'Ja, en dat begint al op school. Je krijgt wel gymles, dus fysieke educatie, maar geen mentale educatie. Je leert niets over psychologie, over mensenkennis, over hoe mensen in elkaar zitten. Voor vaardigheden als mentaliseren, of andere basale mentale vaardigheden, is niets of nauwelijks aandacht, en al helemaal niet op een structurele manier. Later, op het werk, zie je dat de arbodienst wel nadrukkelijk let op je fysieke gezondheid, maar mentale gezondheid wordt maar ingewikkeld gevonden. Het Nationaal Preventieakkoord gaat alleen over het fysieke: over bewegen, over minder eten, minder drinken en minder roken. Voor het mentale is geen aandacht. Dat is opmerkelijk, want de zaken die een mensenleven de moeite waard maken, zijn toch vooral mentale kwesties.'
Terwijl er plan na plan wordt gepresenteerd om Nederland welvarender, duurzamer of geavanceerder te maken, blijft de aandacht voor mentale gezondheid achter. Het is een blinde vlek, constateert de Denktank Mentale Vooruitgang, die het onderwerp op de kaart wil zetten. Kees Kraaijeveld, directeur van De Argumentenfabriek, is een van hen: 'De helft van de Nederlanders heeft geen betekenisgevend doel in het leven. Dat kun je zien als een teken van de enorme mentale verwaarlozing in ons land.'
Het mentale krijgt te weinig aandacht, constateren jullie.
Het fysieke en het mentale liggen ook in elkaars verlengde, toch?
'Veel fysieke klachten hebben een mentale oorzaak. Het dualistische onderscheid tussen beide, het idee dat dit twee verschillende zaken zijn, daarvan hebben we in de filosofie en psychologie ook wel zo'n eeuw geleden afscheid genomen. Maar maatschappelijk hebben we dat holistische beeld nog niet omarmd. Maar er komt een wending aan. Het idee groeit dat het economische weliswaar van belang is, maar het de vraag is of er niet nog meer nodig is. Mensen zien dat de planeet het moeilijk heeft, dat het piept en kraakt. Er is steeds meer kritiek op het neoliberale denken. Grote woorden waar ikzelf minder mee heb, maar het zijn andere manieren om te verwoorden dat er meer is dan alleen materiële vooruitgang. Laten we ook eens kijken naar andere zaken die belangrijk zijn. Die wending van materieel naar mentaal, die juichen wij heel erg toe. Daar proberen we met de denktank woorden aan te geven.'
Heb je het idee dat het onderwerp door corona meer aandacht krijgt?
'Dat is absoluut zo. In het boek beschrijven we ook de wending van het puur individualistische – het idee dat het jouw probleem is als er iets mis met je is – naar een meer maatschappelijke, collectivistische blik. Laten we eens kijken wat er mis is met de samenleving als zo veel mensen niet mee kunnen komen. We hebben de samenleving zo ingericht dat jaarlijks meer dan een miljoen mensen last hebben van burn-out klachten. Tot voor kort kwam er dan een coach bij en werd je een-op-een als een burn-out-geval behandeld. Dat is een achterlijke benaderingswijze, want als meer dan een miljoen mensen last hebben van burn-outs, dan kun je je ook de vraag stellen of de problemen niet worden veroorzaakt doordat er iets is in de samenleving, of in de manier waarop we met elkaar omgaan. Of het niet gaat om de manier waarop we onze samenleving hebben ingericht en de maatschappelijke voorkeuren die we met elkaar aan het najagen zijn. Als je daar iets in verandert, dan zie je ook die burn-out-klachten verdwijnen.'
Wat heeft dat met corona te maken?
'Voor corona waren mentale problemen iets van de mensen die die problemen hadden. De rest, daar ging het gewoon lekker mee, totdat ook zij mentale problemen kregen. Door corona is iedereen in een situatie terechtgekomen van sociale isolatie, en zijn de momenten schaars geworden waarin je je kunt opladen door iets leuks te doen. En dus hebben veel meer mensen last van mentale problemen: motivatieproblemen, stemmingsproblemen, stress door overbelasting, of juist door een bore-out. Veel meer mensen zijn nu bezig met dat soort fenomenen. Het is heel normaal geworden om tijdens een online meeting met collega's te vragen hoe het met iedereen gaat. Het isolement van corona maakt dat mensen meer naar elkaar omkijken. De aandacht voor mentale kracht en mentale gezondheid heeft een enorme vlucht genomen. Dat zou je kunnen zien als de zilveren randjes rond de donkere coronawolken.'
Hoe staat Nederland ervoor als het gaat om mentale gezondheid?
