De afgelopen weken is de coronacrisis in een stroomversnelling gekomen. Doden, ziekenhuisopnames, afstand houden, hamsteren, thuis werken en thuis leren zijn nu aan de orde van de dag. Het hoofd bieden aan de coronacrisis vraagt lichamelijk, sociaal en geestelijk veel van mensen. Ook moreel is het nogal een uitdaging. Waarom? Dat zit zo.


Samenlevingen zijn gebouwd op het vermogen van mensen om zich moreel juist te gedragen. Oftewel: om te handelen op een manier die iedereen ten goede komt. Aan de basis van dit gedrag ligt volgens bioloog Frans de Waal het vermogen om empathisch te zijn: om te voelen wat anderen voelen. Wanneer jij iemand ziet die in lichamelijke of geestelijke nood verkeert, dan voel jij deze nood mee en zul jij je inspannen om die te verlichten. Deze inspanning wordt altruïstisch helpen genoemd.

Moreel onnadenkend gedrag kost ons allemaal iets: degenen die het begaan, de slachtoffers, en degenen die het waarnemen.

Tijdens een crisis komen deze empathie en dit altruïsme onder druk te staan. Er ontstaat angst voor schade en schaarste, en in dergelijke omstandigheden zijn mensen vaak minder geneigd tot empathisch gedrag. Het empathische gedrag dat zij vertonen is meer gericht op degenen die dichtbij hen staan. Zo zie je nu dat mensen gaan hamsteren uit angst dat hun gezin tekortkomt. Over degenen die verder van hen af staan, en die zij empathisch minder op het netvlies hebben staan, maken zij zich dan minder druk.

Met hamsteren koop je een gevoel van zekerheid, maar het kost je iets op moreel gebied. Je gedraagt je op een manier die je, in meer ontspannen tijden, mogelijk niet oké vindt of waar je je stiekem een beetje voor schaamt. Ook degenen die slachtoffer worden van hamstergedrag kost het iets. Ouderen of gehandicapten die zelf niet in staat zijn om wagens vol te laden met wc-papier en die voor een leeg schap komen te staan, kunnen het gevoel krijgen dat zij er alleen voor staan en dat zij er niet toe doen. Dat gevoel kan hen angstig maken, maar ook morele emoties als schaamte en boosheid oproepen.

Of je al dan niet gaat hamsteren is een voorbeeld van een moreel dilemma. Bij een moreel dilemma zijn twee morele overtuigingen (zoals 'het is niet leuk als een ander voor een leeg schap staat' versus 'ik moet goed zorgen voor mijn eigen gezin') met elkaar in tegenspraak. Bij hamsteren is dit dilemma niet zo groot omdat de gevreesde schaarste denkbeeldig is. Zonder al te veel stress kun je het ook laten.

Intussen lopen wij als maatschappij het risico op grotere morele dilemma's. De vraag voor wie er plek gemaakt moet worden op de intensive care wanneer de medische faciliteiten overbelast zijn, is daar een voorbeeld van. Wanneer je de één opneemt, sterft de ander. Dergelijke dilemma's zijn voor de betrokken artsen, patiënten en familieleden buitengewoon belastend. Er is vaak weinig tijd om de alternatieven af te wegen en soms is het kiezen tussen twee kwaden. Naderhand kunnen mensen zich schuldig voelen als ze het idee hebben dat ze de verkeerde keuze gemaakt hebben. Ze kunnen ook boos zijn op anderen die eraan bijgedragen hebben dat ze deze keuze moesten maken.

Aan zo'n gedwongen keuze draag je misschien sneller bij dan je denkt. Tijdens een mooi weekend in een volle trein gaan zitten om je te mengen onder de wandelaars op het strand lijkt moreel neutraal, maar in deze crisis is het dat niet. Geen afstand houden tot elkaar betekent dat meer mensen besmet zullen raken en meer mensen gebruik zullen moeten maken van de intensive care. Dat betekent dat artsen en familieleden zich vaker geconfronteerd zullen zien met moreel en emotioneel belastende keuzes, terwijl deze keuzes mogelijk vermeden hadden kunnen worden.

En daar kunnen mensen dus boos van worden. Gedrag waar je anderen mee benadeelt, al is het niet expres, maakt mensen die moreel en empathisch gedrag hoog in het vaandel hebben staan boos. Zij krijgen dan de neiging om mensen die hun eigen belang voorop stellen, te straffen. De econoom Ernst Fehr noemt dit altruïstisch straffen, omdat het de straffer ook wat kost. Het levert je stress op of je loopt risico op een conflict. Deze boosheid en neiging tot altruïstisch straffen zie je nu ook gebeuren. Mensen winden zich op over hamstergedrag of sociaal samenklitten en vragen zich af of ze er wat van moeten zeggen. Sommigen sturen boze tweets de wereld in of posten scherpe stukjes op LinkedIn.

Moreel onnadenkend gedrag kost ons dus allemaal iets: degenen die het begaan, degenen die er slachtoffer van zijn, en degenen die het waarnemen. Is het niet op het moment zelf, dan wel naderhand. Empathisch handelen biedt juist drie voordelen in één klap. Wanneer je een ander helpt verminder je de stress van die persoon, je vermindert je eigen stress die je opliep door het meevoelen met de ander, en je voorkomt stress bij een toeschouwer die jou zou kunnen betrappen op egocentrisch gedrag. Empathisch en hulpvaardig zijn dus, daar vaar je zelf ook het beste bij.