Chocolade eieren, paashazen, paasstollen en natuurlijk kippeneieren, heel veel kippeneieren. Je zou kunnen zeggen dat Pasen, net als Kerst trouwens, voor velen slechts een vreetfestijn is geworden. Naast de jaarlijkse gang naar de meubelboulevard, natuurlijk (dit stuk verscheen voor de coronacrisis). Niet dat dat erg is, maar het is volgens filosoof Ger Groot goed om te weten dat er meer is. Ook voor ongelovigen.


In zekere zin is Pasen altijd een vreetfestijn geweest. Net als veel andere feesten in de geschiedenis van de mensheid, overigens. De gezamenlijke maaltijd is een fundamenteel menselijk gebeuren, daar hoef je niet benepen over te doen. De paasgeschiedenis, zoals in de bijbel omschreven, begint met een maaltijd, met het laatste avondmaal, op Witte Donderdag. Dus Jezus kon er ook wat van, om het zo maar te zeggen. Ik wil daar niet al te streng over zijn.

Pasen herinnert ons eraan dat een zinvol leven ook uit lijden bestaat, en niet alleen uit plezier.

Wat je in algemene zin wel ziet, is dat de kennis over christelijke feesten − Pasen is het grootste christelijke feest − afneemt. Er is steeds meer onwetendheid over de bijbelse geschiedenis. Dat is spijtig, want daardoor hebben we steeds minder notie van onze eigen cultuur. Veel overtuigingen die wij hebben, filosofische ideeën, noties van rechtvaardigheid en rechtspraak, zijn alleen te begrijpen tegen een achtergrond van godsdienstgeschiedenis.

Ideeën die wij koesteren, bijvoorbeeld het idee dat wij een innerlijk hebben, waar onze eigenheid en onze persoonlijke schatten in schuilen, zijn vrij recent en vinden hun oorsprong in de godsdienstgeschiedenis. Wat voor wezens wij geworden zijn, en waarom, kun je deels alleen maar achterhalen wanneer je naar religieuze verhalen kijkt. Als we die verhalen vergeten, vergeten we wie wij zijn. Dat geldt ook voor het verhaal van Pasen.

Pasen is van oudsher het belangrijkste feest van de Christenheid. Kerst kwam pas veel later. Het viert het feit dat Christus uit de dood is opgestaan en dat de mensheid daarmee werd verlost. De dood was geen eindpunt meer; het leven was niet zinloos. Maar daaraan ging wel een lijdensgeschiedenis vooraf: de kruisiging van Christus.

Beeld van Jezus Christus in Brazilië

De Vlaamse psychiater Dirk De Wachter wijst erop dat we als moderne mensen verleerd zijn om te lijden. Pasen is het feest dat ons herinnert aan het feit dat het leven ook uit lijden bestaat en niet alleen uit plezier, wil het leven zin krijgen. Dat lijken we een beetje vergeten te zijn. We moeten een verstandhouding ontwikkelen met de minder aangename kanten van het leven. Het paasfeest gaat over in het reine komen met de dood.

De dood is niet een noodlot dat je overkomt en dat ons bestaan ontkent, maar hoort bij het leven. In het paasverhaal heeft de dood niet het laatste woord, zoals de wederopstanding van Christus symboliseert. Nu zullen er weinig mensen − inclusief kerkelijken − zijn die daar nog zo letterlijk in geloven, maar het geeft de dood wel een plek in het leven.

Als we de dood niet langer zien als de ontkenning van het leven, wordt dat leven ook minder waardeloos. Voor ongelovigen betekent dat accepteren dat het leven eindig is, en geluk proberen te vinden in het hier en nu, niet in iets dat in de toekomst ligt. Steeds meer mensen lijken daar behoefte aan te hebben, getuige van het succes van de The Passion, dat jaarlijks door miljoenen mensen bekeken wordt. Dat succes is niet alleen te verklaren vanuit de populaire liederen die gezongen worden.

Dat kun je invullen met religieuze noties, maar dat hoeft niet. De ervaring dat de zin van het leven je daarin als een geschenk overkomt, dat je die niet helemaal zelf maakt, is daar sterk genoeg voor. Denk bijvoorbeeld aan wat er gebeurt wanneer ouders een kind krijgen. Die ervaring is veel sterker dan wat wordt uitgedrukt door 'een kindje maken'. Natuurlijk weet iedereen inmiddels hoe dat allemaal fysiek gebeurt en dat je daar ook de nodige inspanning voor moet doen. Maar toch ervaren ouders de geboorte van een kind als een geschenk. Zonder dat je je daarbij dan direct hoeft af te vragen door wie het dan geschonken is.

We hebben die ervaringen nodig in het leven, anders wordt het een nogal duffe en grauwe zaak. Alle mensen verlangen naar geluk, naar de ervaring dat het leven boven zichzelf uitstijgt en daarin – en nu gebruik ik met opzet een christelijke term – verlost wordt. Maar dergelijke ervaringen zijn hoogstens in zeer beperkte mate te sturen. Je moet je ervoor openstellen, en gebeurtenissen als Pasen, die juist om zo'n verlossingservaring draaien, zijn daar uitgelezen momenten voor.