De discussie rond de geschminkte huidskleur van de knecht van Sinterklaas lijkt op twee mensen die in verschillende talen tegen elkaar praten. Het is alsof je in het Nederlands of Engels een vraag probeert te stellen aan iemand die alleen Vietnamees spreekt. Ook handgebaren helpen niet: daar kan de ander alleen maar om lachen. Om toch je punt te maken praat je steeds harder, in hoop dat het dan wél aankomt. Dit is natuurlijk hopeloos, want harder praten helpt niet als je niet dezelfde taal spreekt.


Wat we moeten inzien, is dat voor- en tegenstanders van Zwarte Piet niet dezelfde strijd voeren. Het gaat om parallelle strijden, met kreten in talen die door de ander niet worden verstaan. Gelukkig is er een tolk die ons kan helpen om de verschillende talen te begrijpen. Jonathan Haidt, sociaal psycholoog en professor op New York University, legt in zijn boek The Rightous Mind uit dat onze moraliteit gevormd wordt door emotie en intuïtie, meer dan door logische redenatie. En hij legt uit waarom verschillende politieke groepen verschillende ideeën van goed en kwaad hebben. Volgens zijn moral foundations theory kunnen de verschillen in de morele kwesties van mensen worden geclusterd in vijf waarden, of vijf waarden-paren:

  • Zorg: beschermen en behoeden van anderen, tegenovergestelde van kwetsen/pijn doen.
  • Eerlijkheid en proportionaliteit: recht doen aan de hand van gedeelde regels, tegenovergestelde van vals spelen.
  • Loyaliteit: trouw blijven aan je groep, familie, volk, tegenovergestelde van verraad.
  • Autoriteit of respect: toegeven aan traditie en legitieme autoriteiten, tegenovergestelde van ondermijning.
  • Heiligheid of reinheid: walging van vieze dingen of gedrag, tegenovergestelde van vernedering/verloochening.

Al deze waarden zijn even veel waard; loyaliteit is niet beter dan zorg, eerlijkheid is niet beter dan respect. We herkennen ons allemaal in alle vijf de waarden, maar prioriteren één set boven de anderen. Zo zijn linkse mensen over het algemeen geneigd om zorg en eerlijkheid voorop te stellen, en hechten rechtse mensen vaak meer belang aan loyaliteit, autoriteit, en heiligheid.

De taal die iemand gebruikt, geeft een indicatie van de waarden waar hij of zij aan hecht. De groep die vóór behoud van Zwarte Piet is, gebruikt woorden als 'niet over de ruggen van onze kindertjes' en vindt dat tradities gerespecteerd moeten worden. In de verwijzing naar 'kindertjes' van de pro-pieten schuilt een voorkeur voor heiligheid en reinheid, omdat het gaat over de onschuld en puurheid van de kinderen. Ook wordt er belang gehecht aan de autoriteit van of respect voor traditie. De taal van de anti-pieten illustreert hun behoefte aan eerlijkheid (racisme is oneerlijk en in strijd met de grondwet) en zorg (Zwarte Piet is kwetsend voor mensen met een donkere huidskleur en die moeten wij beschermen).

Allebei de kanten zijn even waar, maar worden door de twee groepen als tegenstijdig ervaren. De kloof die ontstaat tussen de twee groepen wordt de moral empathy gap genoemd. Deze gap of kloof ontstaat als wij geen rekening houden met het perspectief van de ander en zijn of haar moral foundations. Volgens mij is dit waar wij nu al een paar jaar mee kampen: de pro-pieten en de anti-pieten kunnen of willen niet in elkaars morele kaders stappen en de situatie in dat licht bezien. Mensen die in het midden zitten vinden het ingewikkeld omdat zij misschien wel beide kanten kunnen invoelen, maar het idee hebben dat zij een kant moeten kiezen.

Hoe deze kloof te dichten? Door te praten vanuit de moral foundation van de ander, en niet alleen vanuit je eigen standpunt. Moral reframing wordt dat genoemd. Dat is moeilijk maar niet onmogelijk. Als anti-Piet zou je in plaats van 'Zwarte Piet kwetst kinderen die zwart zijn en dat is oneerlijk', het volgende kunnen zeggen: 'Wij hebben een verantwoordelijkheid om de onschuld van alle kinderen te beschermen'. En als pro-Piet zou je in plaats van 'we moeten onze tradities respecteren' kunnen zeggen dat 'we goed moeten zorgen voor ons cultureel erfgoed en we mensen kwetsen als we dat weggooien.' Of: 'Het is niet eerlijk om te verwachten dat een grote groep mensen ineens iets opgeeft wat voor hen heel belangrijk is.'

Voor- en tegenstanders van Zwarte Piet voeren niet dezelfde strijd. Het gaat om parallelle strijden, in talen die door de ander niet worden verstaan.

Nu de denk je misschien dat dit een retorische truc is – de inhoudelijke argumenten blijven immers hetzelfde – en dat is ook zo. Moral reframing is vooral bedoeld de ander te overtuigen van je standpunt, maar heeft ook wel degelijk een inhoudelijke waarde. Het dwingt je om je te verplaatsen in de ander, waardoor onderliggende behoeftes zichtbaar worden. Zoals de behoefte van pro-pieten om hun tradities te behouden en daarmee erkenning krijgen voor hun (collectieve) identiteit. Of de behoefte van de anti-pieten om het aanwezige racisme in Nederland aan te kaak te stellen, en daarmee erkenning te krijgen voor hún (collectieve) identiteit. Zoals alle mensen verlangen beide kampen in de basis naar erkenning en een gevoel van identiteit. In beginsel sluit erkenning van de één, erkenning van de ander niet uit, maar de discussie rond Zwarte Piet mondt uit in polariserende standpunten.

Hoe doe je dit, je verplaatsen in de ander? Het vergt ten eerste dat je goed luistert naar de ander – welke woorden gebruikt hij of zij? Wat is zijn of haar moral foundation? Ten tweede vergt het dat je bewust bent van je eigen moral foundation en dat je beseft dat dit niet de enige waarheid is. Tot slot: houd vertrouwen in de mogelijkheid van een gedeelde waarde of gedeeld idee. De meeste mensen begrijpen alle vijf de standpunten, maar stellen verschillende prioriteiten. We kunnen elkaar vinden en leren respecteren door in te zien dat wij meestal iets gemeen hebben – onder andere onze behoefte aan erkenning en identiteit, zelfs met mensen waarmee we het fundamenteel oneens zijn. We spreken uiteindelijk allemaal elkaars talen, we zijn alleen vergeten om dat te doen.