Even scrollen en je bent een halfuur verder. Psycholoog Thijs Launspach ziet dat we massaal verslaafd zijn geraakt aan social media. Geen toeval, want de socials zijn ontworpen om je aandacht zo lang mogelijk vast te houden. En dat is slecht voor onze mentale gezondheid, want ze maken ons bozer, jaloerser en gefrustreerder, volgens Launspach. In zijn boek 'Asociale media' zoekt hij uit wat de consequenties zijn van onze verslaving voor onze mentale gezondheid.

Zeven uur en drieënveertig minuten, zoveel tijd brengt Feliz (31) per dag door op haar smartphone. De helft besteedt ze aan Instagram, waar ze kattenfilmpjes bekijkt en verleid wordt om webshops te bezoeken met spullen die ze niet kan betalen. “Kansloos toch? Dan kan ik die tijd veel beter aan mijn échte kat besteden,” vertelde ze aan Thijs Launspach. Ze is een van de mensen die hij sprak voor zijn boek Asociale media. Hoe de socials je manipuleren en hoe je ontsnapt aan hun greep. Eigenlijk weet ze wel dat het niet goed voor haar is om zoveel tijd door te brengen op social media, maar toch doet ze het. En ze is geen uitzondering.

“Het is een rare combinatie,” zegt Launspach. “Veel mensen hebben wel het gevoel dat er iets niet klopt en dat ze meer tijd aan social media besteden dan ze zouden willen, maar het gesprek over wat technologie met ons doet, voeren we te weinig. We zeggen dat we wat meer zelfdiscipline moeten hebben, of slimmer om moeten gaan met technologie, terwijl we het moeten hebben over de verslavende en manipulatieve werking van die technologie zelf.”

Je schrijft dat social media het meest verslavende zijn wat de mensheid ooit heeft voortgebracht.

“Het is een beetje een hyperbool, maar ik denk wel dat het klopt. Crack en heroïne zijn natuurlijk ook tamelijk verslavend, maar social media werken volgens hetzelfde mechanisme, namelijk het kapen van het beloningssysteem van je hersenen. Wat bij social media meespeelt, is dat ze alomtegenwoordig zijn in hoe we met elkaar omgaan en hoe we de wereld ervaren. Dat maakt het lastig om er omheen te leven. Social media zijn overal. Als je er een beetje vatbaar voor bent, is het knetterverslavend. En ze zijn bewust zo gemaakt.”

"Social media zijn knetterverslavend en ze zijn bewust zo gemaakt."

Thijs Launspach
‘Hoi, ik ben Thijs en ik ben een verslaafde…’ schrijf je. Ben jij er ook vatbaar voor?

“Ja, de reden dat ik niet meer op Twitter zit, is dat ik weet dat het mijn frustratie en boosheid aan weet te zetten. Instagram is dan weer heel erg gericht op jaloezie op de fantastische levens en successen van anderen – dat herkende ik bij mezelf ook. Mijn eigen gedragsverslaving viel achteraf gezien wel mee, merkte ik toen ik anderen interviewde over hun socialmediagebruik.”

Hoe maken social media je verslaafd?

“Ik beschrijf het in het boek als een spel. Jij bent in dat spel niet de hoofdspeler, maar een bijproduct. De grootste speler is het socialmediaplatform zelf. Het belang van het platform is om zoveel mogelijk over jou te weten te komen en je zo lang mogelijk aan het scrollen te houden. Want zo kan het meer advertentieruimte verkopen aan de adverteerders, de andere spelers in het spel. De tijd en aandacht die jij aan het platform besteedt, worden geconverteerd in geld.”

“Om je aan het scrollen te houden maken platforms op een heel slimme manier gebruik van onze menselijkheid, van een gedragsverslaving. Misschien merk je weleens dat je aan het scrollen bent op een platform, terwijl je daar niet per se voor had gekozen. ‘Oh, ik ben nu mijn stories aan het bekijken.’ Het is gewoon iets wat je doet. Dat komt omdat er slim gebruik wordt gemaakt van beloningen voor onbewust gedrag. Je pakt heel vaak je telefoon, en daar word je soms voor beloond met een leuk berichtje of een notificatie. Dat zet het beloningssysteem in je hersenen aan, het dopaminesysteem waar zoveel over geschreven wordt.”

“Wat social media ook inzetten is het netwerkeffect. Wij willen als mensen graag ergens bij horen, dus als je vrienden ergens op zitten, dan ga jij er ook op. Op psychologisch niveau wordt gebruikgemaakt van onze behoefte aan gezien worden en erkenning krijgen. Je gaat ook investeren in het platform, met je tijd, het netwerk dat je er hebt opgebouwd en de interessante dingen die je erop hebt gezet. Daardoor wordt het onderdeel van wie je bent. Dat laat je niet zomaar achter, ook niet als het eigenlijk niet zo’n positieve invloed heeft op je mentale staat.”

Thijs Launspach (1988) is psycholoog, schrijver en spreker. Hij schrijft veel over mentale gezondheid, stress, burn-out en millennials op het werk. Eerder publiceerde hij onder meer Fokking druk (2018), Werk kan ook uit (2020) en Je bent al genoeg (2022). Zijn laatste boek is Asociale media. Hoe de socials je manipuleren en hoe je ontsnapt aan hun greep (2023). Hij heeft een wekelijkse column in het AD en maakt samen met Lennard Toma de podcast Hoe ben je zo?!

