Zoals wel meer mensen van mijn generatie heb ik nauwelijks een gevoel van thuiszijn. Ik verlang niet naar mijn geboortedorp, noch naar de stad waar ik studeerde. Toen iemand mijn huidige woning omschreef als een uit de hand gelopen Dille&Kamille-winkel, kon ik dat alleen maar bevestigen. Het is de plek waar ik slaap, werk, eet en zit, in relatieve warmte, in ruil voor betaling. Het is geen 'thuis', niet in de sentimentele zin.
Misschien ben ik nog het meest thuis geweest op de blogplatformen waar ik schreef over mijn gebroken hart, en foto's van mezelf plaatste voor het concept 'selfie' was bedacht.
Ik zoek thuis op internet op. Het is de plek waar je je veilig voelt, aldus Encyclopedia, een nogal snowflake-achtig ideaal.
We liggen in bed met onze smartphone en zien hoe duizenden trekkers in een dreigende stoet naar een wetenschappelijk instituut rijden.
We zitten op de bank achter onze computer en lezen dat een stalbrand opnieuw honderden levens heeft geëist.
We staan in de keuken de afwas te doen en horen dat in Mexico zo veel vrouwen worden vermoord door hun (ex-)geliefden, dat ze er een woord voor hebben bedacht.
*
Als ik een spin boven mijn bed zie, gaat mijn hart sneller kloppen, begin ik te schreeuwen, en is er een reële kans dat ik ga huilen. Zijn we er wel op gebouwd om ons veilig te voelen? Mijn hele wezen is constant gericht op gevaar, en ziet het waar het niet bestaat.
*
14 juli 1958. Susan Sontag is vijfentwintig jaar oud en schrijft in haar dagboek:
'Remember. My ignorance is not [underlined twice in the journal] charming. Better to know the names of flowers than to confess girlishly that I am ignorant of nature. Better to have a good sense of direction than to describe how often I get lost. These confessions amount to boasts, but I have nothing here to boast about. Better to be knowing than innocent. I am not a girl anymore.'
September 2009. Ik onderstreep dit citaat, schrijf het over in mijn eigen dagboek, herhaal het in het motto van mijn blog, op mijn Facebookprofiel, overal waar ik de kans krijg: 'Better to be knowing than innocent.'
Tien jaar later weet ik nog steeds niet hoe de meeste bloemen heten, wat de naam is van de bomen in mijn straat, hoe de laptop werkt waar ik deze woorden op uittyp, en die op magische wijze op beeld verschijnen. Ze staan niet op papier, maar in een code – en voor mijn ongetrainde oren klinkt dat nog alsof er letters aan te pas komen, maar volgens mij is dat niet het geval.
Ik weet niet hoe het komt dat ik deze letters kan lezen.
Dat ze woorden vormen.
Die ik als het ware in mijn hoofd hoor.
Ik weet niet hoe mijn ogen werken.
*
In Repair Cafés kun je kapotte spullen brengen naar mensen die weten hoe ze die moeten repareren. Sommigen zijn gespecialiseerd in inkjetprinters (notoir ingewikkelde apparaten), anderen naaien dat gat in je broek. Repareren is de enige manier om de mensheid te redden, zegt het Repair Manifesto: If you can't open it, you don't own it. Ik heb praktisch niets in mijn bezit.
Ik zie die spreuk op een linnen tasje in Berlijn. If you can't open it, you don't own it.
Wist je dat linnen tasjes misschien nog wel slechter zijn dan plastic, voor het milieu? De productie van al die stoffen gaat gepaard met een enorme hoeveelheid pesticide en verf, de omstandigheden waar de arbeiders in werken zijn waardeloos, en de tasjes zelf van zo magere kwaliteit, dat de meeste na een paar maanden van ellende uit elkaar vallen.