'Het is vrij ontzettend: we weten dat eigenlijk niet zo goed. We houden dat slecht bij. Het gaat er nu regelmatig over dat het met jongeren niet goed zou gaan, dat er meer stemmingswisselingen en neurosen zouden zijn. Maar de cijfers ontbreken. Het enige wat je kunt doen is varen op kleinere onderzoekjes, en die laten zorgwekkende resultaten zien. Dat gaat over de toename in burn-outs, een groei in concentratiestoornissen als ADHD bij kinderen, en het gaat over de gigantische demotivatie bij de jeugd. Dat vind ik heel opvallend: we hebben in Nederland de gelukkigste jeugd ter wereld, maar ook de minst voor school gemotiveerde. Hoe kan dat nu, dat ze zo gelukkig en zo gedemotiveerd zijn? Daarnaast zie je dat mensen zich zorgen maken over sociale cohesie in het land. Hoe we met elkaar omgaan, onze normen en waarden, de normvervlakking: al bijna twintig jaar is dat hét belangrijke maatschappelijke vraagstuk. Belangrijker dan economische crisis of integratie, zo blijkt uit Burgerperspectieven, de onderzoeken van het Sociaal Cultureel Planbureau. Tot dusver is dat niet iets wat beleidsmakers serieus nemen.'
'Ook geeft de helft van de Nederlanders aan dat hij of zij geen betekenisgevend doel heeft in het leven. De helft weer van die groep, vindt dat geen probleem. Als psycholoog zeg ik dan dat betekenisgeving een van de belangrijkste elementen is van mentale kracht. 'Wie een waarom heeft waarvoor hij kan leven, kan bijna elk hoe verdragen', is een bekend citaat van Nietzsche. Het feit dat een kwart van de Nederlanders niet weet waarvoor hij leeft en dat ook nog eens niet erg vindt, kun je zien als een teken van de enorme mentale verwaarlozing in ons land. Psychoanalfabetisme, noemen we dat in het boek: niet weten hoe je zelf in elkaar zit en daar niet op kunnen reflecteren. Laat staan dat je weet hoe anderen in elkaar zitten en dat je daar op een menselijke en empathische manier mee om kunt gaan. Dus, ondanks al onze materiële welvaart, gaat het met het mentale niet zo goed.'
Jullie schetsen waar het niet heen moet. Zoals vaker is het anti-voorbeeld Amerika.
'In Amerika is de meritocratie helemaal doorgeslagen, zijn de sociale angst en de hysterie veel groter dan hier. In Nederland zie je een toename in suïcides onder jongeren, in Amerika is er echt een hoos aan suïcides, vooral onder tienermeisjes. Die hangen samen met sociaal vergelijk, met sociale angst, met het niet meer vol kunnen houden. Je ziet het ook op topuniversiteiten als Yale en Harvard: een kwart van de studenten is ongelukkig. De prestatiesamenleving is zo ver doorgeslagen dat zowel de mensen die niet mee kunnen komen, lijden, als de mensen aan de top. Want hoe schever de maatschappelijke ladder, hoe dieper je valt. Het lijkt erop dat we dat Amerikaanse probleem aan het importeren zijn.'
Hoe ziet mentale vooruitgang eruit?
'Het houdt in dat je bezig gaat met het vergroten van mentale kracht. Van het individu, maar als denktank zijn we vooral geïnteresseerd in sociale verbanden. Dus in de mentale kracht van gezinnen, en die van organisaties in de brede zin van het woord: de voetbalvereniging, je werkgever, of andere verbanden waar je deel van uitmaakt. Daarnaast kun je ook nadenken over hoe je de mentale kracht van de samenleving als geheel vergroot en voorkomt dat die kleiner wordt.'
Wat moet ik me daarbij voorstellen?
'Een van de dingen die we ontwikkeld hebben, is de mentale schijf van vijf, analoog aan de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. De schijf bestaat uit vijf aandachtsgebieden, waarmee je concreet aan de slag kunt gaan om mentaal sterker te worden. De vijf schijven zijn: prestaties, betrokkenheid, relaties, betekenis, en emoties. In dat laatste geval gaat het bijvoorbeeld om het versterken van vaardigheden als omgaan met negatieve of pijnlijke emoties, zelfinzicht en het herkennen en benoemen van emoties.'
Ligt paternalisme niet op de loer?
'Laten we opnieuw naar het Voedingscentrum kijken. Dat zegt bijvoorbeeld dat het beter is om een appel te eten in plaats van een kroket. Dat is ook paternalistisch, toch? Maar zodra je wetenschappelijk bewijs hebt dat het toch echt beter is om die appel te eten, denk ik dat je dat prima tegen mensen kunt zeggen. Ik denk zelfs dat dat je plicht is. Zo hebben we ook veel kennis over wat beter of slechter is voor de mentale gezondheid, en die kennis moet voor het voetlicht gebracht worden. Je moet mensen daarover voorlichten, je moet mensen opleiden in het onderwijs en binnen organisaties, en in de samenleving moet er veel meer aandacht voor komen, zodat we dat mentale ontwikkelpotentieel aan kunnen zetten. En we mentaal krachtiger kunnen worden. Bovendien is autonomie een van de sleutelbegrippen van mentale kracht, en dat is het grootste tegengif tegen paternalisme.'
Wat is de verdere rol van de denktank?
'Daar zijn we met de denktank ook nog over aan het nadenken. Het boek is het begin van een veel bredere beweging. Het staat echt nog in de kinderschoenen. Er zijn nog veel meer zaken die we willen onderzoeken, van digitalisering tot verstedelijking. En het moet politiek gaan leven, wat ook het geval is. Het zal mij verbazen als in het volgende preventieakkoord niets over mentale gezondheid staat.'