende mechanisme kijken.'

Zijn die mechanismen veranderd, door de tijd heen?

'Ik denk dat de doodsangst uit het dagelijks leven is verdwenen. We hebben ziekten overwonnen of bemeesterd en leven veel langer dan honderd jaar geleden. Daarmee is een heel centrale, existentiële angst sterk afgenomen. Wel zie je een toename van andere vormen van angst. De angst om te dalen op de sociale ladder is toegenomen de laatste decennia, zeker na de financiële crises van 2000 en 2008. Maar eigenlijk is dat al langer aan de gang, want het hangt samen met de erosie van de welvaartsstaat.'

'Mensen kijken angstiger naar de toekomst, omdat hun pensioen niet meer gegarandeerd is. Mensen zijn bang om ziek te worden, zeker zij die lager op de sociale ladder staan, omdat ze niet weten of ze de ziekenhuisrekeningen kunnen betalen. Bovenin zie je de angst om te dalen, omdat sociale mobiliteit geen gegeven meer is. Ik denk dat binnen een aantal dimensies de angst wel is toegenomen, intenser is geworden en wijder verspreid geraakt.'

Individualisering, het verdwijnen van tradities en de komst van het neoliberalisme zijn terugkerende thema's in het essay.

'Individualisering en detraditionalisering zie je terug in de angst dat primaire relaties ontbonden zullen worden, niet alleen partnerrelaties, maar ook vriendschappen. Neoliberalisme zie je terug in de angst niet in staat te zijn een ziekenhuisrekening te kunnen betalen, of te kunnen genieten van een redelijk pensioen. Maar er zijn ook angsten die voortkomen uit de neoliberalisering van arbeidsmarkten en het doordringen van neoliberaal management in overheidsgesubsidieerde sectoren als het onderwijs, kunst en cultuur en de wetenschap. Het zorgt voor een cultuur van tijdelijke arbeidscontracten, permanente evaluaties en beoordelingen, met het risico kopje onder te gaan in een beoordelingsgesprek. Dat leidt tot examenangst en faalangst.'

Dat evalueren zie je overal terug, tegenwoordig. Wie naar een restaurant gaat, krijgt drie mails gestuurd met daarin de vraag om een beoordeling.

'En denk ook aan sociale media, die zijn doordrongen van faalangst omdat het succesmedia zijn. Mensen posten hun succesverhalen in de hoop daarmee likes en volgers te genereren. Er is een constante vergelijking gaande van het eigen leven met die aangedikte succesverhalen, waardoor de angst ontstaat te falen in het leven, omdat je niet kunt voldoen aan de standaarden die gesteld worden op sociale media. Dan gaat het ook over relationele standaarden, standaarden voor de vrije tijd. Ben jij in staat om zes keer per een citytrip te maken die van A tot Z gelukt is? Waarbij de keuze voor elk restaurant de juiste is? Middels succesverhalen jaag je elkaar faalangst aan.'

Angst is ook een belangrijk politiek mechanisme. Waarom zijn het vooral rechtse partijen die de angst inzetten voor politiek gewin?

'Ik denk dat dat samenhangt met de wereldbeelden van links en rechts. Links is altijd hoopvol geweest en emancipatoir, terwijl rechts pessimistischer is. Carl Schmitt, een gevaarlijk denker omdat hij zich zwaar verbrand heeft in de jaren 30, hield er een interessante opvatting over politiek op na. Of iemand links of rechts is, zei hij, kun je vrij gemakkelijk te weten komen: gelooft hij in de goedheid of de slechtheid van mensen?'

'Rechts gaat uit van dat laatste en gelooft dat mensen elkaar de duvel aandoen. Dat uitgangspunt zorgt ervoor dat mensen angstig zijn in de omgang met elkaar. Er is veel politie en handhaving nodig. Dat mechanisme zie je scherp terugkomen als het gaat om migratie. Bij rechts leeft het idee dat de ander ons kwaad zal doen, ons zaken zal afnemen. Een angst die ook aangewakkerd wordt door politici.'

Het levert wel een verhaal op dat bij veel mensen beklijft.

'Natuurlijk, als de verzorgingsstaat afkalft en je zegt dan dat die verzorgingsstaat bedreigd wordt door migranten die zogenaamd komen profiteren, dan krijg je een behoudingsgezinde reflex. Welvaartschauvinisme, zoals dat genoemd wordt. Het idee dat de welvaartsstaat van mij is, van iemand die hier geboren en opgegroeid is en niet van iemand die hier als asielzoeker heen komt.'

Rudi Laermans

'Ook heeft de lange periode van economische groei die we gekend hebben ervoor gezorgd dat mensen welvarender zijn geworden en meer eigendom hebben. Dat willen ze beschermen. Wat niet verteld wordt, is dat de economische ongelijkheid sterk is toegenomen door globalisering. Het zijn niet asielzoekers die de verzorgingsstaat bedreigen, maar multinationals die naar belastingparadijzen verhuizen.'

Hoe kunnen we weer ont-angsten?

'In het essay geef ik daar een aantal ideeën voor, maar dat onderwerp verdient een boek op zich. Ik denk dat het delen van angst belangrijk is, zodat mensen meer solidariteit in angst kunnen ontwikkelen. Om dat te concretiseren: je kunt na een slechte beoordeling gaan treuren achter je bureau, maar je kunt er ook onderling over praten en collectieve actie ondernemen. Laat je niet meenemen in de neoliberale, individualiserende machine die faalangst kweekt.'

'Daarnaast is het belangrijk om lokaal initiatieven te ontwikkelen, om zo het gevoel terug te krijgen dat je een verschil kunt maken. Begin zelf een crèche, onderzoek hoe je samen energie kunt aankopen, begin een gedeelde moestuin. Zo geef je gestalte aan hoopverhalen, die je ook weer kunt delen. Zo kunnen we individuele angst overwinnen en sta je ook sterker naar een overheid toe. Het kleine kan dan een springplank zijn voor het grote.'

Welke rol heeft de overheid hierin?

'Het neoliberalisme moet gekeerd worden. De vraag is hoe je dat voor elkaar krijgt in tijden van globalisering. Mede door de pandemie, die een sterkte staat op de voorgrond heeft geplaatst, is de tanker aan het draaien. Er is ruimte gekomen voor staatsinterventies. Er is weer discussie gekomen over meer solidaire overheidsarrangementen. Ik hoop dat die er ook komen. Een begrip dat zeker gepolitiseerd moet worden, is zorgzaamheid. In het ideale geval verzorgt de staat zorgzame burgers en maakt ze ruimte voor burgerinitiatieven in de richting van zorgzaamheid en solidariteit.'