In je boek besteed je veel aandacht aan die negatieve effecten van social media op onze mentale gezondheid.

“Ja. Je moet daarbij wel weten dat in het onderzoek dat hiernaar wordt gedaan een onderscheid wordt gemaakt tussen mensen die heel intensief gebruikmaken van social media en mensen die dat minder doen. We weten dat vooral mensen die vroeg beginnen met social media, en met name de meiden en jonge vrouwen in die groep, last hebben van de gevolgen van sociale media. Dat is vaak correlationeel onderzoek, waarbij gezocht wordt naar verbanden in grote datasets.”

“Je kunt daarom niet zeggen dat er een causaal verband is, dat social media de oorzaak zijn van al deze dingen, maar de correlaties die je veel ziet, zijn een verhoogde kans op depressie, angststoornissen, zelfbeeldproblemen, eetstoornissen, onzekerheid, eenzaamheid en vermindering van sociale vaardigheden. Of dat je minder tijd besteedt aan vriendschappen, sporten of andere activiteiten. Dat is ook wel logisch, want je kunt je tijd maar één keer uitgeven. Ergens in het boek zeg ik dat we bozer, gefrustreerder, onzekerder en jaloerser worden van sociale media. Die conclusie durf ik wel te trekken.”

De platforms zelf weten al heel lang van die negatieve effecten, maar ze doen er niks tegen. Dat maakt je boos.

“Ja, absoluut! Het is een boos boek. Het zou één ding zijn als er gewoon wat naïeve programmeurs een systeem gebouwd hadden waarbij ze geen oog hadden voor de effecten ervan. Dat zou al kwalijk zijn, maar we weten nu dat er bewust op werd ingespeeld. Uit documenten van klokkenluider Frances Haugen [die voor Meta werkte en tienduizenden documenten lekte, red.’] bleek dat er presentaties werden gehouden over bijvoorbeeld de negatieve effecten van veel gebruik van Instagram op jongeren. Daar werd niks mee gedaan omdat er een groot commercieel belang was. Het boeit ze gewoon geen fuck.”

“In Nederland reguleren we heel veel schadelijke invloeden op de levens van jongeren – alcohol, sigaretten, schulden, gokken – maar er zit geen controle op social media."

Thijs Launspach
Wat kunnen we doen om de impact van social media op ons welzijn te beperken?

“Ik denk dat we een overheid nodig hebben die ons hier beter tegen beschermt. Het is eigenlijk heel gek dat wij in Nederland heel veel schadelijke invloeden op de levens van jongeren reguleren – alcohol, sigaretten, schulden, gokken – maar dat er geen controle zit op social media. Terwijl je best kunt zeggen dat je jongeren moet beschermen tegen de excessen van Big Tech. Bijvoorbeeld door de hoeveelheid tijd dat ze erop zitten te beperken of een minimumleeftijd in te stellen.”

Veel platforms hanteren al een minimumleeftijd van dertien jaar, maar die wordt niet gehandhaafd. Launspach stelt voor de leeftijd te verhogen naar zestien of achttien jaar en denkt dat controle technisch niet moeilijk hoeft te zijn; je kunt je bijvoorbeeld identificeren door een cent over te maken vanaf een bankrekening.

Kun je zelf ook iets doen?

“Het allerbeste zou zijn om helemaal te kappen met social media, maar we leven in een wereld waarin dat niet voor veel mensen is weggelegd, omdat we er toch op een bepaalde manier afhankelijk van zijn. Je kunt bijvoorbeeld afstand creëren tussen jezelf en deze platforms, door socials van je telefoon af te halen. Je telefoon is altijd minder dan een meter van je vandaan en er zitten extra verslavende effecten in de apps, dus als je socials gebruikt, doe dat dan vanaf je computer.”

“Ook kun je selectief zijn in welke platforms je gebruikt. Je hoeft niet bij elk platform ingeschreven te staan, je kunt er twee kiezen waar je het meest uithaalt. Verder denk ik dat je sociale media vooral moet gebruiken om verbinding te maken met andere mensen, maar niet om gedachteloos content mee te consumeren, zoals de platforms graag willen.”

Social media kunnen ook wel heel leuk of handig zijn, toch? Je kunt nieuwe recepten van Instagram halen, interessante artikelen lezen via Twitter, je droombaan vinden via LinkedIn of creatief bezig zijn door filmpjes te maken op TikTok.

“Ik zeg ook niet dat we er allemaal mee op moeten houden. Bovendien, wie ben ik om dat te zeggen? Er zijn positieve kanten aan, zeker voor mensen met een niche-interesse, die elkaar online kunnen vinden. In mijn gesprekken met gebruikers hoorde ik ook veel terug dat mensen die ergens mee kampen er makkelijk lotgenoten kunnen vinden. Die positieve, emancipatoire kant van social media is er natuurlijk ook. Maar dat kan ook mislopen, juist als je kwetsbaar bent. Ik sprak bijvoorbeeld iemand die door depressieve influencers juist meer de put in werd gepraat en op het idee werd gebracht om zichzelf te beschadigen.”

“Blijf social media zeker gebruiken om recepten te vinden of kattenfilmpjes te kijken, maar realiseer je dat het algoritme jou zoveel mogelijk erin wil trekken, met all means necessary. Blijf je dus afvragen: haal ik er inderdaad zoveel uit? Is het nog leuk, of krijg ik er een rot gevoel van?”

Geniet, maar scroll met mate.

“Ja, of scroll in elk geval selectief.”